Opinie

Maak werk van apologetiek

Het is goed als de kerk zich meer bezighoudt met apologetiek, stelt drs. G. A. van den Brink. Het leven van Augustinus laat zien hoe belangrijk het is om antwoord te geven op kritische intellectuele vragen van ongelovigen.

29 September 2008 15:34Gewijzigd op 14 November 2020 06:27
„Als een jonge theoloog, Consentius, Augustinus een brief schrijft en opmerkt dat hij wel erg veel aan­dacht geeft aan het redeneren, dan waarschuwt de kerkvader hem: „Heb een grote liefde voor het begrij­pen!”” Foto Württembergische Landesbibliothek
„Als een jonge theoloog, Consentius, Augustinus een brief schrijft en opmerkt dat hij wel erg veel aan­dacht geeft aan het redeneren, dan waarschuwt de kerkvader hem: „Heb een grote liefde voor het begrij­pen!”” Foto Württembergische Landesbibliothek

Op lastige vragen van lastige mensen zit niemand te wachten. Ook de kerk niet. De verleiding is daarom groot om allerlei kritische vragen van ongelovigen naast ons neer te leggen. Hoe gevaarlijk dat echter kan zijn, laat het leven van Augustinus ons zien. De christelijke kerk kan niet zonder apologetiek.Augustinus’ werk ”Belijdenissen” geldt terecht als de eerste bekeringsgeschiedenis van het christendom. Nog steeds roept zijn indrukwekkende autobiografie herkenning en instemming op. Des te wonderlijker is het dat in hetzelfde werk Augustinus uitvoerig aandacht geeft aan de vraag wat tijd is. Hoort zo’n filosofische vraag wel in een bekeringsgeschiedenis? Voor Augustinus zeker wel.

Augustinus gaat op deze vraag in aan de hand van de eerste tekst uit de Bijbel: „In den beginne schiep God de hemel en de aarde.” Augustinus vertelt dat het christendom van zijn dagen geconfronteerd werd met een kritische vraag van sceptici. De vraag luidde: „Wat deed God voor Hij de wereld schiep? Is God iemand Die oneindig lang niets heeft gedaan, toen in zes dagen de wereld heeft geschapen, om op de zevende dag alweer terug te keren tot Zijn rust?”

We zouden ons haast afvragen of zo’n vraag wel geoorloofd is. Augustinus echter geeft een antwoord. Maar eerst vermeldt hij een antwoord dat niet het zijne is. Sommige kerkelijke leiders hebben, aldus Augustinus, gezegd: „Toen maakte God de hel voor de trotse geesten die zich met zulke diepe zaken bezighouden.”

Het vermelden van dit antwoord is echter veel meer dan alleen maar even een ontspannen moment in een ingewikkeld betoog. De kwestie is voor Augustinus namelijk bepaald geen grapje. Het antwoord waarmee de zaak gekscherend wordt afgedaan, is kenmerkend voor het soort antwoorden dat hijzelf kreeg toen hij op zoek was naar antwoorden op zijn vragen over God.

Manicheeërs
Degenen bij wie hijzelf destijds kwam met zijn intellectuele vragen, gaven hem geen antwoorden maar riepen slechts op tot blind geloof. En precies die opstelling van de kerkelijke leiders heeft hem gedreven in de armen van de sekte van de Manicheeërs. Die hadden met hun dualisme van goed en kwaad namelijk wél antwoorden op Augustinus’ vragen. Negen lange jaren heeft Augustinus vastgezeten in het manicheïsme.

Augustinus gaat de vraag over wat God deed voor Hij de wereld schiep, dan ook niet uit de weg. Op intense en diepzinnige wijze zoekt hij biddend naar een antwoord. Uiteindelijk komt hij tot de slotsom dat God met de wereld ook de tijd geschapen heeft. Vóór de schepping was er geen tijd. Daarmee is de sceptische vraag beantwoord. Het is dan immers onmogelijk om te zeggen dat God voor de schepping al iets deed, of niets deed.

Mij gaat het nu niet zozeer om Augustinus’ antwoord, maar om zijn nadruk op de rechtmatigheid van de vraag. De vragen die Augustinus in boek 10 en volgende bespreekt, zijn de onderwerpen die hemzélf door gebrek aan een antwoord vanuit de kerk zolang bij het christelijke geloof vandaan hebben gehouden.

Regelmatig wijst Augustinus in zijn geschriften erop dat het anti-intellectualisme binnen de christelijke kerk hem in zijn vroegere jaren bracht tot zijn afkeer van het geloof. Als een jonge theoloog, Consentius, hem later een brief schrijft en opmerkt dat Augustinus toch wel erg veel aandacht geeft aan het redeneren, dan waarschuwt de kerkvader hem: „Heb een grote liefde voor het begrijpen!”

In het licht van het voorgaande wordt duidelijk dat Augustinus’ bekering niet is te begrijpen zonder de filosofische vragen die hij bespreekt. Augustinus zocht naar antwoorden op zijn vragen over God. De ”Belijdenissen” gaan dan ook uiteindelijk niet over Augustinus maar over God. Daarom is het gehele werk geschreven als een gebed: God te kennen is het eeuwige leven. Alleen in Hem is de rust te vinden.

Evangelist
Ook voor de huidige tijd hebben we dringend behoefte aan een kerk die in staat is in te gaan op de intellectuele vragen over God die moderne mensen kunnen hebben: Waarom is er zo veel lijden als God almachtig is? Kan een God van liefde mensen verloren laten gaan?

Een boek als ”In alle redelijkheid” van Tim Keller is zeer nuttig om dergelijke vragen te beantwoorden. Maar er is naar mijn overtuiging meer nodig. Wat zou het een zegen zijn als de gereformeerde gezindte de handen ineenslaat en bijvoorbeeld een begaafde evangelist aanstelt die werkt onder studenten aan de universiteiten en hogescholen. De intellectuele en geestelijke nood is er aangrijpend hoog.

Niet alle vragen van moderne mensen moeten worden beantwoord. Ook niet iedereen zal zulke vragen hebben. Maar degenen die intellectuele vragen stellen over God verdienen serieuze aandacht. Een kerk die anti-intellectueel is, jaagt ”onrustige harten” de kerk uit.

Ten slotte is aandacht voor apologetiek en aandacht voor de intellectuele vragen van ongelovigen ook vruchtbaar voor de kerk zelf. Het brengt ons als het goed is tot de kern van het christelijke geloof: God Zelf. Ook dat leert Augustinus ons. Rust vond hij uiteindelijk, ook intellectueel, in Hem: „Want Gij hebt ons geschapen tot U en onrustig is ons hart, totdat het rust vindt in U, o God.”

De auteur is kandidaat in de Hersteld Hervormde Kerk en werkt aan een proefschrift over een apologetisch onderwerp.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer