Toename ADHD
Het aantal kinderen met ADHD (attention deficit hyperactivity disorder) groeit explosief. ADHD wordt veroorzaakt door een lichte hersenbeschadiging. Neurofysiologisch onderzoek brengt deze afwijking aan het licht.
Kinderen met ADHD zijn druk, vaak ongeremd en kunnen zich moeilijk concentreren.Nu betekent de explosieve groei niet dat in werkelijkheid het aantal kinderen met deze afwijking snel is toegenomen. Vroeger had men andere benamingen voor hetzelfde syndroom en verfijnde onderzoeksmethoden hebben nauwkeuriger in beeld gebracht wanneer er van ADHD sprake is.
Het eindpunt in de ontwikkeling naar een verfijnde diagnostiek is nog steeds niet bereikt, zoals blijkt uit de volgende tijdschriftartikelen.
In De Psycholoog (september 2008) schrijft Martijn Arns over nieuwe ontwikkelingen in de diagnostiek en de behandeling van ADHD en depressie onder de titel ”Personalized medicine”.
Bij ADHD laat hersenonderzoek zien dat er een verhoogde trage hersenactiviteit gevonden wordt, waardoor dromerigheid ontstaat, maar ook een verlaagde snelle hersenactiviteit, waardoor hyperactiviteit bij het uitvoeren van taken voorkomt. Het algemene beeld is dus een combinatie van hyperactiviteit en dromerigheid.
Er zijn echter grote individuele verschillen in de combinatie. Bij de een is verhoogde trage hersenactiviteit veel minder te constateren dan bij de ander. Omdat medicijnen inwerken op een gemiddeld beeld van ADHD is de werking bij verschillende kinderen onderscheiden.
Er is een subgroep ADHD waar het bekende medicijn Ritalin niet werkt. Arns pleit daarom voor een individuele benadering, een meer lokale behandeling van aandoeningen, gericht op bepaalde gebieden of netwerken in het brein en niet meer gericht op het totale brein. En ook een medicinatie die per persoon verschillend kan zijn.
In PSY, tijdschrift over geestelijke gezondheid en verslaving (september 2008), wordt melding gemaakt van een sterk vermeerderd gebruik van ADHD-medicatie. In 2007 steeg de verkoop met 34 procent tot 624.000 verstrekkingen. De kosten liepen op tot 27,5 miljoen euro. Liefst twee derde daarvan kwam voor rekening van de patiënt. Eind 2007 slikten 86.000 patiënten deze geneesmiddelen. In 2002 ging het nog om 31.000 patiënten.
Behandelaars kunnen kiezen uit twee soorten geneesmiddelen: Ritalin, ook Concerta genoemd, en Strattera. Al jaren is er veel te doen over de bijwerkingen van Strattera. Er loopt een proces om het evaluatierapport vrij te krijgen. De zaak is momenteel bij de Raad van State onder de rechter.
Nina K. Molendijk en Hilde M. Geurts schrijven in Kind en adolescent (augustus 2008) over het zelfconcept van kinderen met ADHD. Kinderen met deze aandoening hebben vaak moeite om mee te komen op school. Ze zijn snel afgeleid, overactief en impulsief, waardoor het voor hen moeilijk is om in de klas goed op te letten en hun schoolprestaties vaker achterblijven bij die van leeftijdgenoten. Bovendien ervaren leeftijdgenoten, ouders en leerkrachten hen als druk en onhandig en hebben ze vaker conflicten dan leeftijdgenoten.
Hoe anderen je beoordelen, is van invloed op hoe je jezelf ziet. Doordat kinderen met ADHD meer kritiek krijgen en minder succeservaringen opdoen, is de verwachting dat ze meer risico lopen om een negatief zelfbeeld te ontwikkelen. Een negatief zelfbeeld wordt in verband gebracht met ongunstige gevolgen, zoals het ontstaan van depressieve klachten, middelenmisbruik en een lager opleidingsniveau.
De schrijvers concluderen echter dat kinderen met ADHD over het algemeen een positief zelfconcept hebben. Ze zijn gemiddeld genomen even tevreden over hun schoolvaardigheden, hun uiterlijk en hun sportieve vaardigheden als leeftijdgenoten. Wel blijkt dat ze hun sociale acceptatie lager inschatten dan leeftijdgenoten.
De onderzoekers concluderen ook dat het zelfconcept van kinderen met ADHD niet waarheidsgetrouw is. De inschatting van eigen vermogens blijkt gemiddeld genomen op alle domeinen positiever dan de beoordeling van anderen.
Een mogelijke verklaring voor het overschatten van hun vermogens is dat kinderen met ADHD een positiever beeld schetsen om hun zelfconcept te beschermen. Kinderen met ADHD vinden het vooral belangrijk hoe ze overkomen op anderen.
Om gevoelens van onvermogen te verbloemen en hun zelfbeeld intact te laten, overschatten ze hun vermogens.
De onderzoekers bepleiten verder onderzoek naar het verschil tussen feitelijk functioneren en het kritisch evalueren van het gedrag van deze kinderen.
Drs. M. Burggraaf, voormalig voorzitter van het college van bestuur van de Christelijke Hogeschool Ede
Reageren aan scribent?
focus@refdag.nl.