EP oefent voor uitbreiding in 2004
„Vandaag oefenen we de realiteit van morgen”, zo drukte voorzitter Cox het uit. Voor het eerst vond er dinsdag in het Europees Parlement (EP) in Straatsburg een vergadering plaats waaraan ook afgevaardigden uit de toekomstige lidstaten deelnamen.
De grote familie van ons continent bijeen in ”het huis van de democratie”. Zo’n 200 nationale volksvertegenwoordigers uit Bulgarije, Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Roemenië, Slovenië, Slowakije en Tsjechië schoven aan bij de 626 europarlementariërs uit de EU-landen van nu om hun tevredenheid te verwoorden, sommigen hun enthousiasme, over de beoogde expansie van de Unie.
Tolken verschaften een rechtstreekse vertaling van het debat in maarliefst 23 talen, zodat iedereen kon praten en luisteren in de eigen spraak. Het vormde een illustratie van de culturele diversiteit. Ook voor de vertaalafdeling was het een generale repetitie voor de praktijk die wacht vanaf 2004.
Uniek, plechtig, historisch: het waren aanduidingen die herhaalde malen klonken. Tot een echte, levendige discussie kwam het niet. Het betrof meer „een processie van speeches”, om een van de mensen achter de microfoon te citeren.
Maar het EP bood de gasten uit voornamelijk het vroegere communistische Oostblok dezer dagen niet alleen droge, saaie politiek. Culinaire specialiteiten en een concert van jonge musici waren eveneens bedoeld om elkaar, aan de vooravond van het sluiten van ’het huwelijkscontract’, tijdens de top van Kopenhagen van half december, beter te leren kennen.
Van de zijde van de EU waren alle hoofdrolspelers aanwezig: de Deense premier Rasmussen, die gedurende de lopende zes maanden het voorzitterschap bekleedt, aanvoeder Prodi van de Europese Commissie en diens teamgenoot Verheugen, die in de voorbije jaren als belangrijkste onderhandelaar namens de gemeenschap van de vijftien is opgetreden.
Inhoudelijk stond er niets op het spel. Eerst moeten over vier weken de regeringsleiders van de huidige partners definitief groen licht geven voor de toetreding van de nieuwkomers. Tien van hen haken naar verwachting aan op 1 mei 2004, Bulgarije en Roemenië in 2007. In april volgend jaar wordt in Athene het verdrag ondertekend dat alle juridische aspecten van de entree regelt. Daarna ligt dat document ter goedkeuring voor aan de nationale parlementen en aan het Europees Parlement.
Voor een wanklank in Straatsburg zorgde de kwestie-Turkije. Ook die natie behoort sinds eind 1999 officieel tot de kandidaat-leden, maar het voorbereidende overleg over de invoering van de ongeveer 80.000 pagina’s met EU-regelgeving is nog niet begonnen.
De Turken waren wel uitgenodigd, maar zij lieten verstek gaan. Formeel heette het dat de pas, op basis van de recente verkiezingsuitslag, geformeerde volksvertegenwoordiging tot dusver geen kans had gezien een delegatie samen te stellen. Waarschijnlijker is dat de absentie uiting gaf aan ongenoegen over de tweederangs positie die sommige partijen in het EP betrokkenen meenden te moeten toebedelen. In een discussie in het college van de fractievoorzitters klonk vorige week een pleidooi om hen geen spreektijd te verlenen.
Met name binnen de groepering van de christen-democraten valt weerstand te bespeuren tegen het binnenhalen van Turkije op enig moment. Wel een speciale, versterkte samenwerking, maar geen volwaardig lidmaatschap: die benadering lijkt in die politieke kringen voorlopig de voorkeur te genieten. Tijdens de beraadslagingen in de Deense hoofdstad belooft de opstelling tegenover Ankara een heikel onderwerp te worden.
EP-lid Belder liet over het standpunt van ChristenUnie-SGP geen onduidelijkheid bestaan: „Het toekennen van de kandidaatsstatus was een fout, die we beter kunnen terugdraaien. Turkije is geen land dat in de EU past.” Cultuur en geschiedenis verschillen zeer van die van de reeds aangesloten, door het christendom gestempelde lidstaten, benadrukte hij.
De bijdragen van de kant van de EU-prominenten aan het debat van dinsdag stond bol van de retoriek. Fractieleider Pöttering van de christen-democraten had zelfs een stukje prikkeldraad meegebracht om te herinneren aan de scheiding die het IJzeren Gordijn in het verleden aanbracht tussen Oost en West. De uitbreiding betekent heling en verzoening, stelde parlementsvoorzitter Cox vast.
Rasmussen sprak van „ het grootste politieke project van onze tijd.” „Wat vijftien jaar geleden ondenkbaar was en een droom leek, is thans werkelijkheid.” Prodi op zijn beurt hield de toetreders de voordelen voor van hun overstap naar de Unie: vrede en veiligheid, democratie, welvaart en solidariteit en een leidinggevende rol bij wereldwijde onderwerpen. „Buiten breekt de herfst aan, maar in deze vergadering heerst het klimaat van een nieuwe Europese lente”, aldus de commissievoorzitter.
De betogen van de afgevaardigden uit de aspirant-lidstaten waren zakelijker van toon. Zij namen de gelegenheid te baat om hun eigen belangen nog eens uiteen te zetten. Verschillende van hen riepen op tot gelijkheid en wederzijds respect en keerden zich tegen een mogelijke situatie straks van eerste- en tweederangs landen. „We willen op volwaardige wijze meedraaien.”
De voorbereidende onderhandelingen verkeren de komende weken in de laatste fase. „Geef ons een waardige positie. Die hebben we nodig om de burgers te overtuigen”, beklemtoonde een politicus uit Tsjechië. In 2003 mogen de burgers daar en elders in een referendum hun oordeel geven over de toetreding. Dan moeten zij wel zeker weten dat het de moeite waard is om aan te haken.
Een collega uit Estland sprak de hoop uit dat het voor de kandidaat-lidstaten in ieder geval niet zo zal aflopen zoals het hem verging tijdens zijn reis naar Straatsburg. Maandagmiddag was de Franse stad gehuld in een dichte mist en konden er geen vliegtuigen landen. Uiteindelijk kwam hij terecht in Basel, buiten de EU.