Economie

„Consument is notoire zwartkijker”

Ondanks jarenlange economische groei verkeert de gemiddelde Nederlander in een heuse vertrouwenscrisis wat betreft economische perspectieven. „De burger kan er in zijn denktrant alleen maar op achteruitgaan.” Het vertrouwen van producenten is juist opvallend groot.

Jan Mark ten Hove
12 September 2008 23:45Gewijzigd op 14 November 2020 06:22

Wie op het eerste gezicht kijkt naar de cijfers over de economische situatie in Nederland kan in een ware jubelstemming raken: 240.000 vacatures, een relatief lage werkloosheid en immer stijgende cao-inkomens. En hoewel de economie sinds kort stagneert, bedroeg de economische groei in de eerste helft van 2008 nog altijd 3,1 procent.Achter de voordeur van de burger is de stemming echter een stuk pessimistischer, zo bleek woensdag bij de presentatie van de jaarcijfers over 2007 van het Centraal Bureau voor de Statistiek.

CBS-hoofdeconoom Michiel Vergeer wijt deze negatieve houding van burgers aan de onrust op de financiële markten, veroorzaakt door de Amerikaanse kredietcrisis en de hoge energieprijzen. Ook is de consument gevoelig voor de snel oplopende inflatie en het feit dat de verwachting van de economische groei voor de rest van 2008 naar beneden is bijgesteld, aldus Vergeer.

Merkwaardig genoeg is het vertrouwen van producenten in de economie juist opvallend groot. Ondernemers geven aan dat zij, ondanks het grote aantal vacatures, voldoende rendabele orders binnenhalen voor de rest van dit jaar.

Het enorme verschil tussen consumenten- en producentenvertrouwen is sinds vorig jaar zomer zo groot. Precies een jaar geleden noteerden de vertrouwenscijfers van beide groepen nog gelijke waarden.

Volgens prof. dr. H. Prast, deskundige op het gebied van persoonlijke financiële planning, is het verschil in stemming van producent en consument deels te verklaren door de vraagstelling van het CBS. Dit bureau bevraagt de consument op persoonlijke verwachtingen, terwijl de producent louter geconfronteerd wordt met vragen over zakelijke aspecten.

Prast wijt het extreem lage vertrouwen van de consument aan het hoge welvaartsniveau van de Nederlander, waardoor deze moeilijk om kan gaan met tegenvallende berichtgeving. „Omdat de burger al over zo veel welvaart beschikt, kan hij in zijn denktrant er alleen maar op achteruitgaan.”

Ook is het negatieve consumentenvertrouwen volgens Prast psychologisch te verklaren: „Mensen vinden vooruitgang vanzelfsprekend, terwijl achteruitgang wordt gezien als iets vreselijks. Dit weerhoudt burgers om te investeren in luxegoederen.”

Economisch-psycholoog prof. dr. W. F. Van Raaij van de Universiteit van Tilburg noemt de houding van de consument opvallend. „Ondanks een paar recessies vlak na de milleniumwisseling zijn de economische vooruitzichten voor de periode 2005-2010 erg gunstig.” Daarnaast nuanceert Van Raaij het hoge producentenvertrouwen. „Producenten kunnen met hun ordergegevens vaak niet verder kijken dan 2008 en zijn dus erg gericht op de korte termijn.”

Ook minister Bos van Financiën zocht woensdag naar een verklaring voor het opvallende fenomeen van uiteenlopende vertrouwenscijfers. Volgens hem wordt de houding van de consument ingegeven door de berichtgeving op tv en door de dalende beurskoersen.

Maar volgens een woordvoerder van Rabobank blijken consumenten nu eenmaal notoire zwartkijkers: „De laatste 25 jaar is het consumentenvertrouwen gemiddeld -3 punten. Sat betekent dat er meer pessimisten dan optimisten zijn.”

Toch blijken consumenten het vaker dan producenten bij het rechte eind te hebben. Ook nu weer. „Het dalende consumentenvertrouwen zette eerder in dan bekend werd dat de economische verwachtingen naar beneden moesten worden bijgesteld”, aldus de Rabobankwoordvoerder.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer