Cohen bekijkt religie door functionele bril
DEN HAAG - De Amsterdamse gemeenteraad heeft donderdagavond een notitie van burgemeester Cohen over de scheiding tussen kerk en staat besproken. Cohen pleit al jaren voor meer oog voor religie. Zelf ziet hij geloof vooral als functioneel bind- en integratiemiddel.
In zijn eerste nieuwjaarstoespraak als burgemeester van Amsterdam in 2002 deed Cohen de suggestie om bij contacten van de overheid met bewoners ook gebruik te maken van de religieuze infrastructuur. Hij doelde daarbij vooral op moskeeën en islamitische organisaties.Zijn pleidooi voor een ontspannen houding tegenover religie groeide uit tot zijn stokpaardje. Niet dat de seculiere Jood zelf veel heeft met religie, zijn belangstelling voor geloof spruit vooral uit pragmatisme. Religie „is het solidariserende kader bij uitstek voor haar leden”, constateerde hij in 2004 in een lezing. Religieuze leiders, organisaties en ontmoetingsplekken blijken bijzonder geschikte instrumenten om mensen te bereiken. Religie functioneert als bindmiddel voor de samenleving, ondervond hij. Zij kan helpen bij de integratie van migranten.
Daarmee staat Cohen mijlenver van een christelijke partij als de SGP af, die vindt dat Gods Woord maatgevend is voor het overheidsbeleid. De SGP-Kamerleden Van der Vlies en Van der Staaij betoogden donderdag in deze krant dat de overheid „in wetgeving en beleid niet kan en mag volstaan met een kleurloze neutraliteit die het christendom op één lijn stelt met ongeloof en de islam.”
Voor Cohen daarentegen zijn alle religies gelijk. Hij bepleit een volstrekt seculiere staat. „Zo’n staat creëert de ruimte voor de grote diversiteit die het kenmerk is van de moderne stedelijke samenleving. Alleen in een seculiere staat is een bepaalde mate van co-existentie tussen verschillende groepen en individuen mogelijk.”
Cohen reageerde dan ook boos toen Van der Vlies eind 2002 in een interview met de Volkskrant zei dat hij de bouw van moskeeën wilde tegenhouden omdat valse religies dienen te worden geweerd. De Amsterdamse burgemeester beschuldigde de SGP-fractievoorzitter direct van onverdraagzaamheid.
Zijn functionele visie op religie bracht Cohen ertoe soepeltjes om te gaan met de scheiding tussen kerk en staat. Onder zijn leiding verleende het Amsterdamse college van burgemeester en wethouders onder meer subsidie aan het multiculturele debatcentrum Marhaba. „Wij willen ons als overheid wel bemoeien met de verhouding van de islam in de samenleving”, lichtte Cohen toe. „Het is nu eenmaal iets wat in Amsterdam speelt.”
De min of meer verborgen bedoeling van het debatcentrum was de islam te bevrijden van zijn „traditionele, onderdanige, passieve en dociele houding tegenover moderniteit.” De linkse fracties in de gemeenteraad waren enthousiast. Het CDA plaatste echter kanttekeningen. Die partij betoogde dat de scheiding tussen kerk en staat in het geding was, omdat Cohen moslims „een bepaalde richting” op zou willen duwen. „U begeeft u daarmee op glad ijs”, aldus CDA’er Limmen.
Cohen heeft die kritiek ter harte genomen. In zijn donderdag door de gemeenteraad besproken notitie laat hij zijn eerder uitgesproken voorkeur voor liberale vormen van religie weer los. De overheid moet niet uitmaken welke vorm van religie goed is, aldus de burgemeester. Dat strijdt immers met de scheiding van kerk en staat, waarbij de staat zich niet uitlaat over de inhoud van religies.
Zijn enthousiasme voor religie heeft Cohen niet losgelaten. Hij kiest er niet voor om nu maar helemaal geen subsidie meer te verstrekken aan welke religieuze richting of denominatie dan ook. Integendeel, wat Cohen betreft zou de gemeente ook een orthodoxe moskee kunnen steunen. Als dat maar functioneel is.