„Televisie schadelijk voor kind”
Kinderen laten kijken naar de tv? De Rotterdamse arts in ruste dr. H. S. Verbrugh (71) gruwt ervan. „Televisie is voor een kleuter geestdodend, voor het kind onder de tien jaar schadelijk en voor het schoolkind vóór de puberteit een belasting in zijn ontwikkeling die je beter kunt vermijden.”
Hij juicht het toe dat er een landelijk expertisecentrum komt dat opvoeders moet helpen verstandig en bewust met media om te gaan. Minder positief gestemd is Verbrugh echter over het feit dat er beperkte aandacht is voor de vraag naar de invloed van radio en televisie op kleine kinderen. „Waarom geven de ministers Plasterk en Rouvoet op voorhand al aan niets te zien in een verbod op tv-programma’s voor baby’s en peuters?”Samen met de Sittardse neuroloog dr. P. van Domburg organiseert Verbrugh vrijdag in Utrecht een studiedag over het effect van moderne media op jonge kinderen. De twee presenteren daar een bewerking van een boekje van de antroposofische arts Frits Wilmar over dit thema. Verbrugh: „De schadelijkheid van televisie staat los van de inhoud die op het scherm verschijnt. Alleen al het medium als zodanig werkt schadelijk. Wij menen het gebruik van de tv in de huiskamer of op de lagere school voor kinderen voor de puberteit onvoorwaardelijk te moeten afwijzen.”
Van Domburg en Verbrugh beweren in navolging van Wilmar dat kleine kinderen alles leren door nabootsing: een actief proces dat alleen goed werkt in wisselwerking tussen het kind en zijn omgeving. „Bij televisie is die relatie er niet. Het kind ziet en hoort van alles en probeert het vervolgens na te doen. Het krijgt echter geen enkele respons op wat het doet. De tv is eenrichtingsverkeer. Daardoor werkt het medium geestdodend”, stelt de in 2002 gepensioneerde universitair hoofddocent van het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam.
Om zijn visie te verduidelijken, haalt Verbrugh graag het voorbeeld aan van een draaiende wasmachine. „Een kind kijkt even gefascineerd naar een televisie als naar een draaiende wasmachine. Maar het grote verschil daartussen is dat die wasmachine echt een referentiekader biedt met de dagelijkse leefwereld van kinderen. Moeder stopt het wasgoed eerst in de wasmachine en vervolgens gaat de trommel draaien. Als het wasgoed schoon is, kan het kind het eruit halen. Zo leert een kind de wereld te begrijpen: door het gebruik van alle zintuigen. Een kind kan echter niks met tv-beelden. Het is één grote schijnvertoning. Een bizar toverkijkspel, met hier en daar een flits van iets, wat misschien aan bekende dingen doet denken.”
Ook natuurfilms zijn volgens Verbrugh taboe voor kleuters: „Het is niet te vergelijken met een boswandeling. Dan kun je de boslucht ruiken, de vogels horen en zien wat er gebeurt als je naar een vogel rent of door een plas loopt. Door die interactie met de omgeving ontwikkelen kinderen hun zintuigen en hersenen. De tv stompt de geest van een kind alleen maar af.”
Verbrughs grote tegenhanger is dr. Patti Valkenburg, hoogleraar kind en media aan de Universiteit van Amsterdam. Zij stelt dat er weinig wetenschappelijk bewijs is dat jong tv-kijken op zich slecht is. Verbrugh: „Het positieve effect is echter ook nooit aangetoond. We weten allemaal dat spiritus slecht is. Moeten we dan eerst onderzoeken wat de schade precies is bij kinderen die spiritus hebben gedronken?”