Fusie oecumenen, hervormden en gereformeerden rond
Een natuurlijk fusieproces én een nieuwe uitdaging naar de wereld toe. Zo zien dr. Richard van Houten en dr. Setri Nyomi de fusie van de Gereformeerde Oecumenische Raad (GOR) en de Wereldbond van Hervormde en Gereformeerde Kerken (WARC) tot de nieuwe World Communion of Reformed Churches. Van Houten en Nyomi zijn algemeen secretaris van respectievelijk de GOR en de WARC.
De besturen van beide organisaties zijn deze week in Utrecht bezig om de fusie uit te werken. De fusie moet officieel haar beslag krijgen tijdens een gezamenlijke conferentie in juni 2010 in Grand Rapids (VS). De eenheid is formeel echter in kannen en kruiken nadat daaraan een voorbereiding van enkele jaren is voorafgegaan. In 2006 stuurden beide organisaties al een gezamenlijke brief aan hun lidkerken om te polsen hoe zij stonden ten opzichte van een fusie.De beide secretarissen constateren dat er binnen hun eigen organisaties geen bezwaren waren om samen te gaan. De reacties van de lidkerken luidden volgens hen voor ongeveer 75 procent „zonder meer positief.” Bij de resterende 25 procent ging het vooral om allerlei praktische vragen die nog om een antwoord vroegen. De komende twee jaar wordt hier nog hard aan gewerkt.
Van Houten: „Het is opvallend dat er unanimiteit was over de grondstructuur van de nieuwe organisatie. De fusie is een zaak van natuurlijke evolutie. Binnen de GOR groeide het aantal leden dat lid was van de WARC van een derde naar twee derde. Daarnaast groeide de GOR uit naar een organisatie waarin een minder strikt standpunt aangehangen werd ten aanzien van de historische belijdenisgeschriften. De GOR herkende in de WARC verbondenheid met de historische gereformeerde confessies.”
Eigen tradities
De twee organisaties hebben hun eigen tradities. Van Houten wijst op de traditionele benadering van de GOR, waar doorgaans vanuit „Bijbels-gereformeerd” oogpunt zaken aan de orde werden gesteld.
Nyomi ziet de WARC breder: „Het is een organisatie die gereformeerd wil zijn, maar die dat ook wil communiceren in de wereld. We putten inspiratie uit het geloof, maar vandaar uit moet de kerk zich ook uitspreken over actuele kwesties in de wereld, zoals gerechtigheid, vrede, geweld en armoede.”
Van Houten ziet op dit punt een verschil met de GOR. „Onze geschiedenis is een geschiedenis van conflicten geweest, over allerlei theologische kwesties, maar ook over de apartheid in Zuid-Afrika. We hadden liberale en conservatieve leden onder ons en die sloten elkaar uit. Sommigen verlieten ons daardoor. We hebben in de WARC nu een gemeenschap gevonden waarin de tegenstellingen niet langer tot conflicten leiden. Onze lidkerken zullen zich zeker herkennen in die bredere gemeenschap van de WARC.”
De geschiedenis van beide organisaties neemt met de fusie een einde. Er wordt iets totaal nieuws geboren, de World Communion of Reformed Churches (WCRC). Nyomi: „Het is dus niet zo dat de ene organisatie in de andere opgaat. Er komt een geheel nieuwe organisatie die een nieuw ethos moet brengen van de kerk in de wereld.”
Naast de nieuwe organisatie zijn de Lutherse Wereldfederatie en de Wereldraad van Kerken actief. Beide oecumenische kerkfamilies hebben hun eigen plaats in het oecumenische circuit ingenomen, de ene vertegenwoordigt de lutherse kerken, de andere een bonte mengeling van uiteenlopende geloofsrichtingen. In de Wereldraad van Kerken participeren ook lidkerken van zowel de GOR als de WARC, zoals de Protestantse Kerk in Nederland.
De nieuwe loot aan de stam van de oecumene wil specifieke thema’s aan de orde stellen. Nyomi noemt ”de eenheid van de kerk in de Geest” als hét grote thema op weg naar de feestelijke fusieplechtigheid in 2010. Wat hem ook zwaar weegt, is de problematiek van de vrede, het vraagstuk van man en vrouw, de betrokkenheid van jongeren bij kerk en zending.
ICRC
Aan de rechterflank van de WCRC zal de International Conference of Reformed Churches (ICRC) haar plaats blijven innemen. De ICRC is ontstaan als een alternatieve GOR, vanwege kritiek op de koers van de GOR en het feit dat de Gereformeerde Kerken in Nederland lid van de GOR konden blijven ondanks de liberale opvattingen in dit kerkverband.
Van Houten heeft het ontstaan van deze organisatie meegemaakt na enkele turbulente GOR-assemblees eind vorige eeuw waarin onder meer vragen rond Schriftgezag en homoseksualiteit aan de orde kwamen. „We hebben de ICRC uitgenodigd op onze vergaderingen, maar zij had kennelijk redenen om dat niet te doen. Een van de mooie zaken van de oecumene is dat je mensen ontmoet in hetzelfde huis waarmee je wilt samenwerken. Ik ben ervan overtuigd dat degenen die bezwaar hebben tegen de GOR veel mooie dingen zullen tegenkomen in de statuten van de nieuwe organisatie.”
Dat neemt niet weg dat de GOR zijn grenzen heeft verlegd én veranderd is, erkent Van Houten. „Ik ben opgegroeid met de catechismus en heb geleerd dat het ene standpunt goed was en het andere fout. Nu ik volwassen ben geworden, ontdek je nieuwe dingen. Een voorbeeld is de discussie over de vrouw in het ambt. Tachtig procent van de wereldkerk heeft daar moeite mee, maar ik denk dat de vrouw in het ambt een juist standpunt is. En dan is het belangrijk dat je samen met elkaar over deze kwesties kunt spreken zonder elkaar af te schrijven.”