Christenen ontvluchten Noord-Irak
Duizenden christenen hebben de Iraakse stad Mosul verlaten. Ze zijn dit weekeinde op de vlucht geslagen voor een nieuwe golf van geweld in de tweede stad van het land. Premier Al-Maliki stuurt duizend extra politieagenten naar de regio om de christenen te beschermen.
Alleen al de afgelopen week vertrokken 3000 christenen uit de stad, zei de gouverneur van de noordelijke provincie Nineveh zaterdag. De meesten hebben toevlucht gezocht in kerken en kloosters of bij familie in omliggende christelijke plaatsen.De golf van moorden begon eind september. Sindsdien zijn zeker elf christenen gedood in de noordelijke stad, van wie zeven in de afgelopen week. Zaterdag werden de huizen van drie christelijke families in Mosul opgeblazen.
Katholieke leiders hebben het geweld scherp veroordeeld. Volgens aartsbisschop Louis Sako van Kirkuk zijn christenen in Irak het slachtoffer van „een campagne van zuivering, moord en bedreiging.” Paus Benedictus XVI riep de gelovigen op te bidden voor de Iraakse christenen.
Om het geweld de kop in te drukken heeft de Iraakse regering meer dan duizend agenten naar Mosul gestuurd. De Iraakse premier Al-Maliki zegde gisteren toe de „zonen van deze geloofsgemeenschap” te beschermen.
De gevluchte christenen behoren voornamelijk tot de Chaldeeuws-Katholieke Kerk, een stroming die zich in 1552 afsplitste van het oosterse christendom. Door de band met de westerse kerk worden de gelovigen door radicale moslims beschouwd als handlangers van de buitenlandse troepen in Irak.
De islamisten zijn voornamelijk actief in de omgeving van Mosul, volgens de Amerikaanse strijdkrachten een van de laatste Iraakse bolwerken van terreurnetwerk al-Qaida.
Sinds de Amerikaans-Britse inval in Irak in 2003 zijn met enige regelmaat christelijke geestelijken vermoord of ontvoerd. Ook gebouwen van de christelijke gemeenschap worden geregeld belaagd. Bij een gelijktijdige aanval op vier kerken in Bagdad en een in Mosul vielen in augustus 2004 zeker elf doden en tientallen gewonden. Enkele maanden later werd het bisschoppelijke paleis van Mosul opgeblazen.
Door het geweld is het aantal christenen in Irak inmiddels aanzienlijk gedaald. Volgens de volkstelling van 1987 waren er destijds 1,4 miljoen gelovigen in het overwegend islamitische land. Ten tijde van de Amerikaans-Britse inval in Irak in 2003 was het aantal christenen teruggelopen tot onder de 1 miljoen. Sindsdien is de christelijke gemeenschap volgens mensenrechtenorganisaties nog eens gehalveerd. De gelovigen zijn gevlucht naar het Westen of vermoord.
De moorden op christenen in Mosul baren ook de Assyrische christenen in Nederland veel zorgen. Volgens CDA-raadslid S. Gabriël uit Enschede moet de Nederlandse regering de Iraakse ambassadeur op het matje roepen om tekst en uitleg over het geweld tegen christenen in Noord-Irak te geven. In een persbericht noemt hij het onbegrijpelijk dat de gebeurtenissen van de afgelopen dagen „onder toeziend oog van de VS” hebben kunnen plaatsvinden.