„Marktdenken helpt niet tegen secularisatie”
„Marktdenken in de kerk biedt geen soelaas voor de voortgaande secularisatie.” „Het ontbreekt de kerken in Nederland aan marktbewustzijn en een goede marketingbenadering.”
Deze twee meningen stonden zaterdagmorgen tegenover elkaar tijdens het symposium ”Het Evangelie in de uitverkoop?” De bijeenkomst werd gehouden in de Amsterdamse Mozes en Aäronkerk, pal naast de markt van het Waterlooplein, en was georganiseerd door de Stichting tot Heil des Volks in samenwerking met de George Whitefieldstichting.Aanleiding voor het symposium was de verschijning van het boek ”Marktdenken in de kerk. Gaat het Evangelie in de uitverkoop?” dat de twee organisaties samen op de markt hebben gebracht. Het gaat om een vertaling van ”This little church went to market” van de Amerikaanse evangelicale predikant dr. Garey E. Gilley. Henk van Rhee, directeur van Tot Heil des Volks, bood zaterdag het eerste exemplaar aan aan Peter Kos, voorzitter van de Evangelische Alliantie.
Klant koning
Jeroen Bol, voorzitter van de George Whitefieldstichting, liet in een drietal stellingen geen misverstand bestaan over het belang van het boek van dr. Gilley. „Het laat zien dat het marktdenken niet werkelijk soelaas biedt voor de voortgaande secularisatie en dit ook niet kan hebben. Het toont aan dat de marketingaanpak van onder andere Willow Creek en Saddleback Church in de Verenigde Staten op gespannen voet staat met het wezen van het Evangelie. Het boek houdt een pleidooi om de Bijbel zelf weer werkelijk leidraad te laten zijn voor het functioneren van de plaatselijke gemeente.”
Bols betoog kwam erop neer dat marketing niet neutraal is, omdat het een totaalconcept is dat de behoeften van de mensen centraal stelt en waar de klant koning is. „Het liefhebben van God gaat in tegen de fixatie op die behoeften.” Hij toonde zich overigens geen tegenstander van een goede communicatie van het Evangelie en het opzetten van missionaire programma’s.
Gewaad van cultuur
De mening van dr. Sake Stoppels, universitair docent kerkopbouw aan de Vrije Universiteit, stond haaks op die van Bol. „De kerk gaat altijd gehuld in het gewaad van de cultuur”, zei hij.
Stoppels vindt het niet meer dan logisch dat kerken gebruikmaken van marketing. „Het ontbreekt de kerken in Nederland aan marktbewustzijn en een goede marketingbenadering”, stelde hij zelfs.
De VU-docent was negatief over het boek van Gilley, dat hij te exclusief vond varen op het kompas van Paulus, die volgens hem „niet de enige koopman is op de veelkleurige markt van het Oude en het Nieuwe Testament.” Verder vroeg hij zich af of het marktdenken in de kritiek van dr. Gilley op kerkleiders als Rick Warren en Bill Hybels werkelijk het springende punt is. „Het lijkt uiteindelijk veel meer neer te komen op een verschil in theologische positie.” Volgens Stoppels plaatst dr. Gilley zich boven andere christelijke aanbieders op de markt door te menen dat zijn aanbiedingen meer dan die van anderen een „goddelijk keurmerk” dragen.
Vijandschap
Tijdens de daaropvolgende paneldiscussie zei Stoppels dat de kerk in deze tijd niet moet beginnen met de boodschap dat de mens een vijand van God is, maar moet aansluiten bij de tijdgeest. Die woorden lokten een reactie van ds. W. Dekker van de IZB (voor zending in Nederland) uit, die zich afvroeg of het punt van de vijandschap van de mens tegenwoordig in de prediking überhaupt wel aan de orde komt. Ds. Dekker vindt het wel van belang om te weten wat de behoeften van de mensen zijn, maar wees tegelijkertijd op het tegendraadse van het Evangelie dat aan de orde moet komen.
Peter Kos, die het boek van Gilley erg negatief vond, zag geen tegenstelling tussen de behoeften van het Evangelie en het centraal stellen van God. „Jezus richtte Zich op de behoeften van de mens”, stelde hij. „Het gaat erom dat mensen bij het kruis worden gebracht.”
De bezoekers van het symposium waren het in grote meerderheid eens met de stelling dat evangelische gemeenten die de focus vooral leggen op bezoekersaantallen, laagdrempeligheid en beleving verkeerd bezig zijn.
Een aanwezige zei dat het de laatste tijd in de prediking altijd maar gaat over een God Die liefde is. „Gelooft men nog wel in de verlorenheid van de mens?” vroeg hij zich af. Zijn reactie daarop dat het geloof in een God van gerechtigheid moeilijk maar noodzakelijk is, ook voor verwende westerlingen, kreeg veel bijval in de zaal.