Loonkostensubsidie ook voor mensen zonder uitkering
Niet–werkenden zonder uitkering moeten ook met bijvoorbeeld loonkostensubsidies, participatiebanen en re–integratietrajecten met scholing aan de slag worden geholpen. Gemeenten maken geen onderscheid meer tussen uitkeringsgerechtigden en niet–werkenden zonder uitkering. Vooral veel vrouwen besluiten nu om niet te gaan werken om te zorgen voor de kinderen.
Volgens beleidsmedewerker arbeidsmarktbeleid, Peter Koppe, van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) willen lokale overheden ook met bijstandsgeld projecten financieren voor niet–werkenden zonder uitkering. Dat is nodig om te voldoen aan kabinetsplannen om meer mensen aan het werk te krijgen.Bijstandsgeld voor re–integratie, bemiddeling en scholing mag nu alleen gekoppeld aan één persoon worden ingezet, terwijl het soms efficiënter is om in projecten te werken. Zo komen gemeenten vaak tijdens inburgeringcursussen veel allochtone vrouwen tegen die thuiszitten, terwijl ze best willen werken.
De VNG heeft vorig jaar met staatssecretaris Ahmed Aboutaleb (Sociale Zaken) een akkoord gesloten om 100.000 mensen extra aan het werk te helpen. Daarbij gaat het om 75.000 bijstandsgerechtigden en 25.000 niet–uitkeringsgerechtigden (’nuggers’). Maar nadat de commissie Bakker in haar advies over de arbeidsmarkt erop had gewezen dat een half miljoen niet–werkenden zonder uitkering graag aan de slag wil, is besloten dat nog 10.000 extra nuggers aan de slag moeten.
„Wij willen er best een schepje bovenop doen, maar dan moeten we wel de ruimte krijgen van het Rijk en de hulp van werkgevers", aldus Koppe. Hij bestrijdt dat gemeenten bijstandsgeld willen inzetten voor mensen die toch niet willen werken. Goed opgeleide vrouwen die bewust kiezen om thuis te blijven voor de kinderen, omdat het salaris van de man voldoende is, zullen volgens hem niet bij de gemeente aankloppen voor hulp bij het vinden van werk.
Wel zijn er volgens hem veel (allochtone) vrouwen die best willen werken, voor wie taal, een afgebroken opleiding en/of onvoldoende kinderopvang een struikelblok is. Ook zijn werkgevers vaak onterecht huiverig om deze mensen met weinig of geen werkervaring aan te nemen. Koppe: „Er wordt vaak gedacht dat de mensen niet gemotiveerd genoeg zijn om te werken en snel weer vertrokken zijn als het even niet bevalt".
Gemeenten willen ook zonodig loonkostensubsidies inzetten om werkgevers over te halen banen aan te bieden. Zo kan een proefperiode worden ingelast, waarin de werknemer nog (bij)scholing krijgt en gewend kan worden aan kinderopvang.