Werkstraf na bedreigen lerares
Een 17-jarige leerling van de Christelijke Scholengemeenschap Sprengeloo in Apeldoorn is gisteren veroordeeld tot een werkstraf van zestig uur. De jongen dreigde een lerares te gijzelen en bedreigde haar vriend met de dood.
De rechtbank in Zutphen wil dat de knaap een ambulante behandeling ondergaat. De rechtbank vindt dat er geen sprake was van stalking van de lerares, zoals het openbaar ministerie had gesteld. De jongeman werd eind vorig jaar vanwege deze kwestie van school gestuurd.De officier van justitie had twee weken geleden verzocht een voorwaardelijke PIJ-maatregel (Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen) en een werkstraf van veertig uur op te leggen.
De jongeman stond achter gesloten deuren terecht, omdat hij nog minderjarig is. Volgens gedragsdeskundigen is hij vanwege persoonlijkheidsproblematiek verminderd toerekeningsvatbaar.
De jongen was tot over zijn oren verliefd op de lerares, zo vertelde hij haar eind 2006. Sindsdien merkte de vrouw dat hij vaak in haar buurt was, met foto’s van haar door de school liep en haar en haar vriend buiten opwachtte. Zij voelde dit als een ernstige inbreuk op haar persoonlijke levenssfeer en deed aangifte. De rechtbank vindt dat er voor stalking onvoldoende bewijs is, maar dat geldt niet voor de bedreiging met gijzeling. Vaak zei hij tegen medescholieren: „Ik ga haar ontvoeren” en „Ik ga haar met een verdovingsmiddel verdoven en dan in een busje gooien en dan in een lijkzak stoppen.” Over de vriend van de lerares zei hij meermalen dat hij hem zou „omleggen.”
In haar strafeis heeft de officier van justitie onder meer betrokken dat verdachte koste wat kost wilde afdwingen dat de lerares contact met hem zou hebben. Daarbij verwees zij naar de verklaring van verdachte bij de politie: „Ik voelde mij machteloos. Ik wilde er gewoon alles aan doen om haar te zien en haar te spreken.”
Zijn advocate vond dat er sprake was van „een niet-realistisch uitvoerbare fantasie van een op hol geslagen jongen”, waarbij zij zich afvroeg of het gevoel van bedreiging bij beide slachtoffers wel reëel was.
De rechtbank vindt dat wel degelijk het geval; zij zegt dat de knaap een langere periode met zijn plannen bezig is geweest en zich met de concrete invulling daarvan bezig heeft gehouden.