Kamerleden spreken weduwen Rawagedeh
Een drietal Kamerleden heeft in Indonesië toch gesproken met nabestaanden en een overlevende van het bloedbad in 1947 in Rawagedeh.
De parlementariërs Van Bommel (SP), Voordewind (ChristenUnie) en Waalkens (PvdA) hebben zondagmiddag vlak voor hun terugreis naar Nederland in hun hotel een ontmoeting gehad met twee hoogbejaarde weduwen en een overlevende van het bloedbad.Op 12 januari 1947 hebben -volgens een rapport dat in 1969 is opgesteld in opdracht van de Nederlandse regering- Nederlandse militairen meer dan 150 slachtoffers gemaakt bij een „weloverwogen en meedogenloos” optreden in het Javaanse dorp Rawagedeh. Twintig gearresteerde Indonesiërs zouden daarnaast zonder vorm van proces zijn geëxecuteerd.
De nabestaanden van die tragische gebeurtenis willen erkenning van de feiten en financiële genoegdoening.
De vaste Kamercommissie voor Buitenlandse Zaken, vorige week in Indonesië, had besloten niet met de nabestaanden in gesprek te gaan. Enkele Kamerleden werden toch voor een gesprek uitgenodigd. Dat had op zondagmiddag plaats, na afloop van het officiële reisprogramma.
De nabestaanden maakten de Kamerleden duidelijk dat ze vooral streven naar verzoening, in het bijzonder met de Nederlandse veteranen die destijds bij de actie betrokken waren.
SP-Kamerlid Van Bommel heeft de nabestaanden beloofd aandacht te vragen voor hun wens om Nederlandse veteranen naar de herdenking van het bloedbad in Rawagedeh te krijgen.
De Stichting Comité Nederlandse Ereschulden vindt het positief dat het gesprek heeft plaatsgevonden, aldus voorzitter Jeffry Pondaag, maar betreurt het dat zij inzake de financiële genoegdoening voor de nabestaanden geen gehoor vindt bij het kabinet en een meerderheid in de Tweede Kamer.