Winkelcriminaliteit
Een van de gevaren van de economische recessie zoals die zich nu voordoet, is dat mensen langzamerhand het idee krijgen dat een crisis zich vooral in cijfers laat uitdrukken. De AEX daalt op maandag met 9 procent. En op dinsdag met 1 procent. En op woensdag met 8 procent. De conclusie is duidelijk: er is wat aan de hand.
De gedachte daarachter is dat iets alleen bestaat als het meetbaar is en dat het alleen belangrijk is als het toe- of afneemt. Maar ook het verhaal áchter de cijfers is van belang. Dat blijkt bijvoorbeeld uit gegevens die donderdag verschenen, over de omvang van het aantal winkeldiefstallen. Daarachter gaat iets schuil wat moeilijk meetbaar is: een verandering van de moraal, van het denken over goed en kwaad.Het Platform Detailhandel Nederland trekt donderdag aan de bel. De schade door winkeldiefstal, fraude en inbraken bedroeg in 2007 645 miljoen euro. De winkeliers gaven bovendien 290 miljoen euro uit aan preventie, zodat de totale schadepost richting een miljard euro gaat. Het aantal aangiftes van winkelcriminaliteit is 6 procent hoger dan vorig jaar: 33.100.
Maar belangrijker is het getal dat ontbreekt. Het platform schat dat het werkelijke aantal gevallen van winkelcriminaliteit zeker veertig keer hoger is en er is dus sprake van minstens 1 miljoen diefstallen of inbraken. Dat deze cijfers niet precies bekend zijn, komt omdat winkeliers steeds minder vaak aangifte doen. En de reden daarvoor is dat er weinig of niets met hun aangifte gebeurt. Slechts een op de zes aangiftes leidt daadwerkelijk tot straf. De capaciteit van politie en justitie schiet tekort, vindt het platform.
Tussen de regels door blijkt echter dat er nog een andere reden is waarom winkeliers liever niet naar het politiebureau gaan. Aangiftes leiden niet zelden tot bedreigingen. Een triest voorbeeld daarvan kwam vorige week naar buiten: een groep Marokkaanse jongeren kwam verhaal halen bij een supermarkt die aangifte had gedaan. Daaruit blijkt ook een ander fenomeen dat achter de cijfers schuilgaat: steeds vaker gaat het om jonge winkelcriminelen, die optreden in groepjes en door hun vernielzucht grote schade aanbrengen. Ook bendes uit Oost-Europa en de Balkan zijn in opkomst.
Het rapport van de detaillisten is dus om diverse redenen verontrustend. Het veronderstelde tekort aan inzet door politie veroorzaakt enerzijds angst en tegelijkertijd een soort gelatenheid bij de winkeliers. Dat leidt tot een neerwaartse spiraal, waarbij criminelen hun pakkans zien afnemen terwijl hun potentiële buit groeit.
Het doorbreken van deze vicieuze cirkel moet daarom hoge prioriteit krijgen. De angst en de gelatenheid slaan immers over van de winkeliers naar de klanten en zo naar de bredere samenleving. Dat kan er enerzijds toe leiden dat jongeren het baldadige en criminele gedrag steeds gewoner gaan vinden of daar zelfs aan meedoen. Tegelijkertijd groeit de vreemdelingenhaat en neemt de roep om harde maatregelen en eigenrichting toe.
De aanpak moet dus niet alleen bestaan uit meer camera’s, detectiepoortjes, pinautomaten en burgersurveillanten. Er is een andere mentaliteit nodig waarbij winkelcriminaliteit volstrekt onacceptabel is, terwijl aangifte, opsporing en straf vanzelfsprekend zijn.