Toenemend geweld vraagt om antwoord
Het wordt er niet veiliger op in de wereld. Dat geldt bijvoorbeeld in financieel opzicht. Een Belg trachtte zich van het leven te beroven, omdat hij onderuitging met een failliete Amerikaanse bank. Maar vooral het grote, het echte geweld neemt schrikbarende vormen aan. Namen als New York, Londen en Madrid staan garant voor trieste herinneringen. Westerlingen schrijven geweld met gemak op rekening van ”de islam”. De realiteit blijkt complexer. En hebben christenen een antwoord?
Denemarken arresteerde militante islamisten die banden zouden hebben met een prominente al-Qaidafiguur. Terroristen die aanslagen wilden plegen op de luchthaven Frankfurt hadden relaties met de Unie van de Islamitische Jihad. De door Duitse commando’s in een KLM-toestel in Keulen opgepakte verdachten zouden zich in Pakistan bij de Islamitische Jihad Unie willen voegen. Het gaat in al die gevallen inderdaad om moslims die zich tegen het Westen keren.Toch was er recent ook in Damascus en Islamabad sprake van aanslagen. Daar keerden moslims zich tegen andere moslims. En als Marokko de waarheid spreekt spioneerde dat land in Nederland om aanslagen in het thuisland te voorkomen. Zoiets geeft aan dat het te simpel is om de dreiging van geweld eenvoudig op het conto van ”de islam” te schrijven. De navolgers van Mohammed vormen onderling geen eenheid. Ze beschouwen elkaar niet zelden als vijanden.
In de zestiende eeuw vochten christenen tegen christenen. Rooms-katholieken verdedigden hun ideeën met geweld. Zij gebruikten vuur en zwaard tegen protestanten. Maar aan beide kanten begeerden veel mensen geen oorlog. Tal van burgers toonden zich tolerant. Zij gaven de voorkeur aan vreedzaam samenleven. De situatie binnen de islam valt daarmee enigszins te vergelijken. Toch blijkt tevens dat de doorgaans betrekkelijk kleine groep gewelddadige moslims groeit.
Binnen de islam is sprake van polarisatie. De Syrische president Bashar behoort tot de islamitische minderheid van de alevieten. Hij bezoekt rond het kerstfeest regelmatig christelijke gemeenschappen in zijn land. Tijdens een toespraak tot leiders van de Arabische Liga noemde hij enige tijd geleden twee keer de naam van Paulus. Hij leek een teken te geven van de intentie in vrede te leven. Maar zoiets roept verzet op. Moslims grijpen gauw naar geweld. Zoals in Damascus.
Zo’n verhaal valt ook te vertellen over Islamabad. De Pakistaanse president Zardari heeft net als zijn voorganger Musharraf de naam dat hij prowesters is. Dat veroorzaakt gemakkelijk islamitische agressie. Een Pakistaanse theoloog zei ooit tegen deze krant: „Moslims zijn geen terroristen. De meeste terroristen zijn moslim.” Maar tegelijk valt niet te ontkennen dat de Koran te veel aanleiding biedt voor het plegen van geweld. Zo raken moslims in gevecht met moslims.
Als moslims afzien van geweld betekent dat niet altijd dat zij christenen met rust laten. Binnen de islam groeit de aandacht voor ”civil jihad”. Moslims zoeken toegang tot de geest van ’ongelovigen’. Niet met wapens, maar met invloed. Of via internet. Dat is in een seculariserend Europa nog gevaarlijker. Middeleeuwse kathedralen zijn niet veel meer dan monumenten van het verleden. Megakerken fungeren niet per definitie als manifestatie van een krachtig christelijk geloof.
Het wordt er niet veiliger op in de wereld. Een Belg probeerde afscheid te nemen van het leven wegens financiële wanhoop. Hij trof er primair zichzelf mee. Moslims zijn bereid tot grootschaliger geweld. Zelfmoordacties bezorgen hen immers een betere plaats in het hiernamaals. De vraag is of christenen te midden van het toenemende geweld in de wereld in staat zijn meer te laten zien dan vrees en verdediging: een levend getuigenis over hun Meester, de enige troost in leven en sterven.