Opinie

De krant brengt de leugen in het land

Journalisten hebben veelal meer invloed dan zij zich bewust zijn. Dat was in vroeger eeuwen ook al het geval.

Prof. Dr. W. J. op ‘t Hof
29 August 2008 09:48Gewijzigd op 14 November 2020 06:17

Na de Tweede Wereldoorlog hebben journalisten in toenemende mate een bepalende rol bij de beeldvorming van het grote publiek gekregen. Zeker na de opkomst van de televisie.Aangezien in de achterban van het Reformatorisch Dagblad de televisie geweerd wordt, is daar de schrijvende pers invloedrijker dan in de overige sectoren van onze maatschappij. Dat dit tot komische en droevige gevolgen kan leiden, moge uit het hierna volgende duidelijk worden.

”De krant brengt de leugen in het land” is een bekend gezegde. Wanneer het is ontstaan, is mij niet bekend. Het zou mij echter niet verbazen als dat al snel na de verschijning van de eerste kranten in ons land is gebeurd. De eerste kranten verschenen in het tweede decennium van de zeventiende eeuw.

Teelinck
Reeds in 1626 liet een oudvader kritische geluiden over het verschijnsel krant horen die inhoudelijk het geciteerde gezegde volledig dekken.

Het zal bekend zijn dat Willem Teellinck mag worden beschouwd als de vader van de Nadere Reformatie. Minder bekend is dat deze persoon, die van 1613 tot 1629 predikant te Middelburg was, in heel veel opzichten interessante uitspraken heeft gedaan. Onder andere over het fenomeen krant.

In 1626 zond Teellinck een pamflet de wereld in dat hij de titel ”Geestelijcke couranten” had meegegeven. Hij bedoelde deze uitgave als een geestelijk alternatief voor de gewone krant. In zijn woord vooraf doet hij uitlatingen over de krantenmakers die duidelijk maken dat hij die niet zo hoog heeft staan. Volgens hem zien zij er niet tegen op om bij gebrek aan kopij nieuws uit hun duim te zuigen. Verder verwijt hij hun dat zij de werkelijkheid in hun verslaggeving veel te rooskleurig weergeven.

Schoenen
Als een krantenbericht aanleiding tot misverstand en/of problemen geeft, wordt altijd naar de journalist gekeken die het geschreven heeft. Dat in sommige gevallen echter niet hij maar een ander die bij het hele proces van het maken van een krant betrokken is, de verantwoordelijke persoon is, illustreert de volgende gebeurtenis.

In de periode dat ik de hervormde gemeente van Ouddorp diende, zou de koningin met Koninginnedag een bezoek brengen aan de burgerlijke gemeente Goedereede, waartoe Ouddorp behoorde. Vooraf kwam een journalist allerlei personen uit die burgerlijke gemeente met het oog op die gebeurtenis ondervragen. Ook ik kreeg een beurt. Op de vraag of ik naar het stadje Goedereede zou gaan om een glimp van de koningin op te vangen, gaf ik als antwoord dat ik niet wenste mee te doen aan de overdrevenheid die tentoon werd gespreid. Er werd namelijk heel wat geld neergeteld voor een stoeltje achter een raam van een huis aan het marktplein in Goedereede. In dit verband zei ik letterlijk dat ik mijn schoenen daarvoor niet aan zou trekken. De journalist maakte een waarheidsgetrouwe weergave, die mijn goedkeuring kon wegdragen.

Wegwijsbeurs
Maar wat gebeurde? Zoals ik later begreep, heeft de journalist zelf niets te zeggen over de kop die boven zijn artikel geplaatst wordt. Dat is weer de verantwoordelijkheid van iemand anders. Die had een prachtige kop gefabriceerd: ”Dominee Op ’t Hof trekt zijn schoenen niet voor de koningin aan”. Even later was het Wegwijsbeurs. In mijn onschuld ging ik daar met mijn gezin naartoe. Maar dat heb ik geweten! Ik kon geen stap verzetten of ik werd door heetgebakerde refo’s aangeschoten en aangesproken op mijn schandalige houding jegens de koningin. Wat ik ook zei, het hielp niets. Het had in de krant gestaan, dus…

Regie
Toen de uitspraak van de verklaring-voor-rechtprocedure in verband met de vorming van de PKN bekend was geworden, werd ik opgebeld door een journalist van een andere krant -niet het RD- die mijn commentaar wilde hebben. Ik was immers degene die begonnen was met die rechtsgang. Mijn antwoord luidde dat de regie al lange tijd geleden door het moderamen van de Hersteld Hervormde Kerk was overgenomen en dat hij voor commentaar bij die instantie moest zijn.

In mijn ijver om van hem af te komen, voegde ik er nog aan toe dat mijn situatie door mijn huidige gemeente ingrijpend veranderd was. De kerkelijke gemeente Urk die ik nu mag dienen, was in 2004 namelijk niet gerechtigd als partij aan die procedure deel te nemen. Afgaande op wat in het mondelinge en het perscircuit te berde werd gebracht, heb ik moeten concluderen dat er in het desbetreffende krantenbericht gestaan heeft dat ik een ommezwaai gemaakt had en dat ik tegen voortzetting van de procedure (in hoger beroep) was.

Zoete koek
Tot mijn grote verbazing werd dit door bevriende en niet-bevriende personen als zoete koek geslikt. Voor alle duidelijkheid: ook die krant bracht de leugen in het (kerkelijke) land.

De auteur is predikant van de hersteld hervormde gemeente te Urk en bijzonder hoogleraar aan de VU te Amsterdam vanwege de Hersteld Hervormde Kerk. Reageren aan scribent?

goedbekeken@refdag.nl.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer