Kerk & religie

Leidinggeven is óók durven corrigeren

Acht jaar vormde hij, min of meer, het gezicht van het Landelijk Contact Jeugdwerk (LCJ), een van de twee jeugdbonden binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken. Maandag begint Maarten van Middelkoop bij Woord en Daad. „Jongeren zijn boeiend.”

A. de Heer
29 August 2008 11:52Gewijzigd op 14 November 2020 06:17
HARDINXVELD-GIESSENDAM – „Als ik soms voor de vierde avond in een week van huis was om bijvoorbeeld ergens in het land een lezing te houden over het belang van huisgodsdienst, dan hoorde ik mezelf wel eens praten”, zegt Maarten van Middelkoop (31), hier m
HARDINXVELD-GIESSENDAM – „Als ik soms voor de vierde avond in een week van huis was om bijvoorbeeld ergens in het land een lezing te houden over het belang van huisgodsdienst, dan hoorde ik mezelf wel eens praten”, zegt Maarten van Middelkoop (31), hier m

Een opvolger heeft Van Middelkoop (31), tot vandaag bureaumanager/jeugdwerkadviseur bij het LCJ, nog niet. „Vorige maand is er al wel een oproep rondgemaild aan de achterban, en er staat er ook een op de website. Maar de officiële procedure begint morgen. Dan zal er ook worden geadverteerd.”Van Middelkoop trad in 2000 in dienst bij het LCJ - tot voor kort het Landelijk Contact Jeugdverenigingen. Wat motiveerde hem destijds om te solliciteren?

„Het was een herhaalde oproep waarop ik reageerde”, blikt hij terug in zijn woning in Hardinxveld-Giessendam. „Ik zou de tweede jeugdwerkadviseur worden, naast Piet Versluis. Maar ik vond het niet zomaar een functie, en vroeg me af: Wat is hierin de wil van de Heere?”

„Eigenlijk”, zegt Van Middelkoop, die zijn opleiding volgde aan de Hogere Agrarische School in Dronten, „wilde ik voordat ik ging solliciteren een duidelijk antwoord hebben op die vraag. Zo van: ik ben ertoe geroepen. En ik bedoelde dat oprecht. Maar ik heb wel geleerd dat de Heere werkt in de weg van de middelen. Ik heb toen gevraagd: „Heere, wilt U de sollicitatieprocedure gebruiken om duidelijkheid te geven?” Op dezelfde wijze is het nu bij Woord en Daad gegaan. Natuurlijk, je solliciteert niet zomaar. Maar ook nu heb ik gevraagd of de Heere de deur wilde openen óf wilde sluiten.”

Eigen kantoor
De week dat Van Middelkoop bij het LCJ begon, in juni 2000, zal hij, en menigeen met hem, niet snel vergeten. „Die week raakte Piet Versluis vermist in de Oostenrijkse bergen. Hij is nooit teruggevonden. Ik zou naast Piet komen te staan, hij zou me gaan inwerken. Gelukkig was ik in de maanden voordat ik in dienst kwam, verschillende keren met hem mee geweest en zodoende had hij mij al een stukje ingewerkt.”

De gebeurtenissen rond Versluis hebben het eerste seizoen sterk gestempeld, herinnert hij zich. „Ineens stond ik er alleen voor. Ik was 23 - wat moest ik tegen al die ervaren jeugdwerkleiders gaan zeggen? Maar het bestuur heeft toen veel werk verzet, én de vele vrijwilligers niet te vergeten. In 2001 is Peter van den Dool benoemd, die nu bij Friedensstimme werkt.”

Een van de zaken die door de jaren heen veranderden, is dat het bestuur meer op afstand kwam te staan van de dagelijkse praktijk. „Bestuur en uitvoering werden meer gescheiden.” Momenteel heeft het LCJ twee jeugdwerkadviseurs in dienst: Lia Romeijn (vanaf nu fulltime) en Marieke de Vries (voor drie dagen per week). Karin Brandwijk (10 uur per week) verzorgt de administratie. En er is dus een vacature voor een bureaumanager/jeugdwerkadviseur.

