De baas van de „enige zelfstandige regionale christelijke krant in Nederland” is de drijvende kracht achter de nieuwe krant, die de titel ”Het goede leven” moet krijgen. De krant gaat eenmaal per week verschijnen en is bedoeld als landelijke weekeditie van het Friesch Dagblad.

Het blad biedt „levensbeschouwelijke verdieping”, zegt Kooistra. „In gesprekken met veel en verschillende mensen hoor ik haast iedere week wel een keer de roep om een krant als het Friesch Dagblad. De helft van alle krantenlezers leest een regionale krant, maar daarin missen veel lezers achtergronden, interviews en reportages uit het kerkelijk leven. Van Delfzijl tot Middelburg krijgen regionale krantenlezers vrijwel hetzelfde nieuws voorgeschoteld, en daarbij ontbreekt het kerkelijk spectrum. Een predikant komt vaak alleen in het nieuws als hij overspel heeft gepleegd. Dat hiaat willen wij aanvullen met ”Het goede leven”.”

Friese lezers zullen verstoken moeten blijven van de nieuwe uitgave. Daar is over nagedacht, want een abonnement op het dagblad brengt meer op dan een abonnement op de weekeditie. „Ik wil mijn krant niet kannibaliseren. In ”Het goede leven” staan alleen artikelen die eerder in het Friesch Dagblad stonden. Dus als je in het verspreidingsgebied van het Friesch Dagblad woont, kun je niet op ”Het goede leven” geabonneerd zijn.”

Dat nemen veel Friese lezers u ongetwijfeld niet in dank af.
„Ik heb maar heel weinig negatieve reacties gehad. De lezers van het Friesch Dagblad worden ook niet benadeeld, maar juist bevoordeeld. Zij krijgen immers veel meer dan wat in de weekeditie staat.”

”Het goede leven” biedt vanaf volgende week levensbeschouwelijk nieuws aan alle Nederlanders, al roept de naam niet meteen christelijke associaties op. „Nee, die roept eerder beelden op van een glas wijn en het strand”, beaamt Kooistra. „Maar dat bedoelen we niet. De uitdrukking komt van Aristoteles, die daarmee de staat van gelukzaligheid omschreef.”

In het verlengde van de opvallende naamgeving werkt ”Het goede leven” ook niet met gangbare rubrieken als binnenland en buitenland, maar met vier andere pijlers: doen, denken, geloven en genieten. Dat laatste lijkt het glas wijn weer in herinnering te roepen. Kooistra: „Maar dat niet alleen. Bovenaan staat het ”genieten van God”, een uitdrukking die Augustinus al gebruikte.”

Omdat de artikelen in ”Het goede leven” rechtstreeks uit de dagelijkse edities van het Friesch Dagblad komen, is het voor de hand liggend dat Kooistra dezelfde markt op landelijk niveau wil bedienen die hij nu bedient in Friesland. In concreto betekent dit dat er van een concurrentieverhouding tussen het Friesch Dagblad en het Reformatorisch Dagblad nauwelijks sprake zal zijn. „Wij zijn een christelijke krant”, zegt Kooistra, die zelf „van hervormd-synodalen huize” is. „Dat betekent dat bijna de hele breedte van het christendom aan bod komt, voorzover ons dat aangaat. Aan sterk behoudende, kleine kerkgenootschappen hebben we nooit veel aandacht besteed, en met ’verlicht christendom’ houden we ons ook niet bezig.”

Volgens de hoofdredacteur is het blad „niet te definiëren binnen kerkmuren. We hechten bijzonder aan de waarden van de doperse traditie, maar ook aan de vrijgemaakte, christelijke gereformeerde, evangelische, hervormde tradities.”

Bladen voor zo’n brede doelgroep worden al gauw oppervlakkig. Dreigt dat gevaar ook voor ”Het goede leven”?
„Beslist niet! De kunst is om zodanig te schrijven dat alle lezers uit alle groeperingen zich aangesproken voelen. En ik herken het beslist niet dat je daarvoor bijbelse elementen zou moeten afzwakken of nietszeggend zou moeten maken. Bijbelse normen en waarden kan ik prima uitwerken in de krant. Soms zeggen mensen: „Ik ben het er niet mee eens, maar ik kan uw redenering volgen.” Dat zij dan zo. Maar we kunnen zeggen wat we willen, omdat wij boven de partijen staan.”

Omdat de ’wereld’ steeds verder seculariseert, nemen de kansen voor een christelijke krant toe, denkt Kooistra. „Ik zie in ”Het goede leven” geen gevaar om steeds verder af te glijden; ik zie het juist als kans. Iedereen heeft het over het normen- en waardendebat. Het is de taak van de christelijke media om daarin mogelijkheden aan te grijpen.”

Het nieuwe blad zal 6 euro per maand gaan kosten. Kooistra hoopt de eerste weken 150.000 exemplaren te kunnen verspreiden. „We hebben onszelf vier maanden gegeven om te zien hoe het gaat. Dan moeten we enkele duizenden abonnees hebben om alles draaiende te kunnen houden.”