Trouw aan de eerste liefde
Z’n vingers glijden over de zwarte registerknoppen. „De fluiten, de Quint, de Cornet, het volle werk, alles is mooi hier.” Organist Vincent de Vries (39) reisde voor zijn nieuwste, achtste orgel-cd naar de St.-Apostelenkerk in Keulen. Portret van een orgelman voor wie de piano „de eerste liefde is en blijft.”
Orgelmuziek werd de in Scheveningen geboren Vincent met de paplepel ingegoten; dankzij vader Joop, nog steeds kerkorganist in het vissersdorp. Ook Vincent leek voorbestemd organist te worden, maar de piano trok meer. Op zijn vierde raakte hij ervan in de ban. Pas toen hij vijftien was, begon hij orgel te spelen. Maar toen ging het ook razendsnel. Dankzij Vincents virtuoze pianotechniek speelde hij in no time de moeilijkste orgelwerken. Fans spraken hoopvol van „een wonderkind.”De Vries, zittend op een terras naast de Keulse dom, kan er twintig jaar later smakelijk om lachen. „Een wonderkind? Tja, natuurlijk altijd leuk om te horen, maar ik kan er niets mee. Je kunt alleen maar goed leren spelen door keihard te studeren. Dat geldt ook voor mij. En verder moet je talent hebben. Dat krijg je van Boven. Zo ervaar ik dat.”
Aanbod
De Vries studeerde piano aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag en sloot deze opleiding af met het diploma uitvoerend musicus. Daarnaast volgde hij orgelles bij Wim van Beek en Bert Matter. Op zijn 24e emigreerde hij naar de Verenigde Staten, om daar zijn pianostudie te vervolgen. Vijf jaar geleden kreeg hij een genereus aanbod. „Ik werd uitgenodigd auditie te doen voor een baan als pianoleraar en uitvoerend musicus aan de Baylor University in Waco, Texas. Uit een groep van ruim zestig kandidaten werd ik benoemd tot assistant-professor.”
De Scheveninger woont nu vijftien jaar in de States en zou niet meer terug willen naar Nederland. „Ik heb een prima baan met veel uitdagingen. Ik geef les, begeleid solisten, verzorg solorecitals en heb op de universiteit een eigen studieruimte met twee vleugels, waar ik dag en nacht terechtkan.” Ook om privéredenen wil De Vries niet meer terug. „Ik heb in Texas mijn Koreaanse vrouw leren kennen. Zij is een begenadigd pianiste. Ook met haar treed ik geregeld op. Dat is best lastig, samen met je vrouw muziek maken. Verschillen van mening over de uitvoering van een muziekstuk moet ik tegenover haar extra voorzichtig onder woorden brengen.”
Drie, vier keer per jaar bezoekt De Vries zijn ouders in Scheveningen. Hij gebruikt de gelegenheid om dan enkele concerten in Nederland te geven. De afgelopen weken was hij te beluisteren in de Koepelkerk van Smilde en in de Vredeskerk en de Nieuwe Kerk van Katwijk. Tussendoor reisde hij tweemaal naar Keulen om een cd te maken in de St.-Apostelenkerk. „Mijn broer Jeroen heeft het orgel op internet ontdekt. Eerst dacht ik: Dat kan nooit veel zijn, zo’n nieuw orgel in een parochiekerk. Maar toen ik geluidsfragmenten hoorde, was ik verkocht. Het orgel is net zo mooi als de nieuwe ”Klais” in de dom. Werkelijk waar. En de St.-Apostelen heeft een fabelachtige akoestiek.”
Asma
Voorafgaand aan het interview demonstreert De Vries het instrument van Fischer en Krämer (vier klavieren, tachtig stemmen) alsof het zijn eigen orgel is. „Moet je dit horen: drie registers, acht-, vier- en drievoet, vullen de hele kerk. En die Cornet van het hoofdwerk, geweldig.” De Vries zet een nieuwe registratie klaar; Asma’s bewerking over Psalm 138 vult de basiliek. Het slotakkoord met het volle orgel lost op in een lange, egaal wegstervende galm. „Die Duitse orgelbouwers zetten wat neer”, knikt hij tevreden.
