Open vensters noodzakelijk
„De huidige situatie in onze Christelijke Gereformeerde Kerken geeft geen reden tot euforie. Er zijn veel pijnlijke situaties. Er zijn veel gehavende en gewonde kerken en mensenlevens. Laten wij onszelf niet te hoog inschatten.”
Ds. L. W. van der Meij sprak zaterdag in Dordrecht tijdens een ambtsdragersconferentie die was belegd door de christelijke gereformeerde stichting Bewaar het Pand. De predikant uit Driebergen behandelde het onderwerp ”1892-2002, christelijk gereformeerd toen en nu”. Hij noemde daarin de momenteel toenemende internationale belangstelling voor de eigen theologische universiteit te Apeldoorn. „Als wij trouw zijn aan Schrift en belijdenis, kan de universiteit nog veel betekenen voor de internationale gereformeerde theologie.”
Hij riep de aanwezige ambtsdragers op geen fotokopieën te zijn van het verleden. „Het pand bewaren is een zaak van het hart. Laat rechts zich niet verheffen boven links. Laten wij ons hoeden voor profilering en zelfbevestiging waarin de liefde ontbreekt. Daar rust geen zegen op. Het zal erom gaan allen te winnen voor Gods genade in Christus, om samen het goede voor Sion te zoeken.”
Ds. Van der Meij: „Wij willen christelijk gereformeerd zijn. Christelijk: als leerjongeren van Christus; gereformeerd: in hartelijke aansluiting bij een nog altijd actuele gereformeerde confessie. De christelijke gereformeerden hebben open vensters nodig. Allereerst naar Boven, maar ook naar beneden. Wij zijn niet gebaat bij een genoeglijke, introverte atmosfeer. Ik pleit voor een open oog en hart voor degenen die buiten zijn. Met de klare boodschap van het Evangelie: Buiten Jezus is geen leven.”
De predikant stipte de relatie tussen de Christelijke Gereformeerde Kerken en de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt aan. „De christelijke gereformeerden van 1892 namen geen genoegen met een formele aansluiting bij de gereformeerde confessie. Het ging en gaat erom dat deze ook werkelijk functioneert in theologie, prediking en pastoraat.”
Ook ging hij in op het ontstaan van zijn kerken, aan de hand van wat ds. J. Wisse Czn. schreef. Het ontstaan van het kerkverband was „de wettige voortzetting van de aloude Gereformeerde Kerk (kerk van de Reformatie) in dezen lande onder de naam Christelijke Gereformeerde Kerk in Nederland, wettig bij koninklijk besluit erkend.”
Ds. Van der Meij zei dat terugkeer naar de Hervormde Kerk in dat stadium niet mogelijk werd geacht. „Hoewel deze kerk zich nog steeds baseerde op de gereformeerde confessie, vertoonde zij in de praktijk een beeld dat niet beantwoordde aan wat de artikelen 27-29 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis over de kerk beleden. De christelijke gereformeerden keerden zich ook tegen „antischriftuurlijke stellingen” van Kuyper.”
De predikant uit Driebergen stelde dat „de diep ingrijpende veranderingen in de Nederlandse samenleving van de 20e eeuw ons kerkelijk leven niet onberoerd hebben gelaten. Radio, tv en internet hebben een gesloten en verzuilde samenleving opengebroken. Vooral na de Tweede Wereldoorlog was de atmosfeer zwanger van een zucht naar vernieuwing op allerlei terrein.”
Hij verwees naar de christelijke gereformeerde kanselboodschap van 1953. „Daarin zien wij een reactie op die ontwikkelingen. De kerken werden opgeroepen waakzaam te zijn en de wacht te betrekken bij Schrift en belijdenis. Voor velen in de Christelijke Gereformeerde Kerken waren de vernieuwingen zoals bijbelvertaling, psalmberijming en liturgische formulieren, een geestelijke verfrissing, voor anderen een heilloze weg. Voor sommigen ging het proces van vernieuwing niet snel genoeg. Zij verlieten de kerk. Dat gebeurde ook in het meer conservatieve deel van de kerken. Sommigen wilden van deze zich vernieuwende kerk niet langer deel uitmaken”, aldus ds. Van der Meij.