Een eigen kantoor, zoals de Christelijke Gereformeerde Jongeren Organisatie (CGJO), heeft het LCJ nooit gehad. Ook Van Middelkoop werkte vanuit huis. „Maar het afgelopen jaar hebben we intern geconstateerd dat bij een organisatie van deze omvang een kantoor duidelijk voordelen heeft. De mogelijkheden daarvoor worden het komende seizoen verder onderzocht en wellicht kan een kantoor worden betrokken. Waar dat zal zijn, is nog niet bekend, dat hangt nu uiteraard ook een beetje af van waar mijn opvolger vandaan komt.”

Corrigeren
Hoe kijkt Van Middelkoop terug op de jaren bij het LCJ? „Ik heb het acht jaar heel goed naar mijn zin gehad. Werken met jongeren, met leidinggevenden in het jeugdwerk, is mooi, leerzaam ook.”

Jongeren zijn boeiend, is zijn ervaring. „Zelf had ik het meest met +16-jongeren te maken. Die spreek je dan ook het meest, op conferenties of zo.”

Van groot belang in het jeugdwerk, zegt Van Middelkoop, „is goede leiding, met de nadruk op goede. Ik herinner me een kadervormingsavond met ds. P. D. J. Buijs. Die zei toen: „Leidinggeven is óók durven corrigeren.” Een valkuil voor leidinggevenden is vooral aardig gevonden willen worden. En dat is niet onbelangrijk. Maar je moet ook wel leiding durven geven. Kijk, ik weet zeker dat als ik op een conferentie de stelling zou voorleggen dat de Heere Jezus voor alle mensen gestorven is, een groot deel van onze jongeren daar positief op reageert. Maar, een deel van de leidinggevenden zal dat óók doen, en dat vind ik erg. In dat opzicht: van jongeren kan ik heel veel hebben. Maar leidinggevenden moeten geestelijke leiding geven. In die lijn wil het LCJ werken. Ik zeg ook wel eens tegen kerkenraden: Stel een goede jeugdverenigingsleider nu eens niet meteen kandidaat voor ouderling. Dan is de kans namelijk groot dat hij stopt met het leiden van de vereniging. Terwijl dat juist in deze tijd, die ook op meer leerstellig gebied bijzonder verwarrend is, zo nodig is.”

Van Middelkoop, zelf jeugdouderling in de christelijke gereformeerde kerk te Sliedrecht (Eben-Haëzer), wil nog iets kwijt. „Vooropgesteld: als LCJ hebben we een plek gekregen binnen het behoudende deel van ons kerkverband. We merken dat er waardering is voor ons werk. Maar soms krijg je kritiek die je pijn doet. Als er bijvoorbeeld een keer een spreker op een conferentie is geweest die dingen heeft gezegd waar je het toch niet zo mee eens kunt zijn. Dan krijgt het LCJ soms te horen: Hoe konden jullie die predikant nu toch uitnodigen! Vraag je dan vervolgens of er al contact is opgenomen met de desbetreffende spreker, dan is het antwoord nogal eens ”nee”. Dan denk ik soms: Kunnen we nu echt niet een beetje anders met elkaar omgaan?”

Huisgodsdienst
Bij Woord en Daad, in Gorinchem, zal Van Middelkoop aan de slag gaan als manager op de afdeling bedrijfsontwikkeling. Deze houdt zich onder andere bezig met het ontwikkelen van het midden- en kleinbedrijf op het zuidelijk halfrond: Zuid-Afrika, Zuid-Amerika, India, Azië. „Heel ander werk”, beaamt hij. „Maar wel werk dat past bij mijn interesses. En het ideële aspect spreekt me zeker ook aan.”

„En”, zegt hij, „waarschijnlijk hoef ik ook niet meer zo vaak ’s avonds op pad. Want ik moet zeggen: als ik soms voor de vierde avond in een week van huis was om bijvoorbeeld ergens in het land een lezing te houden over het belang van huisgodsdienst, dan hoorde ik mezelf wel eens praten.”


