Meurs kwam zelf met idee van ”side letter”
Voormalig financieel topman Michiel Meurs van Ahold kwam zelf met het idee op de proppen om bij de halve dochterondernemingen Disco en Paiz zogenoemde control en side letters te maken.
Dat bleek maandag tijdens het verhoor voor het gerechtshof in Amsterdam. Het is de derde dag dat de voormalig financieel topman van Ahold bij het hof wordt verhoord.Ahold had volgens accountantsfirma Deloitte control letters nodig om de zeggenschap bij joint ventures aan te tonen. Daarmee kon het bedrijf voldoen aan de Amerikaanse boekhoudregels en met recht de omzetten consolideren. De zogeheten side letters, waarin Ahold ontkende dat het de baas was bij zijn gezamenlijke buitenlandse dochterbedrijven, deden de inhoud van de control letters weer teniet.
Meurs hield deze side letters verborgen voor de accountant. Bij de Braziliaanse dochteronderneming Bompreço was er een expliciet verzoek van de accountant gekomen voor een control letter. De topman van Bompreço had echter bezwaar tegen de formulering in de brief dat Aholds stem bij een verschil van mening doorslaggevend zou zijn. Om hem gerust te stellen kwam er een side letter, die Meurs ondertekende, zo bleek vorige week tijdens het verhoor.
In het geval van Disco en Paiz kaartte Meurs de mogelijkheid van de side letter zelf aan bij de desbetreffende topmannen. „Ik wilde hen op dezelfde manier behandelen als de topman van Bompreço”, aldus Meurs. De bazen van Disco en Paiz hadden echter geen bezwaar geuit tegen de control letter en ook lag er in het geval van Paiz geen indringend schriftelijk verzoek van de accountant op tafel om een control letter.
Woensdag zal Meurs wederom worden gehoord, over de Zweedse dochteronderneming ICA. Bovendien krijgen de advocaat-generaal van het openbaar ministerie en de verdediging dan nog de kans hem vragen te stellen. Dezelfde dag begint het verhoor van voormalig bestuursvoorzitter Cees van der Hoeven.
Meurs, Van der Hoeven, oud-bestuurder Jan Andreae en ex-commissaris Roland Fahlin staan voor de rechter wegens verdenking van onder meer valsheid in geschrifte. Ahold zou jarenlang ten onrechte inkomsten van dochterondernemingen bij de eigen omzet hebben opgeteld, terwijl de zeggenschap over deze ondernemingen ontbrak.
Het supermarktconcern bracht deze praktijken uiteindelijk in 2003 zelf naar buiten. Op Fahlin na werden de verdachten veroordeeld tot geldboetes en voorwaardelijke celstraffen. Zij willen net als Fahlin vrijspraak. Het openbaar ministerie wil juist hogere straffen.