De Italiaanse premier Berlusconi en de Libische leider Gaddafi ondertekenden zaterdag een verdrag dat voorziet in Italiaanse hulp bij bouwprojecten, studentenbeurzen en pensioenen voor Libische militairen die in de Tweede Wereldoorlog onder de Italianen dienden. „Het is zowel een materiële als een emotionele erkenning van de fouten die ons land tegenover het uwe heeft begaan”, aldus Berlusconi. „Deze overeenkomst opent de weg naar verdere samenwerking.”Een van de projecten waar Italië zich aan heeft verbonden is een snelweg over de gehele breedte van Libië, tussen Egypte en Tunesië. Volgens Berlusconi gaat Italië ongeveer 200 miljoen dollar, 136 miljoen euro, per jaar in Libië investeren over een periode van 25 jaar.

Verder financiert Italië voor honderden miljoenen elektrische detectieposten langs de Libische kustlijn.

Als tegenprestatie hoopt Italië onder meer dat Libië zijn veiligheidsmaatregelen verscherpt om de stroom illegale immigranten naar Europa in te dammen.

Gaddafi ontving Berlusconi in een tent in de kustplaats Benghazi, waar de twee leiders met elkaar lunchten. De Italiaan gaf een zilveren inktpot in de vorm van een leeuwenkop met twee pennen cadeau om het akkoord mee te ondertekenen. De Libiër op zijn beurt gaf een linnen pak. Berlusconi beloofde tevens een antiek Romeins beeld, de Venus van Cyrene, dat Italiaanse troepen in 1913 uit Libië wegnamen, terug te geven.

Italië veroverde na 1911 de gebieden Cyrenaica en Tripolitanië op het Ottomaanse Rijk. De twee voormalige Turkse gebiedsdelen werden gaandeweg verenigd onder de naam Italiaans Libië. Na de Italiaanse nederlaag in de Tweede Wereldoorlog viel Libië tijdelijk onder Frans en Brits gezag, tot het in 1951 onafhankelijk werd. Gaddafi stuurde in 1970, een jaar na zijn machtsgreep op 1 september 1969, de resterende duizenden Italianen het land uit. Hun bezittingen werden onteigend.