Scheepsbouwer ligt wakker van personeel
Het gaat uitstekend met de scheepsbouw in Nederland. Maar toch. „Vraag aan een willekeurige scheepsbouwer waarvan hij wakker ligt. Ongetwijfeld is het antwoord: personeel, personeel, personeel.”
Zelfverzekerdheid kan de sector niet worden ontzegd. In twee jaar tijd realiseerde de scheepsbouw een omzetstijging van 60 procent. In 2007 kwam de totale omzet uit op 7,6 miljard euro. De orderboeken zijn zeker tot in 2011 volgeboekt.Het succes komt vooral door specialisatie. De Nederlandse scheepsbouw produceert en exporteert baggerschepen, superjachten, werkschepen, sleepboten en offshorevaartuigen.
De Sliedrechtse scheepsbouwer IHC Merwede bijvoorbeeld is wereldmarktleider in sleephopperzuigers. Keppel Verolme in het Botlekgebied kan de grootste kraan- en werkschepen ter wereld aan. Damen Shipyards bouwt snelle patrouilleschepen. Bouwers van luxe jachten, zoals Koninklijke De Vries, zagen hun omzet vorig jaar met maar liefst 90 procent toenemen.
Toch zijn er zorgen. „Vraag aan een willekeurige scheepsbouwer waarvan hij wakker ligt. Ongetwijfeld is het antwoord personeel, personeel, personeel”, aldus drs. M. W. Bloem, algemeen directeur van Scheepsbouw Nederland. Hij presenteerde donderdagmiddag in Den Haag het strategierapport ”5x aanpakken”. In het stuk zet de scheepsbouwcluster de lijnen naar 2015 uit.
Scheepsbouw Nederland is de gezamenlijke organisatie van de Nederlandse scheepswerven en de maritieme toeleveringsindustrie. De bedrijven bieden werk aan 35.000 mensen.
Terwijl de vraag naar schepen toeneemt, vergrijst het personeel van de werven. „Het aanbod van technisch personeel is veel te klein om de vraag op te vangen.” Bloem schat het aantal vacatures op 2500.
Scheepsbouw Nederland is niet tevreden met het niveau van de huidige techniekopleidingen. „Ons vertrouwen in de overheid wordt op de proef gesteld”, vindt directeur G. Hamers van IHC Merwede. Hoewel de bedrijfsscholen van IHC met ruim honderd leerlingen vol zitten, is het niet genoeg. „We zijn actief in Oost-Europa om daar kennis en kunde te halen.”
De scheepsbouwcluster wil ook duurzamer werken. „In Nederland moeten we proberen winnende coalities te smeden, bijvoorbeeld op het gebied van uitstootbeperking”, meent Bloem. Hij riep de overheid („zelf een grote reder”) op om een extreem energiezuinig schip te bestellen. „Een paradepaardje van Nederlandse maritieme kennis.”
Door technologische en operationele verbeteringen kan de zeescheepvaart veel schoner worden, bleek donderdagmiddag in Rotterdam tijdens een bijeenkomst ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van De Vereenigde Compagnie Scheepsinvesteringen.
Wereldwijd stoten zeeschepen elk jaar 1,12 miljard ton CO(in2( uit. Dat is bijna het dubbele die de luchtvaart jaarlijks voor haar rekening neemt. De vervuiling zal toenemen; de zeescheepsvracht verdubbelt elke tien jaar.
Prof. Ir. J. J. Hopman, hoogleraar aan de TU Delft, schetste mogelijkheden om zuiniger en schoner te varen. Windvoortstuwing kan 20 tot 30 procent besparing opleveren. Ook schonere brandstoffen komen in beeld. „Emissiereducties zijn technisch mogelijk”, aldus Hopman.
De scheepvaartsector staat echter niet te springen om de innovaties toe te passen, huiverig dat de concurrentiepositie in gevaar komt. Volgens de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders moet aangescherpte milieuwetgeving voor schepen wereldwijd gelden en controleerbaar zijn.