Dat heeft de dienst woensdag bekendgemaakt.De ongeveer 900 manuscripten, die ruim zestig jaar geleden zijn gevonden in grotten bij de Dode Zee, zijn in duizenden stukjes uiteengevallen. De dienst heeft in samenwerking met een internationaal team van deskundigen op het gebied van beeldtechnologie een procedé ontwikkeld om de fragmenten te digitaliseren. Daarbij is ook de Amerikaanse wetenschapper Greg Bearman betrokken, die bij de ruimtevaartorganisatie NASA heeft gewerkt.

In een grijs geverfde kamer worden verschillende soorten opnames gemaakt: een gewone kleurenfoto in hoge resolutie, een infrarode foto die letters leesbaar maakt die met het blote oog niet meer te onderscheiden zijn en foto’s die kunnen worden gebruikt om de omstandigheden waaronder de manuscripten worden bewaard, desgewenst te verbeteren. Bij het fotograferen wordt ernaar gestreefd de fragmenten zo weinig mogelijk aan het licht bloot te stellen.

De verwachting is dat het project binnen vijf jaar is afgerond. De afbeeldingen worden voorzien van een vertaling en van uitleg.

Bedoeïenen vonden de eerste rollen ruim zestig jaar geleden in een grot bij de Dode Zee. Prof. Eleazar Sukenik van de Hebreeuwse Universiteit in Jeruzalem concludeerde in november 1947 dat de rollen die hij onder ogen kreeg van de Essenen waren. Een van de rollen bleek het boek Jesaja te zijn. Dit document was duizend jaar ouder dan het oudste manuscript dat toen bekend was. Het bleek dat de teksten nagenoeg identiek waren.

Na de spectaculaire vondst werd de zoektocht naar manuscripten rond de Dode Zee voortgezet. In totaal vonden archeologen ongeveer 900 Bijbelboeken, commentaren en sektarische geschriften, die werden geschreven tussen het einde van de derde eeuw voor Christus en de eerste eeuw van onze jaartelling. De rollen bieden wetenschappers een schat van informatie over de periode van de tweede tempel (van 536 voor tot 70 na Christus).

Wetenschappers maken zich zorgen over de vraag of de rollen in de toekomst leesbaar zullen blijven. Ze werden immers na 2000 jaar verwijderd uit de droge omgeving van de Dode Zee. In 1991 richtte de Oudheidkundige Dienst een laboratorium op dat bestemd was voor de conservering van de rollen. Het doel is de nieuwste technieken toe te passen die wereldwijd bekend zijn.

Vele duizenden fragmenten zijn in de jaren vijftig van de vorige eeuw al gefotografeerd. Daarna werd fotografie slechts beperkt toegestaan. Het digitaliseringsproject van nu moet verzoeken om foto’s overbodig maken.

url verwijzing web (u689(antiquities.org.il voor een video over de Dode Zeerollen.