Kerk & religie

Mbuma / De Kerkklok / Jubilee Campaign

In het vernieuwde maandblad van de Stichting Mbuma-zending is de rubriek ”Ten slotte” gehandhaafd. Een goddeloze soldaat wordt twee keer getroffen: één keer door een kogel en één keer door een pijl.

26 September 2008 19:19Gewijzigd op 14 November 2020 06:27

„Gods pijlen zijn scherp, zij treffen in het hart van des konings vijanden. Dat ervoer een soldaat in het leger van de godvrezende Cromwell, die in de zeventiende eeuw in Engeland regeerde. De soldaat was een goddeloos jongmens. Hij was bij zijn baas weggelopen om te plunderen en zich over te geven aan allerlei goddeloosheid. Ten slotte moest hij dienst nemen in Cromwells leger. Deze overhandigde aan elke soldaat in zijn leger een kleine Bijbel. Zelf ging hij zijn manschappen voor in het lezen van Gods Woord. Op zekere dag keerde de soldaat na een gevecht ongedeerd terug. Toen hij naar bed ging en zijn zakbijbel uit zijn jas haalde, merkte hij dat er een gat in zat. Een kogel was er doorgedrongen. Nieuwsgierig onderzocht de soldaat hoever de kogel er wel in zat en toen hij het Boek opende, bleek hij doorgedrongen te zijn tot het boek Prediker, hoofdstuk 11, vers 9. Daar las hij: „Verblijd u, o jongeling, in uw jeugd, en laat uw hart u vermaken in de dagen uwer jongelingschap, en wandel in de wegen uws harten en in de aanschouwing uwer ogen; maar weet, dat God om al deze dingen u zal doen komen voor het gericht.” Deze woorden kwamen met goddelijke kracht in zijn ziel. Het was een pijl des Heeren, een pijl ter behoudenis. Er kwam een krachtdadige bekering en hij ontving het geloof in Christus. Vele jaren later, toen hij in Londen woonde, placht hij te zeggen dat de Bijbel het middel geweest was tot behoud van zijn ziel, maar ook tot behoud van zijn lichaam.”De Kerkklok
Bijna twee derde van de jongeren met een vmbo- of mbo-opleiding snapt (bijna) nooit wat ze lezen in de Bijbel. De Kerkklok citeert een bijdrage van Alexander Weggemans uit het Kerkblad voor het Noorden over deze problematiek. „Ik was persoonlijk nogal geschokt door dit bericht dat ik een slordige twee weken geleden in een krant aantrof. Kijk, ik wist ook allang dat de meeste mensen lang niet altijd ”verstaan wat ze lezen” en dat veel mensen de Bijbel maar een moeilijk Boek vinden. Maar zo’n grote groep die er eigenlijk nooit echt iets van zegt te begrijpen? Dat vond ik toch tamelijk ”shocking news”.

Toen dit nieuwtje in al zijn volheid tot mij doorgedrongen was, dwaalden mijn gedachten min of meer als vanzelf af naar de clubs en de catechisatie. Ik herinnerde me oproepen om de catechisatiemomenten toch vooral ”georganiseerde aandacht” te laten zijn. Nou, met dat eerste nieuwsbericht in mijn achterhoofd zeg ik: liever niet.

Ik hoop dat ik nu een open deur ga intrappen. Dat iedereen die ook maar iets met kerk en kerkjeugd te maken heeft allang voelt aankomen wat ik wil zeggen. Ik hoop ook met heel mijn hart dat diegenen dat zullen beamen. Shall I? Geef ”georganiseerde aandacht”, oké, maar geef bovenal uitgebreid en degelijk onderwijs. Door gebrek aan kennis gaan mensen verloren (Hosea 4:6a)! En er staat nogal wat op het spel. Niet dat ik nu verwacht dat door series zware colleges Bijbelkennis allen zich massaal zullen bekeren. Dat zou, naar de mens gesproken, denk ik ietwat naïef zijn. En toch moet er geleerd worden. Ik denk daarbij (o.a.) aan een man uit Ethiopië. Gezien zijn functie moet hij toch best een slimme man zijn. Toch antwoordt hij op de vraag of hij begrijpt wat hij in zijn Bijbelgedeelte leest: „Hoe zou ik dit kunnen, als niet iemand mij de weg wijst?” Maar na gedegen onderwijs (en doop!) gaat hij zijn weg ”met blijdschap” (Hand. 8:26-40).