„Laat kerk vmbo’er niet vergeten”
HARDINXVELD - Het LCJ werkt nauw samen met de HHJO, de jongerenorganisatie van de Hersteld Hervormde Kerk. Een van de gezamenlijke projecten is een onderzoek onder een groot aantal catechisanten - waarvan de eerste resultaten nu bekend zijn. Maarten van Middelkoop: „Laten we de vmbo’ers niet vergeten.”

Alle catechisanten van bij het LCJ en de HHJO aangesloten gemeenten ontvingen een enquête. Vanuit christelijke gereformeerde kerken kwamen, aldus Van Middelkoop, zo’n 3300 ingevulde formulieren terug; vanuit hersteld hervormde gemeenten een kleine 3000.

Hoewel de onderzoeksresultaten nog verder geanalyseerd moeten worden, kan er op basis van de ingevulde enquêteformulieren al wel iets gezegd worden, zegt de scheidend bureaumanager. Bijbellezen blijkt ongeveer de helft van de catechisanten die de enquête invulden te doen, bidden een nog iets hoger aantal. „We hebben de catechisanten ook gevraagd of zij over het algemeen begrijpen wat ze lezen in de Bijbel. Wat ons erg opviel, is dat bijna twee derde van de lager opgeleide jongeren, vmbo en mbo, aangeeft bijna nooit of nooit te begrijpen wat ze lezen. Ik vind dat heel verontrustend. Van de hbo’ers of hoger geeft driekwart tot vier vijfde aan wel te begrijpen wat ze lezen. Het geeft wel aan dat juist de vmbo’ers de pastorale aandacht van de jeugdwerkleider of catecheet behoeven.”

Van Middelkoop: „In de meeste gemeenten is het ouderenpastoraat gelukkig goed geregeld. En er komt ook steeds meer aandacht voor jeugdpastoraat, maar dat is een stuk lastiger. Toch zijn persoonlijke aandacht voor jongeren, een luisterend oor en tijd voor hen heel belangrijk. Het is jammer wanneer veel jongeren alleen een persoonlijk gesprek met een ambtsdrager hebben als zij daar zelf om vragen.”

Het lijkt erop dat minder dan 50 procent van de jongeren serieus betrokken is op de dienst van de Heere, zegt Van Middelkoop. Hierin komen jongeren uit CGK en HHK volgens hem overeen. „Dit zijn vaak ook de jongeren die op een jeugdvereniging zitten.”

Wat het onderzoek óók uitwijst, is dat nogal wat jongeren in twee werelden leven. Van Middelkoop: „Het is me wel eens gebeurd op een Bijbelstudieconferentie, dat je jongeren die het ene moment serieus meedoen met een Bijbelstudie, het volgende moment in een hoekje achter de laptop een filmpje ziet zitten te kijken. Film, popmuziek, gospelmuziek - het heeft een ontzaglijk grote aantrekkingskracht op onze jongeren.”

Vanuit de Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten startte drs. Coby Meurs-Lambregts uit Dordrecht enkele jaren geleden het (promotie)onderzoek ”Tussen eigentijds en traditie”. Uit een in 2006 gepresenteerde tussenrapportage bleek dat zich binnen de Gereformeerde Gemeenten in elk geval drie groepen jongeren aftekenen. „Ongeveer 35 procent is zeer positief en betrokken. Ongeveer 40 procent vormt een middengroep, waarvan ongeveer 20 procent redelijk positief is en ontvankelijk voor godsdienstige zaken en 20 procent minder positief is en minder toegankelijk voor godsdienstige zaken. Deze middengroep staat niet onverschillig tegenover de kerk en alles wat daarmee samenhangt, maar is ook niet met overtuiging daarbij betrokken. Ongeveer 25 procent is onverschillig en dreigt af te haken”, aldus Meurs’ onderzoek.

Het verbaast Maarten van Middelkoop niet dat de uitkomsten van het LCJ- en HHJO-onderzoek „min of meer” hetzelfde beeld vertonen. „Er zit niet zo veel verschil in de denk- en leefwereld van jongeren als sommigen misschien zouden willen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer