Synode PKN niet enthousiast over doopbevestiging
Veel leden van de generale synode van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) voelen weinig voor een ritueel als doopvernieuwing door onderdompeling. Ouderling dr. S. Hiebsch: „Het is theologisch gevaarlijk om met een nieuw ritueel het sacrament van de doop bijna te herhalen. Het is niet de mens die handelt, maar God. De mens ontvangt.”
De synode van de Protestantse Kerk sprak vrijdag in Lunteren de notitie ”Doop, doopgedachtenis en doopvernieuwing”, die is opgesteld naar aanleiding van een verzoek van het Evangelisch Werkverband om advies over herbevestiging van de doop. In het document wordt gesteld dat mensen zich maar één keer kunnen laten dopen. Er dient wel ruimte te zijn voor een ritueel als doopvernieuwing, zolang die niet is bedoeld om de doop over te doen. De doop is een eenmalige handeling.De synodeleden spraken in groepjes over de belevenis van hun eigen doop en over hun ervaringen met mensen die overdoop of doopvernieuwing wensen. De opstellers van de notitie verwerken de kanttekeningen in een nieuw stuk, dat op een latere synodevergadering terugkomt.
De lutherse theologe dr. Hiebsch (Amsterdam) zei zich „helemaal” te kunnen vinden in een artikel van ds. A. J. Mensink in De Waarheidsvriend van deze week. Daarin zegt de hervormde predikant uit Driesum onder meer dat hij het „onbegrijpelijk” vindt dat het rapport nergens spreekt over het heilig avondmaal als de bevestiging van de doop.
Ook ouderling-kerkrentmeester G. A. Metz (Wouterswoude) en ds. C. van Sliedregt (Nunspeet) missen in de notitie een koppeling tussen doop en heilig avondmaal. Metz: „In het avondmaal komt duidelijk naar voren dat Christus naar de aarde is gekomen om zondaren zalig te maken. Dát is het moment om aan de doop te denken. Hij heeft een verbond met mensen gesloten.”
In een reactie zei dr. A. J. Plaisier, scriba van de Protestantse Kerk, dat het „absoluut” niet zo is dat het heilig avondmaal bewust uit de notitie is weggelaten. „Het document is niet uitputtend. Het gaat om vraag hoe de doop doorwerkt in iemands leven, en daarin speelt het avondmaal een belangrijke rol. Het ene sacrament hoort bij het andere.”
Doopvernieuwing
Meerdere synodeleden lieten zich kritisch uit over een ritueel als doopvernieuwing. Ouderling-kerkrentmeester G. J. Noeverman (Almkerk): „Elke doopdienst is een gedachtenis aan de eigen doop. En we hebben ook nog de openbare geloofbelijdenis, waarin je je doop voor eigen rekening neemt.”
Ds. J. C. Bos uit Haarlem legde de vinger bij het woord ”doopvernieuwing”. Volgens hem is dat in tegenspraak met de belijdenis dat de doop eenmalig is. „En is het niet wat vreemd dat doopvernieuwing geen doop is, maar dat er wel ondergedompeld mag worden?”
Diaken A. C. Burggraaf uit Leerdam vindt dat doopbevestiging in feite neerkomt op dopen. Zo zal het ook in de gemeente worden ervaren, denkt hij. „We hebben twee sacramenten, doop en avondmaal, door God gegeven ter versterking van ons geloof. Waarom spreken we dan over doopvernieuwing?”
Mw. diaken E. Bos (Arnhem) vindt doopvernieuwing in bepaalde gevallen wél wenselijk. „We moeten mensen die daar behoefte aan hebben, de mogelijkheid geven hun doop te vernieuwen. Maar als ik de discussie hier op de synode hoor, dan moeten we misschien maar niets vastleggen en het overlaten aan de vrijheid van de gemeenten.”
Doopcatechese
Volgens mw. ds. V. T. Thurkow-Wieringa (Beilen) zijn er genoeg andere middelen om mensen bij hun doop te bepalen. „Zet het doopvont bij de ingang van de kerk. Iedereen die binnenkomt, kan dan even het water aanraken en aan zijn of haar doop denken.”
Ouderling P. van den Boogaart (Oud-Beijerland), diaken C. G. Elings (Ede) en ouderling-kerkrentmeester J. de Waard (Middelharnis) zetten liever in op prediking, catechese en christelijke opvoeding om het belang van de doop te benadrukken.
Ook dr. Plaisier wees op het belang van doopcatechese. „Maar daarmee zijn we er niet”, aldus de scriba. „Er is sprake van een pastoraal probleem, van mensen die terugkeren naar de kerk, zoals verloren zoon. Het gaat dan niet om het overdoen van de doop, maar om het present stellen van de doop die heeft plaatsgevonden.”
Wonder
Bij de opening van de synode, vrijdagmorgen, zei dr. Plaisier dat het dopen van kinderen „een wonder” is. „Het water van de doop is geen toverwater, maar wel water van het wonder: het wonder van de vereniging met Christus.”
De doop relativeert onze eigen afkomst, aldus dr. Plaisier. „En dat is geen prettige mededeling. Maar in het water van de doop zwemt een vis: Ichthus. Christus biedt ons Zijn liefde aan.”
Mw. ds. A. Haasnoot verving ds. G. de Fijter als preses van de generale synode. De predikant is vanwege een longembolie in het ziekenhuis opgenomen.