De inmiddels 60-jarige Mladic was in juli 1995 voor het eerst aangeklaagd door het VN-hof in Den Haag, samen met Radovan Karadzic, toen de politiek leider van de Bosnische Serviërs. Daarbij ging het onder meer om de belegering van Sarajevo en de beruchte kampen Omarska, Keraterm en Trnopolje. In november 1995 kwam daar een tweede aanklacht bij, inzake ’Srebrenica’.

De in totaal 36 punten van de twee oorspronkelijke aanklachten zijn teruggebracht tot vijftien. Hoofdaanklaagster Carla Del Ponte heeft enkele „minder zware” punten uit de oorspronkelijke aanklachten laten vallen, zoals vernietiging van eigendommen en plunderingen.

De aan die punten ten grondslag liggende daden en feiten kunnen echter nog steeds dienen om punten uit de nieuwe aanklacht te bewijzen, zoals vervolging, aldus de Nederlandse VN-rechter Orie die de nieuwe aanklacht heeft bekrachtigd.

In de nieuwe aanklacht wordt Mladic onder meer beschuldigd van genocide (volkenmoord), medeplichtigheid aan genocide, vervolging om politieke, raciale en religieuze redenen, uitroeiing, moord, deportatie, onmenselijke handelingen, het terroriseren van de burgerbevolking en het gijzelen van personen.

Mladic is al jarenlang voortvluchtig. Orie heeft bevolen dat het arrestatiebevel dat bij de nieuwe aanklacht hoort, wordt gezonden aan de autoriteiten van de Federatieve Republiek Joegoslavië, van de Republiek Servië en van Republika Srpska, de Servische entiteit binnen Bosnië. Mladic is de afgelopen jaren geregeld gesignaleerd in Belgrado, maar hij houdt zich niet steeds op dezelfde plek op.