Een aanval en een uitdaging
Minister Plasterk beloofde bijna een ton subsidie aan de RefoAnders. De stichting wil met dat geld homofiele gevoelens onder orthodoxe christenen beter bespreekbaar maken. Nu is het zo dat RefoAnders de visie koestert dat het leven van een christen in harmonie behoort te zijn met Gods wil. De Stichting ontleent aan de Bijbel bezwaren tegen homoseksuele relaties. Het COC gaf daarom publiek als mening dat de toezegging van Plasterk in strijd is met diens eigen uitgangspunten.
De minister is mans genoeg om zelf in te gaan op de kwestie of hij consequent is in zijn beleid. Een andere vraag dringt zich op. Het COC bevordert emancipatie en integratie van homoseksuelen. De vereniging had succes. Wat vrijwel iedereen driekwart eeuw geleden als zonde zag, schijnt nu normaal te zijn. Gunt het COC nog enige ruimte aan medeburgers die de Bijbel zien als norm voor bezinning en pastoraat aan mensen in nood? Of is er voor zulke christenen ten enenmale geen plaats meer?De samenleving vertoont meer signalen van uitsluitende aard. Een woordvoerder van de NS zette orthodoxe christenen -globaal gesproken: de lezers van dit dagblad- recent aan de kant als splintergroep. Hij vond dat zijn bedrijf geen rekening met hen hoeft te houden. Veertien Nederlandse organisatie -één ervan is ook weer het COC- vertelden kort geleden het VN-comité voor de rechten van de mens dat de Nederlandse regering de subsidie aan de SGP moet stopzetten.
Zelfs de door sommigen als ”pressiegroep” beschouwde gereformeerde autoriteiten in de gouden eeuw waren niet uit op het berechten van homoseksuelen. Nog geen halve eeuw na de oprichting van het COC kwam -dat was in de jaren 1990- in dit dagblad de bezinning op gang over anders geaarde mensen. Zij mogen er onder orthodoxe christenen zijn als medemens. Maar tegelijkertijd lijkt het erop dat het COC mensen die bij de Bijbel willen leven daarvoor de ruimte misgunt.
Toen deze krant begin jaren 90 Benno Premsela wilde interviewen als binnenhuisarchitect, stelde deze een eis. De toenmalige voorzitter van het COC wenste eerst een vraaggesprek over integratie van homoseksualiteit. Hij kreeg zijn zin. Paginagroot. Er was sprake van een waardevolle discussie. Maar door Plasterk te wijzen op mogelijke inconsequentie lijkt het COC eropuit orthodoxe christenen met hun eigen visie en aanpak volstrekt monddood te maken.
Protestanten vierden op 31 oktober hervormingsdag. Veel kerkgangers zongen daarbij Luthers lied ”Geen aardse macht begeren wij”. De gereformeerde dominantie is in Nederland immers voorbij. Mensen van de Reformatie discussiëren op de achtergrond nog over de neutrale staat en theocratie. Maar ze zijn er niet op uit homo’s voor de rechter te brengen. Waarom zoekt het COC dan Plasterk ervan te weerhouden die armzalige 84.000 euro ter beschikking te stellen?
Mensen van de wereld willen altijd meer. Eerst zoeken ze eigen rechten. Als die hen zijn toegekend, proberen ze anderen van rechten te beroven. Omdat deze niet sporen met hun alternatieve visie. Dat valt te typeren als omgekeerde discriminatie. Het vormt reden tot bezinning. Hoeveel ruimte krijgen christenen in de toekomst van het opdringende, seculiere denken? In hoeverre blijft het mogelijk als individu in het publieke leven Bijbelse normen serieus te nemen?
Een aanval van het COC vormt een uitdaging. Het is makkelijk de naam christen te dragen. Maar is zo iemand door persoonlijke kennis van Christus bereid Zijn Naam en liefdegebod te belijden? Midden in de wereld? Weet hij zich gesterkt door Christus’ gebed „dat uw geloof niet ophoude”? De schatten en de bescherming van die Koning zijn meer waard dan de voorbijgaande geest van de tijd. Met minder kan iemand echter geen christen zijn.