Dat zei de nieuwe baas van de publieke omroep, oud-EO-directeur Henk Hagoort, donderdag tijdens het nationale omroepcongres in Bussum. Hij ging met PvdA-Kamerlid Van Dam, CU-fractievoorzitter Slob en twee commerciële omroepbazen in debat over de hoge salarissen van tv-presentatoren. Ook discussieerde het vijftal over de vraag of de politiek te vaak op de stoel van programmamakers zit.RTL-directeur Bert Habets vindt dat politici de eigen verantwoordelijkheid van consumenten onvoldoende waarderen. Zijn SBS-collega Eric van Stade begrijpt dat de Tweede Kamer onderscheid maakt tussen de door de overheid gefinancierde publieke omroep en de commerciële omroep. „Maar als ik zie welke ophef er werd gemaakt over De Gouden Kooi (het zogeheten treiterprogramma, red.), dan denk ik: Laat de markt zijn werk toch doen. De kijker vond het programma uiteindelijk ook niks, want 85 procent van de mensen keek op het tijdstip van de uitzendingen naar andere programma’s. Het gevolg is dat het programma in een nieuw seizoen niet meer op de buis komt.”

CU-fractievoorzitter Slob vindt niet dat volksvertegenwoordigers hun mond moeten houden als er een discussie over een tv-programma losbrandt. „Daarmee gaan wij echt niet op de stoel van programmamakers zitten. Toen ik de vraag kreeg van een journalist wat ik van de pornofilm ”Deep Throat” vond, moest ik mijn zegje kunnen doen. Overigens heb ik toen niet voor een verbod op de uitzending gepleit. Dat heeft toch geen zin. Maar je mag er wel over discussiëren met elkaar. Dat heb ik thuis ook met mijn dochter gedaan, toen ik vertelde dat ik De Gouden Kooi een ranzig programma vond. Zij vond het mooi. Dat mag.”

Niet ingrijpen
Ook PvdA-Kamerlid Van Dam vindt dat de politiek moet kunnen reageren op bepaalde tv-programma’s. „Het is ook onze taak om te discussiëren over maatschappelijke trends. Ik vind niet dat de overheid moet ingrijpen, maar ik zou het wel op prijs stellen als de media zelf wat meer nadenken over de vraag wat ethisch verantwoord is.”

Van Stade: „Maar waarom kijken jullie dan altijd naar de televisie en nooit eens naar kranten of internet?” Slob: „Dat doen we ook. Denk alleen maar aan de aanpak van kinderporno op internet.” Van Dam: „De impact van televisie is ook vele malen groter dan die van andere media.”

Zou Hagoort gezien zijn christelijke achtergrond niet wat meer willen bijsturen als het gaat om omstreden programma’s, zo vraagt dagvoorzitter Charles Groenhuijsen. De nieuwe baas van de publieke omroep schudt zijn hoofd. „Nee. In Nederland mag iedere omroep zijn eigen moraal hebben. Dat is een groot goed, zolang het maar binnen de wettelijke grenzen blijft. Het is mijn verantwoordelijkheid die grenzen te bewaken en de vrijheid te honoreren.”

De aanwezige commerciële omroepbazen ontkennen dat ze blij zijn met aandacht van media en politici voor omstreden programma’s. Van Stade: „Wel zouden mensen zich kunnen afvragen of het verstandig is om publiekelijk aan de bel te trekken. Sinds iemand heeft geklaagd over grote billboards van vrouwen in bikini in Utrecht, weet iedereen over welk bedrijf het gaat.”

Slob: „Het is inderdaad de vraag of het middel -het vragen van aandacht- niet erger is dan de kwaal. Bovendien is het jammer dat door de heftige debatten over bepaalde programma’s de discussie over wat we nu met z’n allen in Nederland willen accepteren, nooit goed tot stand is gekomen.”

„Maar waarom bellen jullie ons niet gewoon op?” vraagt MTV-manager Joris Aperghis vanuit de zaal aan Slob en Van Dam. „Via de media moesten we deze week horen dat de PvdA boos was op onze actie waarin we jongeren opriepen filmpjes op te sturen van leerlingen die uit de klas zijn gestuurd. Waarom niet even een belletje? Dan houden we het buiten de publiciteit.”

Slob: „Dat werkt niet. Ik heb ooit de makers van het RVU-programma ”God bestaat niet” achter de schermen verteld dat ik het vervelend vond dat er blasfemische filmpjes in het programma zaten. Dat bleef zonder resultaat, misschien omdat we toen met nog maar drie zetels in de Kamer zaten. Dan moeten we het wel hebben van een publiek debat.”