SEKSUALITEIT: De synode spreekt morgenochtend eerst over de notitie ”Bouwstenen voor het gesprek over seksualiteit”. De nota is door het synodebestuur opgesteld als uitvloeisel van het zogenoemde Gravamen-De Ronde. Daarin maakte A. W. de Ronde uit Woudenberg bij de synode bezwaar tegen ordinantie 5.4 uit de protestantse kerkorde die de mogelijkheid geeft tot het zegenen van niet-huwelijkse relaties. De synode accepteerde dat gravamen niet omdat het zich niet richtte tegen de belijdenis van de kerk. Wel werd besloten om in de breedte van de kerk het gesprek aan te gaan over seksualiteit in het algemeen en homoseksualiteit in het bijzonder. Het moderamen wil alle gemeenten in de PKN hierover twee brieven sturen. Op de gespreksnotitie kwam onder andere kritiek vanuit de Gereformeerde Bond. Die vindt dat de nota veel te weinig inzet op het huwelijk als instelling van God die heilig gehouden moet worden.CATECHESE: In het vorig jaar verschenen rapport ”Kansen voor de catechese” staat dat in veel gemeenten catechese steeds minder jongeren trekt en dat het moeite kost om mensen te vinden die leiding willen geven aan de catechese. Een beraadsgroep adviseert de synode over verschillende catechesemodellen en de Dienstenorganisatie over de financiering van catecheseprojecten. In de begroting van de Dienstenorganisatie voor 2009 is voor het eerst een catechesefonds opgenomen.

KERKELIJK WERKER: De synode buigt zich morgen over de nota ”Voorbij de wissel: het spoor en de bielzen”, opgesteld door de stuurgroep ”Werk in de wijngaard” onder leiding van oud-minister dr. C. P. Veerman. Deze adviseert kerkelijk werkers en hbo-theologen die het werk doen van een predikant, als predikant-vicaris toe te laten tot het ambt van predikant. Om de vervaging van de bevoegdheid van bediening van Woord en sacrament tegen te gaan, stelt de stuurgroep voor in het vervolg de kerkelijk werker in de bediening geen preekconsent te geven. De nota voorziet ook in een loopbaanontwikkeling voor predikanten. Na het afronden van de studie en de toelating tot het ambt volgt een jaar als junior predikant, verbonden aan een gemeente. Na dit jaar volgt een periode van vier tot zes jaar als basispredikant in dezelfde gemeente. Tijdens deze periode als basispredikant kan een begin worden gemaakt met de beroepsspecialisatie, die na afronding leidt tot de positie van senior predikant. Het is de bedoeling dat kerkelijk werkers en predikanten verplicht gaan deel uitmaken van een collegiaal team. De synode gaat morgen over de nota in gesprek zodat in april 2009 besluiten genomen kunnen worden.

KERKGEBOUW: De discussienota ”Een protestantse visie op het kerkgebouw” staat vrijdagmorgen op de agenda. De PKN vindt dat bijzondere kosten voor monumentale kerkgebouwen niet langer voor rekening van de kerk mogen komen. De overheid zou moeten deelnemen aan het beheer van nog fungerende kerkgebouwen. Als een kerkgebouw vanwege monumentaliteit niet ’herbruikbaar’ is, zal de overheid moeten bijspringen. Naar verwachting zal 25 tot 35 procent van de ruim 2300 protestantse kerkgebouwen binnen tien jaar dichtgaan. In een bijlage van de nota staat dat een kerk die wordt afgestoten, het beste kan worden verkocht aan een andere christelijke gemeenschap. De opstellers raden verkoop aan een commerciële organisatie af. Zo’n organisatie in een gebouw dat nog steeds als kerk herkenbaar is, berokkent volgens hen te veel schade aan het beeld van het gebouw als vroegere verzamelplaats van christenen.

STUDENTENPASTORAAT: De synode bespreekt vrijdag een rapport met aanbevelingen om het studentenpastoraat van de PKN te verbreden. Het pastoraat dient zijn bereik onder studenten te vergroten en zich ook te richten op jongeren met een meer orthodoxe of evangelische achtergrond. Daarnaast moet het meer studenten aantrekken die van huis uit weinig of niets van het christelijk geloof hebben meegekregen. Uit onderzoek van bureau Kaski blijkt onder meer dat het pastoraat een deel van de studenten uit de Protestantse Kerk niet bereikt. Vooral studenten met een meer reformatorische of evangelische achtergrond vinden eerder aansluiting bij christelijke studentenverenigingen.

KERKORDE: De synode stelt in tweede lezing een kerkordewijziging vast om het aantal leden van de evangelisch-lutherse synode te halveren van 36 naar 18 leden. De evangelisch-lutherse synode vormde voor de kerkvereniging van hervormden, gereformeerde en luthersen tot de PKN in 2004 het bestuur van de Evangelisch-Lutherse Kerk (ELK). Na de kerkvereniging bleef de lutherse synode in de Protestantse Kerk bestaan, hoewel haar taak veranderde. Het orgaan is nu voornamelijk bedoeld om het lutherse gedachtegoed -in de PKN zijn luthersen een kleine minderheid- levend te houden. Vanuit de lutherse synode worden vijf leden afgevaardigd naar de generale synode van de PKN, die in totaal 154 leden telt. De synode bekrachtigt vrijdagmiddag ook de associatieovereenkomst met de Geraja Kristen Indonesia. Met zo’n overeenkomst spreken beide partijen uit dat ze een geloofs- en werkgemeenschap willen vormen.

PRESES: Ds. G. de Fijter, preses van de generale synode van de Protestantse Kerk, zal door ziekte de najaarsvergadering van de synode niet kunnen voorzitten. Zijn taken worden waargenomen door vice-preses mw. ds. A. Haasnoot. Ds. J. G. Heetderks, woordvoerder van de Protestantse Kerk, meldde gisteren dat ds. De Fijter herstellende is en dat hij misschien wel gedeelten van de synodevergadering zal bijwonen maar niet als preses. Ds. De Fijter werd eerder wegens een longembolie in het ziekenhuis opgenomen.