Koning en koning
Van de verschillende oudchristelijke geschriften heeft de Brief aan Diognetus een zekere bekendheid gekregen. Wie de schrijver was, is niet met zekerheid te zeggen.
Wie Diognetus was, weten we evenmin. Waarschijnlijk behoorde hij tot de Romeinse elite. Het overgeleverde handschrift, dat ook niet meer was dan een kopie van een gehavende kopie, is in de Frans-Duitse oorlog van 1870 bij de beschieting van Straatsburg verloren gegaan.De apologetisch ingestelde schrijver wil Diognetus duidelijk maken wat christenen beweegt. Hij wijst erop dat ze aan de ene kant veel zaken gemeenschappelijk hebben met andere mensen. Ze spreken dezelfde taal en hun eetgewoonten wijken niet af van anderen. Maar tegelijkertijd vertonen ze „een wonderbaarlijke en algemeen erkende vreemde levenswijze.” Wonderbaarlijk en vreemd althans in de ogen van de buitenwereld.
Dat patroon is nog steeds herkenbaar. Christenen doen veel dingen hetzelfde als niet-christenen, maar evenzo geldt dat ze op allerlei gebieden andere keuzes maken. Zij laten zich dan leiden door andere motieven en hanteren andere opvattingen over goed en kwaad. Door de week werken ze zonder problemen bij dezelfde baas, maar zondags gaan ze gescheiden wegen.
Nu zullen die overeenkomsten en verschillen naar tijd en plaats uiteenlopen. Soms is de kloof tussen christenen en niet-christenen kleiner of groter dan in andere tijden en andere situaties het geval was. En helaas zijn er ook veel mensen die zich christen noemen, maar alleen al door hun wereldgelijkvormigheid laten zien dat ze het in werkelijkheid niet zijn. Zij onderscheiden zich nauwelijks van hun collega’s of buren die zich helemaal niet als christen beschouwen.
Naarmate de verschillen groter zijn, zullen we ook meer zijn aangewezen op aparte circuits en aparte voorzieningen. Het is niet anders. Verzuiling is niet iets van het verleden, dat thans niet meer aan de orde is. Je komt dat standpunt tegenwoordig nogal eens tegen, ook bij mensen van wie je dat niet zou verwachten. Maar dat geeft geen blijk van veel inzicht in de maatschappelijke situatie en van veel principieel onderscheidingsvermogen.
Uiteraard kun je alles overdrijven. Je kunt ook te benauwd zijn. Wij kunnen en mogen niet uit de wereld gaan (1 Kor. 5:10).
Maar het is een feit dat in onze maatschappij de afkeer van Gods geboden zich op allerlei terrein steeds duidelijker openbaart. Het kwade wordt goed genoemd en als heel normaal voorgesteld.
Denk maar aan homoseksualiteit. Het kabinet beijvert zich om dat in onze maatschappij algemeen aanvaard te krijgen. Niet voor niets heette de beleidsnota van minister Plasterk over het homobeleid ”Gewoon homo zijn”. Daarbij richt men zich ook op de jeugd. Kinderen moeten, zoals dat heet, zonder vooroordelen opgroeien.
Die aanpak werkt door op allerlei terrein. Onlangs werden mijn vrouw en ik daarmee geconfronteerd toen we een boekje hadden gekocht voor onze kleindochter van vier. Leuk geïllustreerd. Het ging over een koningin die vond dat het hoog tijd was dat haar zoon ging trouwen. Maar geen van de uitgenodigde prinsessen viel bij hem in de smaak. Totdat zich een prinses met haar broer aanmeldde. Hij trouwde toen met die broer en ze leefden als koning en koning nog lang en gelukkig. Zo wordt zonder omhaal van woorden een homohuwelijk aan jonge kinderen gepresenteerd als een heel normale zaak!
Je moet dus terdege uitkijken wat je in een algemene boekhandel aan kinderboeken koopt. Uiteraard was dat altijd al het geval, maar je moet nu zelfs nagaan of in kinderboekjes geen homorelaties gepromoot worden. Dat is een reden te meer om voor je aankopen naar een boekhandel in eigen kring te gaan. Die apartheid hebben we niet gezocht, maar die wordt je opgedrongen.
En zo is er meer te noemen. De toenemende zondagsopenstelling van winkels dwingt ons om na te gaan of je je boodschappen ook kunt doen bij iemand die op zondag zijn winkel dicht houdt. Op die manier maak je het hem mogelijk om de concurrentiestrijd vol te houden en laat je zien dat de zondag je ter harte gaat.
De auteur is oud-hoofdredacteur van het RD. Reageren aan scribent?
gedachtegoed@refdag.nl.