Confirmatiedienst in Groenlands kostuum
Zondagmorgen, negen uur. Het geklepper van kerkklokken waaiert over Nuuk, de 15.000 inwoners tellende hoofdstad van Groenland. Het geluid komt uit de klokkentoren van de rode houten basiliek, het evangelisch-lutherse kerkje dat ooit gebouwd werd door de Noorse zendeling Hans Egede. In de buurt van de kerk lijken de mensen de verkeerde kant op te lopen, van de kerk weg in plaats van ernaartoe. De reden wordt echter al snel duidelijk; de kerk zit bomvol.
De Groenlandse gemeenschap lijkt massaal te zijn opgekomen. Er vindt deze dag namelijk een confirmatiedienst plaats. Vierentwintig jongeren van ongeveer dertien, veertien jaar zullen ja zeggen tegen het lutherse geloof en een belijdenis afleggen. De dienst begint met orgelspel en de gemeente zingt een Groenlandse hymne.In de wijs van de hymnen is duidelijk de Europese invloed te herkennen; de hymnen zijn ooit vanuit het Deens in het Groenlands vertaald. De priester, een Groenlandse vrouw met getinte huid, donker haar en een bril, staat voor in de kerk, gehuld in een witte toga. Als de gemeente zwijgt, zingt ze solo verder. Het klinkt hoog en helder door het oude kerkje.
Nationaal kostuum
Boven het gangpad hangen, behalve gouden kroonluchters, ook miniatuurzeilboten. In het gangpad zitten de confirmanten. Rechts de jongens, links de meisjes - allen in nationaal kostuum. De jongens dragen witte jasjes met capuchon, een zwarte broek en ”kamiks”, laarzen. De dracht van de meisjes is fleuriger. Zij dragen een rood jasje met daarover een soort kraag van kleurige kraaltjes. Daaronder een broekje van zeehondenbont. Aan hun voeten dragen ze kamiks die tot over hun knieën reiken.
De confirmatie is een van de eerste gelegenheden in hun leven waarbij de jongeren hun kostuum dragen. En dat is nog best wennen. De kostuums zijn enorm zwaar en erg warm. De meisjes wuiven zich dan ook regelmatig wat koelte toe met hun liturgieblaadje. De 25-jarige Ane-Marie Ottosen kan zich haar belijdenis ruim tien jaar geleden nog goed herinneren. „Ik had mijn kostuum net nieuw en mijn laarzen waren nog niet zo soepel. Ze zijn namelijk gemaakt van gedroogde zeehondenhuid en dat is stug materiaal. Omdat ze tot over je knieën komen, moest ik de hele dienst met gestrekte benen zitten. Drie uur lang.”
Na het zingen van een paar hymnen en het lezen van gedeelten uit de Bijbel, beklimt de priester de preekstoel, links voor in de kerk. Haar witte toga heeft ze ondertussen verwisseld voor een zwarte. Ze leest een tekst op en de mensen doen mee. Haar stem klinkt helder tegen het donkere gemompel van de gemeente. Na weer een hymne noemt de priester de namen van de confirmanten. Ze loopt naar het altaar en richt haar blik op het kruis voor in de kerk. Ze draait zich weer om en de confirmanten komen naar voren. Ze vormen een halve cirkel rond de priester.
Als ze de geloofsbelijdenis voorleest, zeggen de jongeren haar na. Vervolgens draait de priester zich om, knielt voor het altaar en bidt. Het moment is aangebroken. De priester noemt een naam en de eerste jongen stapt naar voren. Hij buigt zijn hoofd en de priester houdt haar hand erboven. Ze spreekt een zegen uit, terwijl de familie van de jongen staande toekijkt. Dit ritueel herhaalt zich 24 keer. Bij nummer 23 draait één van de eerste jongens zich om, lacht breed en zwaait even naar zijn familie.
Zelfmoord
De 40-jarige Aviaaja Rohmann-Pedersen vormt samen met drie andere priesters het kwartet voorgangers van de evangelisch-lutherse kerk in Nuuk. „Mei en juni zijn dé confirmatiemaanden”, vertelt ze. Elke week is er wel een dienst. Om confirmatie te kunnen doen, moeten de jongeren eerst een half jaar catechisatie volgen.
