Antwoord aan een scepticus
Jarenlang hield Tim Keller, predikant van de Redeemer Presbyterian Church in New York, een lijstje bij met de meest geuite twijfels over het christelijk geloof. Hoe kan een goede God lijden toestaan en mensen naar de hel sturen? Het kan toch niet zo zijn dat er maar één ware godsdienst is? En kun je de Bijbel wel letterlijk nemen?
In ”The Reason for God” gaat Keller in op vragen en twijfels van ongelovigen. Het boek kwam in februari uit en stond lange tijd in de top tien van The New York Times. Deze week verschijnt de Nederlandse vertaling: ”In alle redelijkheid. Christelijk geloof voor welwillende sceptici”.In de eerste helft van het boek bespreekt Keller zeven van de meest voorkomende bezwaren tegen het christelijk geloof. Bij ieder bezwaar wijst hij de geloofsopvattingen aan waarop de tegenwerping gebaseerd is. In de tweede helft van het boek onderzoekt hij zeven redenen om wél geloof te hechten aan de claims van het christendom.
„Het christelijk geloof is niet onredelijk”, zegt Keller. „Ik gebruik het woord redelijkheid om mensen die zeggen dat sceptici rationeel zijn en christenen niet, op andere gedachten te brengen.”
Wat wilt u dan met dit boek bereiken?
„Het is vooral bedoeld om niet-gelovigen te helpen een stap in de richting van het christelijk geloof te zetten. Christenen kunnen er bovendien van leren hun eigen overtuiging beter te begrijpen. In die volgorde.”
Wat is de kern van uw boodschap?
„Alle twijfels over het christelijk geloof zijn ook een vorm van geloof. Je kunt het christelijk geloof wel in twijfel trekken, maar je moet dan wel inzien dat alle mensen uitgaan van een aantal alternatieve veronderstellingen over de werkelijkheid. Ook die kunnen niet bewezen worden. Op het moment dat je inziet dat jouw opvattingen ook grote ”geloofssprongen” zijn, lijken de twijfels over het christendom ook niet zo geweldig groot of onoverkomelijk meer.”
U zegt het niet moeilijk te vinden om te weerleggen dat er geen God is of dat alle godsdiensten gelijk zijn.
„Het argument dat alle godsdiensten in wezen hetzelfde zeggen, is gewoon niet sterk. In het eerste hoofdstuk van mijn boek maak ik duidelijk dat wanneer je een algemene uitspraak doet (dat niemand de enige ware godsdienst heeft bijvoorbeeld), je eigenlijk een heel bijzondere zienswijze hebt. Dan zet je jouw visie boven die van de zogenoemde exclusivisten en daarmee doe je precies wat je anderen verbiedt. Elke claim, zelfs de claim ”er is geen waarheid”, is onvermijdelijk exclusivistisch.”
Welke bezwaar tegen het christendom was voor u het moeilijkst te weerleggen?
„Twijfel aan het bestaan van God vanwege het kwaad en het lijden in de wereld. Ik heb geprobeerd te laten zien dat als je géén goede reden kunt bedenken waarom God iets laat gebeuren, dit nog niet betekent dat er geen goede reden kan zijn. Kwaad en lijden zouden trouwens ook een bewijs vóór God kunnen zijn. Op welke basis oordeelt een atheïst dat de natuurlijke wereld oneerlijk en onrechtvaardig is?
Degene die niet in God gelooft, zo schrijf ik in mijn boek, heeft geen goede basis om woedend te zijn over onrecht dat, zoals C. S. Lewis zegt, de voornaamste reden was om tegen God bezwaar aan te tekenen. Als je overtuigd bent van het onrecht en het kwaad in deze natuurlijke wereld, veronderstel je het bestaan van een buiten- of bovennatuurlijke standaard aan de hand waarvan jij je oordeel velt.”
”Onversneden christendom” van C. S. Lewis is volgens u niet altijd even toegankelijk. Ziet u zichzelf als een nieuwe Lewis?
„Als schrijver verdien ik het niet om in één zin met C. S. Lewis genoemd te worden. Ik schreef mijn boek niet om met hem te concurreren, maar omdat ik erachter kwam dat tegenwoordig veel mensen zijn argumentatie niet meer kunnen volgen. Ik heb een eenvoudiger boek willen schrijven, geen beter.”
