Het ware, rechtvaardigende geloof is een genade die niet wordt afgemat door alles wat de satan kan doen. De gelovige overdenkt het Woord en grijpt moed. Hij strijdt en roept om hulp. Door dat strijden en roepen naar de hemel om hulp, breekt hij door alle tegenstand en zwarigheden heen, die zo groot en machtig schenen. Totdat hij eindelijk tot Christus komt, waar hij zijn ziel dan neerlegt in de schoot van Christus en rust vindt nadat hij zo wonderlijk op en neer is geschokt.Het is zeker dat de Heere de ziel die Hij zalig wil maken, behoudt. Hij vergeeft en beveiligt haar voor de dood en de vloek die zij door haar zonden heeft verdiend. Hij laat haar dat echter nog niet weten, doch zij gaat sterk met haar verzoek tot God om dat te mogen weten.

Wij moeten alleen dit onderscheid maken tussen God en de koningen van deze wereld, dat God de zondaar niet kan vergeven eer deze door de gerechtigheid van Christus rechtvaardig voor Hem staat. Dat is zo omdat Hij in Zijn rechtvaardig oordeel bedreigd en vastgesteld heeft dat allen die niet rechtvaardig zijn, de dood zullen sterven.

Ik zeg het nog eens, omdat dit Góds rechtvaardigheid is, waar Hij alleen meester van is om die te schenken. Daarom moet Hij eerst de mens rechtvaardig maken eer Hij hem zijn zonden kan vergeven of hem enige zegeningen kan schenken. Dat zijn dan Zijn Geest en de genade van Zijn Geest.

John Bunyan, predikant te Bedford (De farizeeër en de tollenaar, 1775)