Staatssecretaris Albayrak van Justitie vindt dat Iraakse vluchtelingen in Nederland geen extra bescherming meer nodig hebben. Ze krijgen dan niet langer automatisch een tijdelijke verblijfsstatus. Minderheden die extra gevaar lopen in Irak, zoals christenen en homo’s, krijgen nog wel speciale bescherming. De risico’s die de minderheden lopen in hun land van herkomst worden extra meegewogen bij het besluit over hun verblijfsvergunning.De veiligheidssituatie in Irak is aan het verbeteren, meent Albayrak. Wat haar betreft worden asielverzoeken van Irakezen weer individueel beoordeeld. Ook wordt bekeken of Irakezen die een tijdelijke verblijfsvergunning hebben nog mogen blijven. Critici menen dat het besluit vooral is ingegeven door het grote aantal Irakezen dat in Nederland asiel aanvraagt.

Kamerlid Voordewind van regeringspartij ChristenUnie noemt het kabinetsbesluit „voorbarig.” Hij wijst op de onveilige situatie in Irak. „De vluchtelingen uit dat land komen niet zomaar hierheen.” Het CU-Kamerlid wil dat Nederland in Europa met andere landen afspraken maakt over de verdeling van de groeiende stroom Iraakse asielzoekers. „Het kabinet moet niet de deur dichtdoen voor die mensen, maar de druk op omringende landen opvoeren, zodat die meer Iraakse vluchtelingen opvangen.”

Voordewind is blij dat Albayrak voor christenen een uitzondering wil maken. Uit een recente rondreis door Irak weet hij dat ze het daar erg moeilijk hebben en lijden onder geweld. Als het kabinetsbesluit doorgaat, hoopt hij op een „stevig debat.”

De speciale beschermingsmaatregel voor asielzoekers uit Midden- en Zuid-Irak geldt sinds eind maart 2007. Drie maanden daarvoor had de Tweede Kamer een verzoek van de SP gesteund waarin werd aangedrongen op deze regeling.

Het CDA heeft vanaf het begin moeite gehad met het beschermingsbeleid voor Irakezen. VVD en PVV, die altijd ronduit tegen dit beleid waren, eisten begin deze maand dat het kabinet er direct mee ophoudt.

VluchtelingenWerk Nederland noemt het opheffen van de speciale bescherming van Irakezen voorbarig. Er is weliswaar sprake van enige verbetering, maar het geweldsniveau is ook volgens de overheid nog steeds zeer ernstig. „Dat er voorheen 700 burgerslachtoffers per maand vielen en nu ’nog maar’ 500, wil nog niet zeggen dat de situatie structureel verbeterd is”, zegt directeur E. Huizing van VluchtelingenWerk.