Predikantenteams: ramp voor de kerk
De synode van de Protestantse Kerk in Nederland vergadert deze week. De synodeleden moeten lessen trekken uit het werk van de Brit Bob Jackson, vindt ds. Hans Eschbach.
Zeven jaar stond hij in twee kleine dorpsgemeenten. Parttime. In die jaren is de kerk niet gegroeid. Integendeel. Waar eerst in twee dorpen elke zondag kerkdienst werd gehouden is nu in elk dorp om de week een dienst. Het bezoekersaantal is teruggelopen van zeventig naar dertig. Samenwerking met de gereformeerden is mislukt, omdat ze te star orthodox zijn en omdat de eigen gemeente zo hecht aan de hoge liturgische vormgeving. Nu denkt de predikant na over de toekomst: hoe moet het verder? Hij ziet maar één oplossing: samenwerkingsverbanden tussen dorpsgemeenschappen opzetten, werken in teamverband, schaalvergroting en specialisering.Ook de Protestantse Kerk als geheel denkt na over de positie van de predikant en overweegt daarbij in de toekomst meer in ’teams’ te werken, daarbij geïnspireerd door bijvoorbeeld de huisartsenpraktijken en dergelijke.
Engeland
Dat verontrust mij. Want ik las een boek van Bob Jackson: ”The road to growth”. Deze Engelse collega heeft onderzoek gedaan naar de barrières en kansen voor groei in de Anglicaanse Kerk. Graag citeer ik hem, want er valt veel uit te leren voor de (Protestantse) Kerk in Nederland.
Jackson benoemt een aantal krimpfactoren voor de kerk. De eerste factor is: het werken met predikantenteams: een idee uit de jaren 70 om de eenzaamheid van predikanten in kleine gemeenschappen te doorbreken. Het klonk mooi: gavengericht werken, ontwikkelingskansen voor de predikant enzovoort.
De werkelijkheid is anders. Teams leveren meer problemen op dan oplossingen. Interne spanningen, disfunctioneren, extra vergaderen, administratie. In Londen zijn de teams opgeheven. Elders moddert men voort.
Wat blijken teams voor invloed te hebben op de kerkgang? In Chester daalde de kerkgang in drie jaar tijd met 16 procent in gemeenten in teamverband en met 6 procent in gemeenten zonder. Het boek geeft meer voorbeelden, die dezelfde trend laten zien.
Leren
Als dat de harde cijfers zijn uit Engeland, waarom willen we in Nederland het dan dertig jaar later alsnog gaan proberen? Moeten we niet leren van de fouten van anderen?
Jackson noemt meer krimpfactoren: 1. lange vacaturetijden; 2. te lang in een gemeente blijven: in het bisdom St. Asaph is de gemiddelde groei na vijf jaar 9 procent; na tien jaar 0 procent en na vijftien jaar min 4 procent; 3. een destructieve financiële strategie, die gericht is op afbouw. Jackson daagt de kerk uit om het missionaire avontuur aan te gaan. Zijn oproep is om te groeien of te sterven. 4. leeftijdsopbouw (jongere predikanten hebben vaker groei in hun gemeenten dan oudere predikanten).
Jackson noemt deze gegevens de zelf aangebrachte wonden, waaruit de kerk bloedt. In hoeverre geldt dit ook voor de Protestantse Kerk in Nederland?
Groeikansen
Vervolgens wijst Jackson positieve alternatieve wegen. Daarbij benadrukt Jackson, dat groei niet maakbaar is. Het is God die de wasdom geeft. Maar er zijn wel ”good practices”.
Zoals: de ideale predikant is jong en bereid om tien jaar in een gemeente te blijven. Verder, kerken zonder goede voorzieningen voor tieners hebben minder jongeren in de gemeente dan kerken die dat wel hebben of die een jeugdwerker hebben. En als derde, een latere aanvangstijd voor de kerkdienst leidt tot groei: vroege ochtenddienst min 10; late ochtenddienst plus 124; avonddienst min 44; doordeweekse dienst plus 53.
Humoristisch is het aankondigingsbord van een kerk, waar elke zondag een ander soort dienst wordt gehouden, maar waar wel bij staat: kom elke week. Jackson pleit sterk voor meerdere kerkdiensten op één zondag, die allemaal een specifieke doelgroep hebben.
Verandering
Het onderzoek wijst uit dat kerken die geen veranderingen doorvoeren teruglopen.
In het bisdom St. Asaph groeien kerken die veranderen met 14 procent; kerken die dat niet doen krimpen met 3 procent. In Lichfield is dat respectievelijk plus 3 procent en min 22 procent.
Jackson noemt een aantal manieren van veranderingen die tot groei kunnen leiden.
Het stichten van dochtergemeenten. Hier sluit hij naadloos aan bij de visie van het Evangelisch Werkverband voor het starten van Protestantse Pioniers Plekken.
Het informeler maken van de eredienst.
Het verhogen van de kwaliteit van de muziek.
Goede voorzieningen voor kinderen en gezinnen. De zondagsschool moet het leukste moment van de hele week zijn voor de kinderen! Of laten we ze weer kleuren?
Hoe worden nieuwkomers opgevangen in onze gemeente en hoe vinden ze hun plek. Kent de gemeente bijvoorbeeld een netwerk van Gemeente Groei Groepen?
Missionair werk en missionaire toerusting als kernroeping van de gemeente.
Meer leken in leiderschap: de dominantie van de dominee belemmert de groei van de kerk. Als een dure dominee de leegloop van de kerk niet heeft kunnen voorkomen, hoe zou het zijn om dan met een evangelist als kerkelijk werker verder te gaan?
Verbetering aan het gebouw: wat is de uitstraling van ons kerkgebouw? Hoe komt het toch, dat je overal in fatsoenlijke stoelen zit, behalve in een kerk? Daar krijg je een houten bank.
Niet alles wat Jackson schrijft zal toepasbaar zijn in onze context. Maar uit dit boek zijn lessen te leren voor de Protestantse Kerk. Laten we leren van de zegen en de mislukkingen van andere kerken.
De auteur is predikant-directeur van het Evangelisch Werkverband.