Gesloten
Hoe is het met de dwaze maagden afgelopen? „Daarna kwamen ook de andere maagden, zeggende: Heere, Heere, doe ons open.” Hij antwoordde en zeide: „Voorwaar zeg ik u, ik ken u niet.” Hier hoort u een verzoek, hier hoort u ook een antwoord van de Bruidegom.
Daarna kwamen ook de andere maagden. Ziehier, geliefden, zoals die dwaze maagden hier op aarde traag en onbereid waren geweest, was het ook op de dag van het laatste oordeel. Zij kwamen nu de genadetijd voorbij was. Zij kwamen om de Heere te zoeken, toen Hij niet meer te vinden was. Zij hadden Hem terwijl het ”heden” genaamd was, moeten zoeken. Na deze tijd is er geen tijd meer.Wat is nu eigenlijk hun verzoek? Nu de deur gesloten is, vragen ze. „Heere, Heere”, roepen ze, „doe ons open.” Zij wilden ermee te kennen geven dat de deur van de hemel gesloten was en dat ze daardoor beroofd waren van de hemelse heerlijkheid en de allerzoetste tegenwoordigheid van de Zaligmaker. Alsof ze wilden zeggen: Heere, Heere, ach, ons hart is benauwd omdat wij nu de deur van de hemel gesloten vinden en Uw gemeenschap moeten missen. Ach, dat de deur voor ons nog opengedaan zou worden. Ach, dat wij van U nog een troostwoord mochten horen.
Wilhelmus Smetterus, predikant te Buyrick (”Zions wijze en dwaze maagden”, 1677)