Geld mag nooit doel op zich zijn
Zuinigheid is een goede zaak, vindt Leen Mak , maar een zo groot mogelijk banksaldo mag nooit een doel op zich worden. De kredietcrisis laat opnieuw de waarheid zien van de woorden van de apostel Paulus dat de geldgierigheid een wortel is van alle kwaad.
In de Verenigde Staten woedt op dit moment een hevig debat waarvan het onderwerp wel wordt samengevat als ”Wall Street of Main Street”. Wall Street staat voor het grootkapitaal, de topmannen van de banken en de handelaars die dagelijks voor vele miljoenen door hun handen laten gaan. Main Street, letterlijk vertaald Hoofdstraat, staat voor de gewone man, die daar helemaal niets mee van doen heeft. ”Beursplein of marktplein”, zouden we in het Nederlands zeggen.Centrale vraag bij die discussie is wie de echte schuldigen zijn van de huidige financiële crisis. De ene partij legt de schuld bij de hebzucht en ander verwerpelijk gedrag van bankdirecteuren en aandelenhandelaars. De andere kant wijst naar de gewone man wiens zucht naar nog meer luxe (die hij zich eigenlijk helemaal niet kon veroorloven) aan de wortel ligt van de problemen. Het antwoord ligt hoogstwaarschijnlijk in het midden: allebei.
Als dat zo is, zullen beide hun eigen drijfveren en hun eigen gedrag tegen het licht moeten houden. Dat geldt niet alleen voor de VS, maar ook voor de situatie in Nederland. De mensen van Beursplein 5 hebben hun verantwoordelijkheid te nemen, en de mensen van het marktplein, de gewone man dus, evengoed.
Dat vraagt om een fundamentele verandering van denken. Het betekent in het groot en in het klein dat de vraag hoe we zo veel mogelijk geld bij elkaar kunnen krijgen een veel minder prominente plaats moet krijgen dan hij nu heeft.
Milieu
Die moeilijke les moeten ook de gewone reformatorische man en vrouw zich aantrekken. Dat zal niet meevallen. Ook (of misschien wel juist?) in reformatorische kringen zijn we er heel erg aan gewend geraakt om maximaliseren van ons banksaldo als een goed doel te zien.
Daar zit van oorsprong een goede reden achter. Juist reformatorische christenen zijn zich er zeer van bewust te werken met geleend goed. Alles wat we hebben moeten we eens weer afstaan. Dat vraagt om zorgvuldig beheer, om zuinigheid.
Maar als die zuinigheid wordt versimpeld tot streven naar een zo groot mogelijke opbrengst in termen van geld, dan gaat het middel heersen over het doel. Dat kan de bedoeling niet zijn.
Dat is bijvoorbeeld te merken aan de stand van het milieu. Als financiële redeneringen de doorslag geven, zullen we bijvoorbeeld een defecte wasmachine weggooien in plaats van hem te laten repareren. Het gevolg is dat een grote hoeveelheid metaal en plastic veel eerder op de vuilnisbelt terechtkomt dan technisch nodig en vanuit milieuoogpunt gewenst is. Niet bepaald een teken van goed en zuinig beheer.
In het RD van 2 oktober werden in de rubriek ”Fiscaliteiten” twee opmerkingen gemaakt die in dit verband wel nadere overweging mogen hebben. De eerste was: „Door nog voor het einde van dit jaar bijvoorbeeld een begrafenisverzekering af te sluiten, kan iemand een extra aftrekpost in de inkomstenbelasting creëren.”
Interessant
Mijns inziens mag de enige reden en overweging bij het sluiten van een begrafenisverzekering zijn dat je hebt te zorgen dat nabestaanden niet met voor hen onbetaalbare begrafeniskosten worden geconfronteerd. Het creëren van een extra aftrekpost (hetgeen gelijk is aan minder belasting betalen, hetgeen gelijk is aan meer geld in je zak houden) mag daarbij volkomen buiten beschouwing blijven.
De tweede opmerking was: „In het algemeen is het echter interessanter om overlijdenskosten in de aangifte inkomstenbelasting af te trekken dan in de aangifte successierecht.” Het gaat nu niet om de belastingtechnische zaak die hier ter sprake komt. Het gaat om het gebruik van het woord ”interessanter”.
Dat woord wordt in het algemeen gebruikt om iets te beschrijven dat onze nadere aandacht verdient. Dat kan van alles zijn: een interessante geschiedenis, een interessant mens. Maar blijkens de geciteerde zin wordt dit woord gebruikt als synoniem voor meer geld in je zak houden. Een voorbeeld van verhullend taalgebruik.
Als we het nog niet wisten, dan is de laatste maanden en weken wel onontkoombaar duidelijk geworden dat Paulus helemaal gelijk had toen hij, geïnspireerd door de Heilige Geest, schreef: „Want de geldgierigheid is een wortel van alle kwaad.” Laten we deze oude les allemaal ter harte nemen, of we ons nu meer op het Beursplein thuis voelen of op het marktplein.
De auteur is lezer te Huizen.