Wees vasthoudend bij aanvraag van een lintje
Wie een lintje voor iemand aanvraagt, moet zich niet te snel laten afschepen door een ambtenaar, stelt Bert van Nieuwenhuizen. Hij reageert op prof. dr. W. J. op ’t Hof, die betreurt dat het hem niet is gelukt een lintje voor zijn vrouw te verkrijgen (RD van vrijdag).
In de column Goed Bekeken gaat prof. dr. W. J. op ’t Hof in op de koninklijke onderscheiding die hij mocht ontvangen en het Nederlandse decoratiestelsel in het algemeen. Hij stelt met spijt vast dat het hem eerder niet gelukt was een lintje voor zijn vrouw te verkrijgen.Volgens prof. Op ’t Hof verdient zijn vrouw een koninklijke onderscheiding. „Dit wegens het opvoeden van een talrijk gezin in combinatie met het klaarstaan voor de gemeenten. Mij werd toen te kennen gegeven dat dit niet kon.”
Prof. Op ’t Hof stelt -terecht- deze houding van de overheid niet te begrijpen. Deze ervaring van hem wil echter niet zeggen dat maatschappelijk verdienstelijke vrouwen zoals zijn echtgenote niet voor een lintje in aanmerking zouden komen. Hoe vreemd het wellicht klinkt: het ligt er maar net aan hoe de gemeente waar je het lintje aanvraagt daarmee omgaat.
Een lintje moet je altijd aanvragen in de plaats van inwoning van de beoogde decorandus. Bij de burgemeester, die het advies inzake lintjes in zijn wettelijke takenpakket heeft zitten. In de praktijk laten echter veel burgemeesters dat over aan een ambtenaar. En bij die ambtenaar kan er -helaas- wel eens sprake zijn van willekeur (of gemakzucht).
Het is uiteindelijk niet de burgemeester (of zijn ambtenaar) die beslist over een lintje, maar het Kapittel voor de Civiele Orden in Den Haag. Dat is een commissie van enkele mensen met grote verdiensten in het maatschappelijk leven, benoemd door de minister van Binnenlandse Zaken.
Het kapittel toetst alle aanvragen voor een lintje aan de door het parlement opgestelde wettelijke criteria. Sinds de herziening -en democratisering- van het decoratiestelsel is de mogelijkheid ook aan vrouwen met maatschappelijke verdiensten een lintje toe te kennen, zeer verruimd. De afgelopen twaalf jaar is het aandeel van vrouwen onder de gedecoreerden fors gestegen.
Doorzendplicht
Hierbij waren ook verschillende predikantsvrouwen en diverse keren is al een lintje opgespeld bij twee echtelieden (gelijktijdig) voor hun verdiensten voor het kerkelijk leven. Dat is nu juist het aardige van de herziening die twaalf jaar terug is doorgevoerd. In deze optiek maakt ook de echtgenote van prof. Op ’t Hof (en vele andere echtgenotes in den lande) kans op een lintje!
Het is maar net hoe de burgemeester (of ambtenaar die hem vervangt) de aanvraag beschouwen wil. Overigens: een burgemeester heeft altijd de plicht een aanvraag voor een lintje door te zenden naar het kapittel in Den Haag, ongeacht wat hij zelf van die aanvraag vindt (de zogenoemde doorzendplicht.) Dat doorzenden gaat via de commissaris der Koningin, die overigens ook weer doorzendplicht heeft naar het kapittel.
Uiteindelijk beslist het kapittel, Hare Majesteit de Koningin bekrachtigt die beslissing met haar handtekening. Hoed u bij het aanvragen van een lintje voor gemakzuchtige burgemeesters en ambtenaren, laat u zich niet te snel de stoep van het gemeentehuis afsturen!
De auteur is schrijver van twee boeken over het Nederlandse decoratiestelsel: ”Hoe komt een gewoon mens aan een lintje” en ”Een lintje” (uitg. Aspekt).