Regeren geeft schwung
Zo’n anderhalf jaar geleden begon voor de ChristenUnie het grote avontuur. Het onwaarschijnlijke werd werkelijkheid: meeregeren in de Trêveszaal. Journalist Riekelt Pasterkamp probeert de balans op te maken. Maar daarvoor is het, goed beschouwd, nog te vroeg.
Eind augustus, vlak voordat de Kamer weer gaat draaien, houdt de ChristenUnie haar fractiedagen. In een hotel in het lommerrijke Holten zijn Kamerleden en fractiemedewerkers een kleine drie dagen bijeen om zich in een ontspannen setting te bezinnen op de politieke lijn voor het aankomende jaar.De stemming zit er goed in. Zeker als op donderdagmiddag tal van andere partijgangers, van partijbureau, wetenschappelijk instituut, jongerenclub, Eurofractie et cetera, arriveren. Wie van netwerken houdt, kan zijn hart ophalen.
Nog feestelijker wordt het als ’s avonds, in glanzende dienstauto’s met chauffeur, de drie bewindslieden die de partij rijk is, arriveren. Fantastisch toch, dat deze mensen, voor ons nog altijd André, Eimert en Tineke, hele departementen aansturen en de hoogste posities in dit land bekleden? Zoveel is duidelijk, regeringsdeelname geeft de ChristenUnie schwung. Niets is stimulerender voor een jonge partij dan electorale groei en het meedoen aan een coalitie.
Toch beseft iedereen in de partij dat het hier niet gaat om een vrijblijvend avontuur. Ooit komt het moment dat, naar twee kanten, de rekening opgemaakt moet worden. Is van de programmapunten van de ChristenUnie zo veel verwezenlijkt dat regeringsdeelname gerechtvaardigd was? En, niet minder belangrijk: wat heeft regeringsdeelname met de partij zelf gedaan? Is de CU nog dezelfde, principiële partij van weleer?
RD-journalist Riekelt Pasterkamp doet met zijn boek ”ChristenUnie op het pluche” een poging een „eerste balans op te maken.” In een vlotte schrijfstijl behandelt hij wat plaatsvond tijdens anderhalf jaar regeringsdeelname. Met als hoogte- of dieptepunten de onrust in de partij over de participatie van homoseksuelen en de spanning in de coalitie over embryoselectie.
”Sms-André”
Sterk aan de opzet van dit boek is dat de auteur zich niet heeft laten opsluiten in het Haagse circuit. Behalve de hoofdrolspelers in dit grote avontuur (Rouvoet, Van Middelkoop), interviewt hij ook regionale en lokale CU-politici, alsmede een aantal kritische binnen- en buitenstaanders (oud-RPF-leider Leerling, SGP-voorman Van der Vlies, de Edese CDA-burgemeester Van der Knaap, een redacteur van het Nederlands Dagblad en een van het Reformatorisch Dagblad).
Dit alles levert een goed leesbaar boek op dat voor geïnteresseerden in de ChristenUnie de gebeurtenissen van na de formatie op aantrekkelijke wijze en met de nodige smeuïge details opdist. Zo komt de lezer te weten dat de vicepremier ook wel ”sms-André” wordt genoemd, dat Van Middelkoop na een bezoek aan het Pentagon aangaf geen schoenen meer nodig te hebben „want ik loop er voortdurend naast” en dat oud-RPF-leider Leerling het niet verantwoord vindt dat moeders met jonge kinderen, in casu mevrouw Wiegman, Kamerlid zijn.
Ook is het opmerkelijk dat minister Van Middelkoop in dit boek met zoveel woorden aangeeft dat het in het regeerakkoord opnemen van een bepaling over gewetensbezwaarde trouwambtenaren een mislukking is geworden. Tot nu toe is dit van ChristenUniezijde nog niet zo rondborstig toegegeven.
Wie het reilen en zeilen van de CU de achterliggende maanden wat nauwlettender heeft gevolgd, komt in het boek echter weinig nieuwe zaken tegen. Geen frisse invalshoeken, geen tot nu toe onbekende achtergronden, geen door gedegen speurwerk verkregen inside-information die een nieuw licht werpt op reeds bekende feiten. Wat dit betreft, lijkt ”ChristenUnie op het pluche” het af te leggen tegen een eerdere publicatie over de ChristenUnie, te weten Sytze Fabers ”Wet van de koestal”. Dat boek wekte meer de indruk dat er werkelijk achter de schermen gekeken was, in dat geval: in de keuken van de formatie.
Laat duidelijk zijn: de geïnterviewde personen hebben allen een interessante en doorwrochte visie op het gekozen thema. Maar wat zij te berde brengen is allemaal al eens gezegd. Dat het zo opmerkelijk is dat de achterban van de ChristenUnie zo kritiekloos meeging in het avontuur van deze coalitie. Dat voor Van Middelkoop en Rouvoet het nemen van hun verantwoordelijkheid nauw verband houdt met hun gedachte dat Nederland na alle onrust rond en na Fortuyn schreeuwend behoefte heeft aan stabiliteit. Dat velen in en buiten de partij van mening zijn dat de ChristenUnie in dit kabinet niet de meest voor de hand liggende en de meest profijtelijke departementen beheert. En dat Balkenende en Rouvoet hun eerste persoonlijke contact hadden tijdens een reis naar Zuid-Afrika. Wie de kranten en tijdschriften volgde, wist het al.
Te vroeg
Interviews zijn, naast geschreven portretten en korte reportages, het favoriete instrument van de auteur. Maar de kracht daarvan, hun levendigheid, laat hun zwakte onverlet. Door de keuze voor het vraaggesprek, hoe kritisch ook afgenomen, loopt de vragensteller niet zelden aan de leiband van de ondervraagde.
Daar komt nog iets bij: is anderhalf jaar in feite niet te vroeg om de balans op te maken van de deelname van de ChristenUnie aan de landsregering? Mensen zitten nog te kort op de gebeurtenissen om afstand te kunnen nemen. Hoofdrolspelers voelen zich nog niet vrij om werkelijk onthullingen te doen. Een echte balans valt pas op te maken na een enigszins afgeronde periode. Daarvan is op dit moment nog geen sprake. Zo is ook in dit opzicht de kracht van het boek, een snelle verschijningsdatum, tevens zijn zwakte.
Niet dat het over twee jaar gemakkelijk zal zijn de balans op te maken. De grote moeilijkheid zal ook dan nog zijn hoe de diverse prestaties en mislukkingen gewogen dienen te worden. Is het voldoende als de partij op enkele medisch-ethische thema’s een standstill heeft bewerkt? Kan een onderzoek naar de noodsituatie bij ongewenst zwangere vrouwen als politieke vooruitgang worden beschouwd? Dit staat eigenlijk al vast: over deze vragen zullen mensen het tot in lengte van jaren oneens blijven.
N.a.v. ”ChristenUnie op het pluche. De mensen, de idealen, de werkelijkheid”, door Riekelt Pasterkamp; uitg. Kok, Kampen, 2008; ISBN 978 90 886 5044 4; 189 blz.; € 17,50.