Elkaar vasthouden
ChristenUnie en SGP willen elkaar, ook in Europa, vasthouden. Die conclusie kan getrokken worden na een overleg van de partijbesturen over het opstellen van de kandidatenlijst voor de EP-verkiezingen van volgend jaar.
Het is een opmerkelijke conclusie. Zeker, beide partijen werken al sinds 1984 nauw met elkaar samen op het Europese vlak. Daar nu mee doorgaan, zou bestempeld kunnen worden als: geen nieuws onder de zon.Maar zo eenvoudig ligt dat toch niet. De verhouding tussen beide staat al jarenlang onder druk. De ’linkse’ koers van de ChristenUnie tegenover het ’rechtse’ geluid van de SGP, de positie van de vrouw en sinds anderhalf jaar ook de regeringsdeelname door de CU zorgen regelmatig voor momenten van spanning. Zodanig dat in beide partijen wel pleidooien gehoord worden dat het beter zou zijn als ieder zelfstandig zijns weegs zou gaan.
Als het ergens voor de hand ligt dat die keuze voor het eerst gemaakt wordt, dan is het in Europa. Het vermoeiende gedoe rond vrouwen op de lijst treedt daar sinds 1989 zo ongeveer om de vier jaar op. Niet altijd verliep daar de samenwerking tussen de individuele Europarlementariërs van RPF, GPV en SGP even soepel. En dan is daar sinds enige tijd ook nog eens een beleidsmatig verschil, namelijk de uiteenlopende visie van beide partijen op het nieuwe Europese Verdrag.
Redenen te over dus om op een gegeven moment te zeggen: laten we het ideaal van nauwe samenwerking maar opgeven. Dat dit ook bij de aanstaande Europese verkiezingen waarschijnlijk niet gebeurt, is een belangrijk signaal. Blijkbaar is er bij beide partijen een sterke wil om elkaar vast te houden, ook als dit bepaalde concessies vraagt. De SGP gaat daarbij zover dat zij erkent dat de CU in principe over de opstelling van haar eigen lijst gaat.
Met het vasthouden van elkaar volgen de partijbesturen het voorbeeld van de fracties in de Eerste Kamer. Ook daar is het immers zo dat er gemakkelijk redenen te vinden zijn om niet meer namens elkaar in debatten en commissievergaderingen te spreken. De politieke koers van beide verschilt soms, de ChristenUnie heeft een vrouw in de Senaat zitten, de een is coalitiepartij en de ander oppositiepartij. Toch vindt men het gezamenlijke fundament nog altijd zo wezenlijk dat beide partijen in de Eerste Kamer functioneren als waren zij één fractie.
Wie er belang aan hecht dat in deze tijden van secularisatie, oprukkende islam en liberale jihad, kleine Bijbelgetrouwe groeperingen gezamenlijk naar buiten treden, kan met de jongste ontwikkeling alleen maar blij zijn. Daarbij moet wel de kanttekening gemaakt worden dat de SGP op eigen kracht waarschijnlijk geen EP-zetel zou bemachtigen en dat het voor de ChristenUnie nog niet vaststaat dat zij dit wel kan. Die electorale overwegingen zullen bij de wil tot samenwerking wel enigermate meespelen.
Maar dan nog is het verheugend als de conclusie getrokken wordt dat samen optrekken beter is dan gescheiden heengaan. Twee zijn beter dan één, wist de Spreukendichter al. Wie in de politiek iets wil bereiken, heeft altijd bondgenoten nodig. En wat is, bij het zoeken naar bondgenoten, logischer dan eerst de hand te grijpen van degene die het dichtst naast je staat?