Opinie

Christen moet tolerant theocratisch zijn

De SGP gebruikt het begrip theocratie niet meer. Dr. Henk Post reageert op dat besluit en de reacties die erop volgden. Voor hem is theocratie onopgeefbaar, maar dan wel in combinatie met tolerantie.

5 November 2008 07:41Gewijzigd op 14 November 2020 06:40
„Als belijdenis is voor een christen de theocratie onopgeefbaar, want wezenlijk, voor zijn identiteit. Van uit deze belijdenis mogen we de uitkomst van democratische be sluitvormingsprocessen biddend in Gods hand leggen.” Foto ANP
„Als belijdenis is voor een christen de theocratie onopgeefbaar, want wezenlijk, voor zijn identiteit. Van uit deze belijdenis mogen we de uitkomst van democratische be sluitvormingsprocessen biddend in Gods hand leggen.” Foto ANP

Over de term theocratie leven uiteenlopende opvattingen. De Utrechtse hoogleraar A. A. van Ruler interpreteerde theocratie als: dat God regeert; en dat niet heidens maar Israëlitisch opgevat. Heidens opgevat houdt zij in dat de Godsregering als een hagelbui over ons heengaat. We kunnen ons er alleen onder buigen, als koeien in de wei. Israëlitisch opgevat houdt ze daarentegen in dat wij als mensen geroepen zijn om met ons totale bestaan de wil van God te onderkennen en te doen. De God van de Bijbel laat daarbij de grootste speelruimte aan de mens.In een theocratie is tolerantie dan ook een zaak van confessie, van belijdenis, en niet van concessie, van toegeven, laat staan een zaak van onverschilligheid. De kern van de tolerantie als persoonlijke innerlijke gezindheid ligt voor Van Ruler daarin, dat men de ander in zijn beleving van de werkelijkheid en in zijn worsteling met God en de zin van het leven ziet en respecteert.

Theocratie, zoals Van Ruler dit opvat, is geen staatsvorm maar norm in het Koninkrijk van God. Dit koninkrijk is er, want een christen belijdt dat de eeuwige God regeert over alles en allen. Tussen theocratie en democratie bestaat, ik sluit mij bij Van Ruler aan, geen tegenstelling. Het gevaar van de democratische staatsvorm is echter wel dat de waarheid van God in het gedrang komt, want de mens wil anders dan God wil. Voor een christen is dat de waarheid, waaraan de mogelijkheid van het menselijke leven en samenleven en zo de eer van God hangt.

Inbedding

Een christenpoliticus aanvaardt bij de eed op de Grondwet de godsdienstneutrale staat die in Nederland is ingebed in de democratische rechtsstaat.

Wat betekent neutraliteit in dit verband? Het beginsel van de godsdienstig-levensbeschouwelijke neutraliteit van de staat is een belangrijke consequentie van de mensenrechten die in de Grondwet zijn neergelegd. Historisch gezien is de huidige rechtsorde, de ordening die gerealiseerd wordt door en in de neutrale, seculiere rechtsstaat, in laatste instantie het product en het resultaat van de uitdaging van het religieus pluralisme, zoals dit zich heeft gevormd als gevolg van het wegvallen van de geloofseenheid.

Die geloofseenheid viel weg door Reformatie en Contrareformatie en de hieruit voortvloeiende godsdienstburgeroorlogen in de zestiende en zeventiende eeuw. Het antwoord op de godsdienstconflicten was dat de taak van de staat werd beperkt tot het vestigen van een vreedzame orde. Dit vereist dat de staat zich neutraal opstelt.

De staat moet, omwille van het bewaren van de vrede, in zekere zin seculier zijn en tolerantie betrachten. De toenmalige overheid realiseerde zich bovendien dat toekomstige (burger)oorlogen slechts te voorkomen zijn als men aan de individuele burger een private sfeer toestaat, waarin hij vrij is zijn godsdienst naar eigen inzicht te belijden.

Traditie

De ene levensbeschouwing boven de andere verheffen, en aan die levensbeschouwing een primaat boven alle (en steeds meer) andere geven, is er in een neutrale staat dus niet meer bij. Alle religieuze groeperingen krijgen op gelijke wijze de ruimte om hun godsdienstige gevoelens te uiten, ook in het openbaar. Dit is kenmerkend voor de Nederlandse politieke traditie sinds 1917, toen officieel werd besloten dat bijzonder onderwijs net zo behandeld en gefinancierd zou worden als openbaar onderwijs.

Als belijdenis is voor een christen de theocratie onopgeefbaar, want wezenlijk, voor zijn identiteit. Vanuit deze belijdenis mogen we de uitkomst van democratische besluitvormingsprocessen biddend in Gods hand leggen. Zijn Koninkrijk kome!

Ondertussen, als wij Gods tolerantie met onszelf kennen, zullen we tolerantie opbrengen voor onze naaste, wat ons niet verhindert, maar juist stimuleert om in woord en daad getuigenis af te leggen van ons christen-zijn. Dat doen wij ook in de politiek, en op een wijze dat anderen ons kunnen verstaan.

De auteur is theoloog, historicus en publicist.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer