Buitenland

Russische persvrijheid onder vuur

De Russische media houden zich dezer dagen volop bezig met de toekomst van de persvrijheid. Journalisten vrezen de terugkeer van overheidscensuur in Rusland.

Van onze correspondent
6 November 2002 08:40Gewijzigd op 13 November 2020 23:55

Directe aanleiding vormt de aanpassing van de mediawet eind vorige week door de Doema. Nieuwe regels voor de berichtgeving over antiterroristische operaties zijn hiervan gevolg. De nieuwe wet verbiedt onder meer informatieverstrekking over de gebruikte methoden en de tactiek bij militaire bevrijdingsoperaties.

Ook wordt het de Russische media verboden aandacht te schenken aan „terroristen”, een eufemisme voor Tsjetsjeense rebellen. Die aandacht komt volgens de autoriteiten neer op „propaganda voor de vijand.” Vooral inzicht in en begrip voor activiteiten van rebellen staan voortaan gelijk aan verraad.

„Hiermee is feitelijk alle informatie rond het Tsjetsjeense conflict onderwerp van censuur geworden”, concludeert Igor Jakovenko, secretaris van de Russische Unie van Journalisten. „En wie zal nu kritiek leveren in het geval van mislukte operaties?”

Jakovenko verwijst hiermee naar de bevrijdingsactie van de gegijzelden in een Moskous theater eind oktober, waarbij 119 gijzelaars en vijftig gijzelnemers om het leven kwamen. Volgens journalisten had het aantal slachtoffers onder de gijzelaars beperkt kunnen worden indien de operatie beter was voorbereid.

Op basis van interviews met artsen en ooggetuigen blijkt dat de verantwoordelijke elitetroepen de ziekenhuizen niet op tijd hebben ingelicht over het gebruikte type gas. Ook waren er veel te weinig ambulances en eerstehulpfaciliteiten ter plekke.

De autoriteiten hebben deze kritiek als leugens van de hand gewezen. Zij menen dat de media met deze kritiek uitsluitend de terroristen van dienst zijn. „In het geval van een terroristische daad tegen de staat zouden de journalisten juist de maatschappelijke eenheid tegenover de vijand moeten verdedigen”, meent Kremlin-woordvoerder Sergej Jastrzemski.

Al tijdens de gijzelingsactie is een aantal Russische media tijdelijk verboden geweest. Andere kregen een laatste waarschuwing. Afgelopen weekend is het eerste slachtoffer van de nieuwe mediawet gevallen. De veiligheidsdienst bracht een bezoek aan de redactie van weekblad Versija en nam het materiaal voor het eerstvolgende nummer in beslag.

Volgens redactielid Andrej Soldatov was de reden voor de actie een artikel over de bevrijdingsoperatie van de gegijzelden in het Moskouse theater. De auteur van het artikel stelt dat de meeste slachtoffers onder de gijzelaars al overleden tijdens de reddingsactie en niet in het ziekenhuis, zoals de autoriteiten beweren. Zowel Soldatov als zijn hoofdredacteur Roestam Arifdzjanov is door de veiligheidsdienst FSB opgeroepen voor verhoor.

Toonaangevende Russische discussieprogramma’s zoals Svoboda Slova (Vrijheid van meningsuiting) en Vremena (Tijd) waren de afgelopen dagen bijna geheel gewijd aan de nieuwe mediawet. Journalisten en liberale politici spraken bijna unamiem hun verontrusting over de regeringsplannen uit.

Hoofdredacteur Aleksej Venediktov van Radio Echo Moskou en de leider van de sociaal-liberale partij Jabloko Grigori, Javlinsky, menen dat met de nieuwe wet de censuur feitelijk in Rusland is teruggekeerd. Zij riepen president Poetin op er alles aan te doen de wet tegen te houden. Gebeurt dit niet, dan zullen de Russen volgens hen net als vroeger onwetend worden gehouden over de ontwikkelingen in hun eigen land.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer