Minder decibellen voor orkestmusici
Het aantal orkestmusici dat wordt blootgesteld aan schadelijk geluid, dat is meer dan 80 decibel, moet over drie jaar zijn gehalveerd.
Daarnaast moeten alle orkestleden gemiddeld 5 decibel per concert minder te verstouwen krijgen. Ook worden musici beter voorgelicht over de risico’s van schadelijk geluid in orkesten: over drie jaar moet 90 procent van de musici op de hoogte zijn.
Dit staat in het arboconvenant voor de orkesten dat is ondertekend door vertegenwoordigers van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en het Contactorgaan van Nederlandse Orkesten, FNV Kiem en de Nederlandse Toonkunstenaarsbond. Er wordt 377.000 euro in de uitvoering van het convenant geïnvesteerd.
De sociale partners betalen de helft; het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid draagt de andere helft bij. In de sector werken ongeveer 1.500 mensen, verspreid over veertien orkesten. Het convenant eindigt in 2006.
Langdurige blootstelling aan schadelijk geluid kan gehoorschade tot gevolg hebben. Bij musici kan dit leiden tot arbeidsongeschiktheid. Om de blootstelling aan schadelijk geluid te verminderen, wordt een lijst met minimumeisen opgesteld waar bij nieuwbouw en verbouwingen van podia rekening mee moet worden gehouden. In de lijst worden bijvoorbeeld eisen aan de akoestiek en de beschikbare ruimte per musicus opgenomen.
Verder leggen de orkesten in een eigen plan vast hoe ze de doelstellingen van het convenant gaan verwezenlijken. Bijvoorbeeld door de verschillende instrumentgroepen vaker apart te laten repeteren, door de podiumopstellingen te wijzigen of door vooral bij repetities geluidsschermen te plaatsen.
Verder wordt onderzocht welke gehoorbeschermers een orkest gebruikt kunnen worden. De huidige gehoorbeschermers dempen harde tonen, maar vervormen het geluid ook enigszins. Hierdoor zijn ze voor orkestleden niet goed bruikbaar.