De catechisatielessen zijn volgens Rohmann erg belangrijk. „Wij kunnen hun wat voor later meegeven. Hier in Groenland komt bijvoorbeeld veel zelfmoord voor, vooral onder jonge mannen. Dat het vooral onder mannen voorkomt, is niet wetenschappelijk te verklaren. Ik heb echter wel een theorie. Binnen de Groenlandse Inuitcultuur werden de jongens altijd erg verwend. De meisjes hielpen in het huis, ze moesten koken en altijd maar ja zeggen tegen de mannen.
Dit is nu veranderd. Meisjes zijn mondiger geworden. Wanneer een jongen die hevig verliefd is door een meisje wordt afgewezen, stort zijn wereld in. Hij weet niet hoe hij daarmee moet omgaan. Het is als kerk moeilijk om dat aan te zien. Met de confirmatiestudenten staan we daarom regelmatig stil bij suïcide.”
Staatskerk
De Lutherse Kerk is de staatskerk van Groenland en krijgt als enige geld van de overheid. „Behalve als kerk fungeert de kerk ook als registratieloket”, vertelt Rohmann. „Wanneer er een kind geboren wordt, gaat de vader niet naar het gemeentehuis om aangifte van geboorte te doen, maar naar de kerk. Ongeacht of hij luthers is of niet. Dat vind ik een slechte zaak. Kerk en staat moeten op dit vlak gescheiden worden.”
Hoewel 90 procent van de Groenlanders lid is van de lutherse kerk, lijkt religie afgemeten aan het kerkbezoek geen grote rol te spelen in het dagelijks leven van de Groenlanders. De twee Groenlandstalige diensten trekken samen 100 tot 150 bezoekers per zondag. Opgeteld met de gemiddeld vijftien mensen die de Deenstalige dienst bezoeken, is dit een karige oogst voor de grootste kerk in een stad met 15.000 inwoners.
„Maar”, zegt Rohmann, „wanneer er ziekte is of problemen zijn, komen de mensen vaak wel naar de kerk. Wij bidden dan met hen en vertellen dat God er voor hen is.” Ook belangrijke ceremonies die zich afspelen in de kerk, zoals dopen, trouwen, confirmaties en begrafenissen, zijn voor de Groenlanders nog steeds erg belangrijk.
Natuurgodsdienst
Ondanks het geringe aantal kerkgangers bij de reguliere diensten, blijft het een feit dat 90 procent van de Groenlanders zich bekeerd heeft tot het christendom. Opvallend als je bedenkt dat het land 300 jaar geleden volledig werd bevolkt door Inuit, die een natuurgodsdienst aanhingen. Dankzij Hans Egede, een Noorse zendeling die in 1728 in Groenland arriveerde, zijn de Inuit gekerstend.
„Deze massale geloofsomslag kon waarschijnlijk plaatsvinden omdat het christendom een veel prettigere godsdienst was”, legt Rohmann uit. „Vooral de vrouwen waren erg blij met Egedes komst. Het Inuitgeloof bracht veel regels met zich mee, met name voor de vrouwen. Tijdens hun menstruatieperiode mochten ze bijvoorbeeld veel producten niet eten en moesten ze zich isoleren. Van Egede hoefden ze deze regels echter niet meer te volgen; zo kreeg Egede veel vrouwelijke volgelingen. Zij namen hun mannen weer mee en zodoende is Groenland een christelijk land geworden.
Wat ook meespeelde in de opmars van het christendom was de aanwezigheid van walvisvaarders in de 18e eeuw op Groenland. Onder hen waren ook veel Nederlanders. De walvisvaarders namen hun christelijke geloof mee naar Groenland en omdat veel walvisvaarders met een Groenlandse trouwden, ontstond er een soort mixgodsdienst.”
Hoewel de Evangelisch-Lutherse Kerk veruit de grootste is in Nuuk, hebben ook andere religies en bewegingen hun aanhangers in Nuuk. Zo zijn er een actieve pinkstergemeente, een nieuwapostolische kerk, een afdeling van de Jehova’s getuigen en een vijftigtal aanhangers van het bahaigeloof. Dit bahaigeloof is ontstaan in Perzië als stroming binnen de Islam. Inmiddels is het een onafhankelijke godsdienst geworden en heeft het zijn volgelingen zelfs in Groenland. Ook de Rooms-Katholieke Kerk heeft een parochie in Groenlands hoofdstad. De ongeveer 25 leden vormen een internationaal gezelschap. Hun achtergrond varieert van Deens tot Belgisch en van Ghanees tot, jawel, zelfs Nederlands.