Goede herinneringen
Daar lag het! Snuffelend tussen de tweedehands boeken op de Lees & Luisterbeurs in Zwolle vond ik een oud jongensboek dat ik al jaren graag weer eens in handen wilde hebben. Op dat moment was ik er niet eens actief naar op zoek, dus de verrassing was aangenaam. De prijs trouwens ook: voor 2 euro kon ik een gaaf exemplaar van ”De ’horde’ van 1b” meenemen.
”De ’horde’ van 1b”. Ja, zo heette het. Toen ik het boek dertig jaar geleden las, opgediept uit de ouderlijke boekenkast, was het al tamelijk bejaard - de eerste druk verscheen in 1946. Daarna ben ik het uit het oog verloren. De naam van de schrijver, de titel en grote delen van de inhoud verdwenen geruisloos in de duistere uithoeken van de hersenen. Alleen een paar verhaalfragmenten bleven aan de oppervlakte drijven. Een stel jongens gaat voor het eerst kamperen. Een ontgroeningsritueel. En ook nog iets met spoorzoeken en een smokkelbende.Het valt niet mee om met deze gebrekkige informatie op internet zo’n boek te zoeken. ”Jongensboek” en ”kamperen” als trefwoorden intikken op Google levert geen bruikbare informatie op. De zoekmachine wil concrete gegevens: auteursnaam, titel, uitgever desnoods.
Eigenlijk lijkt Google veel op het menselijke geheugen. Als je het goede woord weet te vinden, dan gaat het informatielaatje open. Want gegevens over het boek, bleek achteraf, staan wel degelijk op internet. En die boektitel zat beslist ergens in mijn eigen geheugen opgeslagen. Hoe komt het dan toch dat die informatie zo lang onbereikbaar bleef? Dat je er pas bij kunt als je de juiste associatie hebt, dankzij een woord, een geur, een beeld?
Over dat probleem heeft dr. Douwe Draaisma, bijzonder hoogleraar in de geschiedenis van de psychologie, interessante boeken geschreven. Zijn meest recente pennenvrucht, ”De heimweefabriek”, gaat in op de wonderlijke werking van het menselijke geheugen. Het boek is genomineerd voor de AKO-literatuurprijs van dit jaar. Eigenlijk is het geen boek om vrolijk van te worden. Het langetermijngeheugen (er zijn 256 soorten geheugen) is maar een onbetrouwbaar instrument. We zijn om te beginnen al zeer selectief in het opslaan van onze ervaringen. Sommige dingen blijven wel hangen, andere niet. Waarom onthouden we dingen? Kennelijk omdat we op dat moment een bepaalde emotie bij die gebeurtenis hadden die ervoor zorgde dat we hem in ons geheugen opsloegen. Maar waar komt die dan vandaan?
Zorgelijker is het verschijnsel dat we ons dingen kunnen herinneren die we niet hebben meegemaakt. Draaisma noemt als voorbeeld de Engelse neuroloog Oliver Sacks. Hij kon gedetailleerd beschrijven hoe tijdens de Tweede Wereldoorlog bij hem in de tuin in Londen een brandbom terechtkwam. Hij was toen een jaar of acht. Pas veel later hoorde hij dat hij dat niet meegemaakt kón hebben, omdat hij toen buiten Londen op een kostschool zat. Zijn ’herinnering’ bleek gebaseerd op een kleurrijke brief die hij van zijn broer kreeg.
Kennelijk is ons geheugen gedurende ons leven vatbaar voor aanpassingen. Draaisma schrijft: „Het geheugen construeert een telkens wisselend verleden.” Foto’s van belangrijke gebeurtenissen worden na verloop van tijd zélf het voorwerp van die herinnering. „Het almaar herschrijven van onze geschiedenis verloopt onopgemerkt”, aldus Draaisma. Met andere woorden: we raken het rechtstreekse contact met ons verleden langzaam maar zeker kwijt, al dénken we ons bepaalde zaken nog prima te herinneren. Ons geheugen is een harde schrijf die met steeds nieuwe informatie wordt overschreven. Elke keer als we gaan graven in ons geheugen, verandert het. Reden genoeg om autobiografieën met een gezonde dosis wantrouwen tegemoet te treden.
Het is óók de reden waarom ik ”De ’horde’ van 1b” nog steeds niet opnieuw heb durven lezen.
Reageren aan scribent? beeldenstorm@refdag.nl.