Zes jaar en tbs geëist tegen vrouw uit Staphorst
ZWOLLE – Tegen de 29 jarige vrouw uit Staphorst die in juli haar 3 jarige dochtertje Andrea om het leven heeft gebracht, is dinsdag bij de rechtbank in Zwolle zes jaar cel en tbs met dwangverpleging geëist.
Officier van justitie mr. C. Berendsen sprak van een „gruwelijke” daad. De vrouw blijkt een plan te hebben gemaakt om haar vier kinderen (6, 4, 3 en een halfjaar) en zichzelf op 15 juli van dit jaar door verhanging van het leven te beroven.Volgens de aanklager was er sprake van voorbedachten rade. De vrouw had onder meer de deuren van het huis vergrendeld. Toen een neefje aanbelde, werd ze gestoord. Wel had de moeder, kort voordat de bel ging, de moordpoging bij het 4 jarige zoontje dat begon te huilen, beëindigd. De baby van een halfjaar bleef ongedeerd, bij dat kind is het moordplan niet ten uitvoer gebracht. Kort na het drama toonde de verdachte zich volgens een hulpverlener „gelaten.”
De vrouw heeft met haar daad „grote maatschappelijke onrust” veroorzaakt, aldus de aanklager. „Vooral in de kleine gemeenschap van Staphorst.”
De aanklaagster noemde de 29 jarige vrouw een „zeer kwetsbare” vrouw die steeds meer ging tobben met de opvoeding van haar kinderen. „In haar eigen ogen was ze mislukt. Ze zag geen uitweg meer.” Zelf zei de vrouw dat ze steeds somberder werd en geen wezenlijk contact met de kinderen had. „Ik voelde me meer politieagent dan moeder.” De rechter gaf aan dat de vader vanwege zijn werk vaak weg was.
Volgens de officier van justitie kampte de vrouw na de geboorte van haar vierde kind met een postnatale depressie. Hoewel haar man heeft geopperd hulp te zoeken, vroeg de vrouw die hulp niet. Zelf zei de Staphorster vrouw: „Er is wel over gepraat, maar het is er niet van gekomen.”
In de weken voorafgaand aan het drama heeft de vrouw tot twee keer toe een poging gedaan om zichzelf met enkele van haar kinderen van het leven te beroven.
De vrouw uit Staphorst heeft volgens de aanklaagster een zeer laag zelfbeeld. Een psycholoog en een psychiater achten de vrouw verminderd toerekeningsvatbaar. Ze heeft een psychische stoornis met onder meer borderlinetrekken. Verder heeft ze sterke schuldgevoelens. De onderzoekers achten de kans dat de vrouw in herhaling valt of zichzelf wat aandoet zeker niet uitgesloten.
De onderzoekers omschrijven de 29 jarige verdachte als een „depressieve, zeer neerslachtige” vrouw.
Ze zijn van mening dat de vrouw wel intelligent is, maar zich „onvoldoende” heeft kunnen ontplooien. Volgens de aanklager heeft de 29 jarige vrouw in haar jeugd „nauwelijks warmte en affectie” ontvangen.
De echtgenoot van de Staphorster vrouw zei in een korte verklaring enerzijds zijn overleden dochtertje te vertegenwoordigen en anderzijds zijn vrouw te steunen.
Raadsman mr. J. G. M. Hovius sprak in zijn pleidooi van een „in en intrieste zaak.” Volgens hem was er echter geen sprake van voorbedachten rade omdat de vrouw „zich door haar gemoedstoestand geen rekenschap kon geven van haar voorgenomen daden.”
De advocaat stelde dat het „borderlinesyndroom” van zijn cliënt na de geboorte van haar laatste kind werd verergerd door een postnatale depressie. Zo kon de vrouw in zijn optiek tot haar daad komen. Hovius gaf aan langdurige detentie geen passende straf te vinden, omdat „tijdens deze gevangenschap vermoedelijk geen enkele behandeling zal plaatsvinden.” Wel achtte hij „een intensieve en langdurige tbs behandeling” nodig.
Het verzoek van de advocaat om de zaak achter gesloten deuren te behandelen, wees de rechter af.
In haar laatste woord zei de moeder het „moeilijk” te vinden mogelijk jarenlang zonder de kinderen te moeten leven.