Nawijn berispt Groningen over asielzoekersbeleid
Demissionair minister Nawijn (Vreemdelingenzaken en Integratie) zal de gemeente Groningen nog deze week per brief op de vingers tikken over de opvang van uitgeprocedeerde asielzoekers. Dat heeft hij dinsdag in de Tweede Kamer gezegd in antwoord op vragen van de VVD.
Burgemeester en wethouders van Groningen lieten Nawijn vorige week weten niet mee te willen werken aan de uitzetting van uitgeprocedeerde asielzoekers die al voor de invoering van de Koppelingswet op 1 juli 1998 bij de gemeente ingeschreven waren. Nawijn noemde dit dinsdag „onacceptabel”.
Volgens B&W gaat het vaak om mensen die al jaren in de stad zijn, die kinderen hebben die daar zijn geboren en inmiddels ook in Groningen op school zitten. Het is volgens het college niet verstandig om mensen uit hun huis te zetten die inmiddels een jarenlange band met hun dorp of stad hebben.
Het college vindt dat het nationale beleid op dit punt dringend bijstelling behoeft. Daarom heeft het besloten de huisuitzetting van mensen die voor de invoeringsdatum van de Koppelingswet al inwoner waren van de stad, op te schorten tot het standpunt van het nieuwe kabinet kenbaar is. Maar volgens Nawijn heeft het stadsbestuur niet het recht daarop te wachten.
„De gemeente Groningen had de kans om deze mensen over te dragen aan de zorg van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (CAO), ze weigert de wet uit te voeren. Dat vind ik onacceptabel”, aldus Nawijn.
De minister kondigde wel aan dat hij binnenkort met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) om de tafel gaat zitten om te praten over een gezamenlijk ter hand nemen van de kwestie. De VNG pleitte afgelopen zomer voor een „specifiek beleid” voor bepaalde groepen uitgeprocedeerden. Nawijn hoopt de Tweede Kamer voor 1 december te informeren over de uitkomst van dat overleg.