”In alle redelijkheid” is ook bedoeld als weerlegging van recent verschenen publicaties uit atheïstische hoek, zoals ”The God Delusion” van Richard Dawkins en ”God Is Not Great” van Christopher Hitchens. Hebben zij al op uw boek gereageerd?
„Nee, en ik weet ook niet of ze mijn boek wel hebben gelezen. Ik heb ook nergens een reactie van hen gezien.”
Voor veel christenen zal uw boek te intellectueel zijn.
„Ik heb geprobeerd mijn boek zo te schrijven dat het een breed publiek aanspreekt. Maar geen enkel boek is voor iedereen geschikt.”
En uw volgende boek?
„Volgende maand verschijnt mijn boek over de gelijkenis van de verloren zoon uit Lukas 15. Als je deze gelijkenis in haar context leest, blijkt dat Jezus die vertelde met het oog op de farizeeën (de oudere broers) die Zijn omgang met tollenaren en zondaren (de jonge broers) haatten. Het besluit van de oudste zoon is de werkelijke climax van het verhaal, niet dat van de jongste.”
Mede n.a.v. ”In alle redelijkheid. Christelijk geloof voor welwillende sceptici”, door Tim Keller; uitg. Van Wijnen, Franeker.
Hoe kan een God van liefde mensen naar de hel sturen?
„„Oké”, zeg je misschien, „het bestrijden van kwaad en onrecht is een ding, maar mensen naar de hel sturen, is iets heel anders. De Bijbel spreekt over een eeuwige straf. Hoe valt dat te rijmen met de liefde van God? Ik kan zelfs maar het idee van een hel niet combineren met een liefdevolle God.” Dat mensen terugdeinzen, is begrijpelijk. Hoe reageren we daarop?
Moderne mensen denken bijna altijd dat het met de hel als volgt werkt: God geeft ons tijd, maar als we aan het einde van ons leven nog steeds niet de juiste beslissingen hebben genomen, gooit hij onze ziel voor alle eeuwigheid in de hel. De arme zielen die door de ruimte tuimelen, roepen om genade, maar God zegt: „Te laat! Je hebt je kans gehad! Nu zul je lijden!” Deze karikatuur verstaat de aard van het kwaad volstrekt verkeerd. Het bijbelse beeld is dat zonde ons scheidt van Gods aanwezigheid die de bron is van alle vreugde, liefde, wijsheid en alle andere goede dingen. Omdat we oorspronkelijk, bij de schepping, bedoeld zijn om in Gods directe aanwezigheid te leven, zullen we alleen voor zijn aangezicht kunnen groeien, bloeien en tot ons hoogste potentieel kunnen komen. Het volledig verliezen van zijn aanwezigheid is de hel: het verlies van onze capaciteit om liefde en vreugde te ontvangen en te geven. (…)
Kortom: de hel is eenvoudig iemands vrijwillig gekozen identiteit, los van God, op een traject richting de oneindigheid. (…)
De meeste sceptici die ik vandaag de dag spreek, zeggen, net als ik deed, dat ze niet kunnen geloven in de God van de Bijbel die mensen oordeelt en straft. Ze kunnen dat niet omdat ze „geloven in een God van liefde”. Ik vraag ze dan altijd hoe ze erbij komen dat de God van de wereld een God van liefde is. Kunnen zij naar het leven in de wereld kijken en zeggen: „Dit bewijst dat de God van de wereld een God van liefde is”? Kunnen zij naar de geschiedenis kijken en zeggen: „Dit bewijst dat de God van de geschiedenis een God van liefde is”? Kunnen zij naar de religieuze teksten van de wereld kijken en tot de conclusie komen dat God een God van liefde is? In geen enkel geval is liefde de dominante, heersende eigenschap van God zoals hij geloofd wordt door de grote wereldgodsdiensten. De bron voor het idee dat God liefde is, is de Bijbel zelf. En de Bijbel zegt ons dat de God van liefde ook de God van oordeel is, die de wereld uiteindelijk op orde gaat brengen.
Het geloof in een God van pure liefde (die iedereen accepteert en niemand oordeelt) is een krachtige geloofsdaad. Niet alleen bestaat hiervoor geen enkel bewijs in de orde van de natuur, hiervoor bestaat buiten het christendom bijna geen enkel historisch of religieus tekstueel bewijs. Hoe meer men ernaar kijkt, hoe ongeloofwaardiger het wordt.”
