Het aantal incidentmeldingen blijft onverminderd hoog, zo blijkt uit een woensdag naar buiten gekomen rapport van de Inspectie voor de Gezondheidszorg.In de jaren 2005, 2006 en 2007 ontving de inspectie 59 meldingen over incidenten bij het douchen en baden van patiënten. In veertien gevallen had dat een sterfgeval tot gevolg.

In een maandag verstuurde brief schrijft inspecteur-generaal voor de gezondheidszorg G. van der Wal: „Ik moet constateren dat ondanks de eerdere waarschuwing in 2001 calamiteiten met baden van patiënten nog steeds in substantiële mate voorkomen. Ik acht het, in het kader van veilige zorg voor patiënten, noodzakelijk nadrukkelijker te waarschuwen. Mijn inspectie gaat de veiligheid van patiënten en cliënten scherper handhaven.”

De brief is gericht aan directies en raden van bestuur van instellingen voor verstandelijk gehandicapten, verpleeg- en verzorgingshuizen, thuiszorgorganisaties en ziekenhuizen.

De inspectie onderzocht de incidenten en concludeerde onder meer dat medewerkers onvoldoende rekening houden met apparatuur die niet functioneert. Door een defecte thermostaatknop kan er water met een hogere temperatuur uit de kraan komen dan aangegeven. Ook gebeurt het dat het personeel apparatuur onjuist gebruikt, waardoor chemische reinigingsmiddelen in het badwater terecht komen.

Ook herkennen zorgverleners lang niet altijd pijnsignalen, waardoor de patiënt te lang in contact is met heet water en de ernst van de verbranding toeneemt. Bovendien leven medewerkers protocollen vaak niet na. Zo laten ze patiënten vaak zonder toezicht in bad.

De IGZ wil onder meer dat zorgverleners de watertemperatuur altijd met de hand controleren voordat de patiënt in bad of onder de douche gaat en dat apparatuur zoals een thermostaatknop regelmatig wordt gecontroleerd.