Mattheüs 5:4Ach, dat u eens in waarheid mocht treuren. Smeek daartoe de Heere om Zijn Geest. De godzaligen die recht treuren kunnen, moeten ook in deze heilige kunst nog dagelijks oefenen. Het is niet, kind van God, dat u in zo’n hoge trap hoeft te treuren, dat die al uw blijdschap zou uitblussen. God heeft immers een beginsel van geestelijke vreugde in uw hart gelegd, maar er is nog veel gebrek in u, ja, zo veel dat er nog veel te betreuren is.

Zolang u niet nalaat te zondigen, moet u ook niet nalaten te treuren. Zucht over al wat gebrekkig is. Betreur al wat in u zondig is, niet alleen over de grote zonden, maar ook over de kleine en de mindere zonden. Breek door treurigheid de zonde af en blus door veel tranen van een oprecht berouw de vonken van uw verdorvenheid uit.

Treur echter steeds met een uitzien op de Heere en Zijn vertroostingen. U hebt een genadige God en Vader, in Wiens schoot u uw bange klachten kunt uitstorten. Hij wil u te drinken geven uit de borsten van de vertroosting. „Zalig zijn die treuren; want zij zullen vertroost worden.”

Johannes Barueth,
(”De predikende en wonderdoende Christus”, 1752)

predikant te Dordrecht