Ook al speelt De Vries virtuoos orgel, de piano boeit hem nog altijd meer. „Zonder orgel zou ik kunnen leven, zonder piano niet. Het verschil? Op de piano moet je zelf je klank creëren, op het orgel doen de registers dat. Maar eigenlijk wil ik ze niet te veel met elkaar vergelijken. Als ik orgel speel, denk ik niet aan de piano, en andersom. Een violist die ook altviool speelt, denkt ook niet steeds aan het andere instrument. Tegelijk zeg ik: De piano is en blijft mijn eerste liefde.”
Op de nieuwe orgel-cd van De Vries komt een echt Vincentrepertoire: van alle stijlen wat. Variaties over een Oudnederlands lied van Jacob Bijster, maar ook een Amerikaans werk en de ”Evocation” van Marcel Dupré. „Ik vind het best moeilijk om een goed repertoire uit te kiezen. Ik wil niet allemaal bekende dingen doen, maar een hele sonate van Guilmant op cd, daar houd ik ook niet zo van. Dat vind ik meer iets voor een concert.”
De Vries maakt de cd, die eind dit jaar uitkomt, bij het gerenommeerde Duitse label Motette. „Ik vind het een eer dat ze met mij in zee willen. Bijkomend voordeel voor hen is dat er van het orgel in de St.-Apostelen nog geen cd-opname bestaat.”
Stimulerend
Verschillen tussen de Nederlandse en de Amerikaanse orgel- en pianowereld zijn er zeker, vindt De Vries. „In de States wordt er meer samengewerkt door de muziekfaculteiten van de diverse scholen en universiteiten. Studenten reizen van het ene naar het andere instituut om masterclasses te volgen, audities te doen en concerten te geven. Dat zie ik in Nederland veel minder gebeuren. Bovendien zijn de Amerikanen ambitieuzer. Ze leggen de lat voor zichzelf erg hoog. Voor mij heeft deze manier van werken als voordeel dat ik hele dagen als pianist -solistisch en als begeleider- bezig ben. En maar spelen: van barok tot moderne muziek. Dat is enorm stimulerend voor m’n techniek.”
Op zondag speelt De Vries orgel en piano tijdens de kerkdiensten van de Central Christian Church in Waco, een methodistengemeente. „Er is een traditionele liturgie met een flinke preek, veel samenzang en een kerkkoor. Soms speel ik na de dienst een bewerking van Feike Asma of Jan Zwart. Die muziek kennen ze in de States natuurlijk helemaal niet. Bijna altijd krijg ik positieve reacties.”
De Vries speelt orgelmuziek uit de Zwart/Asmatraditie op de bekende manier: hij graait stevig in de toetsen en het pedaal komt soms achteraan. „Ik doe niemand na; dit is mijn gevoel bij deze muziek. Als ik Bach speel, valt elke noot precies op z’n plaats en bij de ”Evocation” van Dupré spettert het in alle hoeken. Enthousiast spelen, dat is voor mij heel belangrijk; in elke stijl en bij elke muzieksoort.”
Toppers
Lesgeven is voor De Vries geen manier om te overleven, maar een inspirerende bezigheid. „Ik groei als uitvoerend musicus door de interactie met mijn leerlingen. Jezelf openstellen voor de muzikale opvattingen van anderen werkt stimulerend. De kwaliteit van mijn studenten is wisselend, net als dat aan Nederlandse conservatoria het geval is. Er zitten echte toppers bij, mensen die ik technisch weinig of niks meer hoef te leren, maar die vooral muzikaal moeten groeien.”
Zelf is De Vries, die volgend jaar een kwarteeuw concertorganist hoop te zijn, nog dagelijks met zijn techniek bezig. „Als pianist en ook als organist moet je 100 procent op je techniek kunnen vertrouwen. Het koste vele uren om zover te komen. Voor de cd moest ik de ”Evocation” van Dupré studeren. In dat stuk komt een vierstemmige pedaalpartij voor. Als ik dat voor het eerst speel, merk ik dat ik meer achter de piano zit dan achter het orgel. Poeh, lastig hoor, zo’n stuk.”