Uit: ”In alle redelijkheid”, door Tim Keller
Hoe kan een goede God lijden toestaan?
„In december 2004 maakte een enorme tsunami een einde aan het leven van meer dan 250.000 mensen die woonden aan de kusten van de Indische Oceaan. In de weken na deze gebeurtenis stonden de kranten en bladen vol met brieven en artikelen die vroegen: „Waar was God?” Een journalist schreef: „Als God God is, is hij niet goed. Als God goed is, is hij geen God. Je kunt het niet allebei tegelijk hebben, zeker niet na de ramp in het gebied van de Indische Oceaan.” (…)
Deze wijze van redeneren is natuurlijk misleidend. Dat je geen goede reden kunt zien of bedenken waarom God iets laat gebeuren, betekent nog niet dat er geen goede reden kan zijn. Weer zien we dat zich achter het schijnbaar nuchtere scepticisme een enorm geloof in de eigen cognitieve competenties verschuilt. Als ons verstand de diepten van het universum niet kan peilen voor goede antwoorden op het lijden, nou, dan zijn die er ook niet! Hier is in hoge mate sprake van een blind geloof. (…)
Tijd en perspectief kunnen ervoor zorgen dat de meesten van ons goede redenen kunnen zien voor ten minste sommige tragische gebeurtenissen en pijnlijke ervaringen in het leven. Waarom zou het onmogelijk zijn dat er, vanuit Gods perspectief, goede redenen zijn voor alle tragische gebeurtenissen en pijnlijke ervaringen?
Afschuwelijk, onverklaarbaar lijden is, hoewel het Gods bestaan niet kan ontkrachten, niettemin een probleem voor mensen die in de Bijbel geloven. Maar het is wellicht een nog groter probleem voor niet gelovigen. C. S. Lewis beschreef hoe hij aanvankelijk de idee van een God vanwege de wreedheid van het leven had verworpen. Maar toen besefte hij dat het kwaad nog veel problematischer was voor zijn nieuwe atheïsme. Uiteindelijk kwam hij tot de ontdekking dat lijden een beter argument voor Gods bestaan biedt dan ertegen. (…)
Lewis wijst erop dat moderne bezwaren tegen God gebaseerd zijn op een gevoel van fair play en gerechtigheid. Wij geloven dat mensen niet zouden moeten lijden, buitengesloten worden of van honger of onderdrukking sterven. Maar het evolutionaire mechanisme van natuurlijke selectie is afhankelijk van dood, destructie en geweld van de sterken tegen de zwakken. Dat is allemaal heel natuurlijk. Op welke basis oordeelt een atheïst dan dat de natuurlijke wereld afschuwelijk verpest, oneerlijk en onrechtvaardig is? Degene die niet in God gelooft, heeft geen goede basis om woedend te zijn over onrecht wat, zoals Lewis zegt, de voornaamste reden was om bezwaar aan te tekenen tegen God. Als je overtuigd bent van het onrecht en kwaad in deze natuurlijke wereld, veronderstel je het bestaan van een buiten of bovennatuurlijke standaard aan de hand waarvan jij je oordeel velt.”
Uit: ”In alle redelijkheid”, door Tim Keller
Redeemer Presbyterian Church
Dr. Timothy J. Keller is predikant in de Presbyterian Church in America (PCA). Na zijn theologische opleiding werd hij predikant in Hopewell, in de Amerikaanse staat Virginia. Daarna was hij hoogleraar praktische theologie aan Westminster Theological Seminary in Philadelphia.
In 1989 verhuisde Keller naar New York om een gemeente te stichten in Manhattan, in het hart van de stad. Deze gemeente, Redeemer Presbyterian Church, richt zich vooral op jonge, hoogopgeleide professionals. De kerk begon met minder dan 50 leden, maar trekt nu ieder zondag ruim 5000 bezoekers in vijf samenkomsten.
Een belangrijke activiteit van Redeemer is gemeentestichting, met name in de grote steden. In Amsterdam steunt Redeemer het platform Amsterdam in Beweging, waarin verschillende gemeentestichtingsprojecten samenwerken.