Daarom zou ik vanaf deze plaats alle oprechte christenen en (met het oog op dit nummer) in het bijzonder alle kerkelijke werkers willen oproepen om bij jongeren in te stappen en hen te onderwijzen. En vooral ook bij degenen die er misschien niet zo veel van snappen, zodat ook zij „met blijdschap hun weg kunnen gaan.” Want: „God is recht, dus zal Hij door onderwijzing hen die dwalen, brengen in het rechte spoor.” Teken dan alstublieft dat spoor voor ze uit en leidt ze in die richting, opdat jong en oud, groot en klein, grote en minder grote intellectuelen allemaal behouden mogen worden!”

Jubilee Campaign

In de mijnen van Tanzania werken elke dag 4000 kinderen. Op 300 meter diepte zoeken ze naar kostbare blauwe steentjes, het kostbare tanzaniet. Een kinderleven is beduidend minder waard, bericht het blad Jubilee Campaign.
„Wilson Peter is nog geen twaalf jaar oud wanneer hij voor het eerst onder de grond wordt gestuurd. Zijn vaders voet is verbrijzeld door een mijnongeval en hij kan niet langer werken. Zijn moeder verkoopt groenten vanuit hun hut maar hier kan de familie niet van leven. Er zit niets anders op: Wilson moet onder de grond gaan werken.

Als zijn ogen eenmaal gewend zijn aan het weinige licht dat door de lamp op zijn voorhoofd schijnt, zoekt Wilson naar het verborgen ”tanzaniet”. Hij weet dat hij heel goed moet uitkijken. Als hij één foute beweging maakt kan hij zomaar in een van de honderden slecht gebouwde mijnschachten vallen. Omdat hij geen enkele veiligheidsuitrusting heeft kan hem dit het leven kosten. Daarnaast moet hij ook uitkijken voor dynamiet, vallende rotsblokken, instortingen en overstromingen. Het gevaar is echter niet te vermijden. De jonge Muthias bijvoorbeeld heeft ademhalingsproblemen gekregen door het inademen van de stof die hangt in de niet-geventileerde schachten diep in de groeve. Zo’n 30.000 mensen werken in de tanzanietmijnen in de heuvels van Merelani in Tanzania. In de hoop op een betere toekomst werken mannen en kinderen voor slechts een dollar per dag. Het geld is meestal onvoldoende voor de families en daarom zijn vrouwen en dochters vaak gedwongen het familie-inkomen aan te vullen door zichzelf te prostitueren. Terwijl deze families alleen maar armer worden, worden de mijnbazen steeds rijker, zolang de wereld zichzelf wil blijven versieren met die mooie blauwe stenen. De Tanzaniaanse regering heeft het aantal kinderarbeiders opgemerkt en wil hier een einde aan maken, maar ook zij kampt met geldproblemen. Hoe krijg je de kinderen uit de mijnen en in de scholen zolang er geen scholen zijn? Terwijl de regering hiermee worstelt blijft het aantal kinderen dat in de mijnen werkt stijgen. Op 29 maart zijn duizenden mijnwerkers omgekomen bij overstromingen in een mijn in Noord-Tanzania. Hoeveel hiervan zouden nog maar kind zijn geweest?

Wilson heeft een simpele oplossing voor kinderarbeid. „Als ik president van Tanzania was, zou ik niet toestaan dat kinderen werken in de mijnen. Ik zou de mensen die het toestaan dat kinderen in de mijnen werken, opsluiten.” Een inderdaad belangrijke, maar helaas niet toereikende stap…”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer