Bisschoppen bezorgd over rk-scholen
Er gaapt een kloof tussen Rome en Reformatie, maar soms is er verrassende herkenning. Zoals kerkenraden zich zorgen kunnen maken over de identiteit van de plaatselijke protestants-christelijke of reformatorische school, zo doen de bisschoppen dat over het rooms-katholiek onderwijs. Daarom willen ze de band met rk-scholen aanhalen. Tegenstanders spreken van ongewenste kerkelijke inmenging. Ook dat geluid klinkt in de reformatorische onderwijswereld.
Met enige weemoed denken de bisschoppen in hun vanmorgen gepresenteerde nota ”Bezield en zelfbewust” terug aan de tijd dat rk-scholen een verlengstuk van de kerk waren. Het rk-geloof nam een duidelijke plaats in op school, leerkrachten en ouders waren vrijwel zonder uitzondering kerkelijk meelevend en er was een nauwe band tussen schoolbestuur en parochie.
Die tijd komt niet meer terug. De bisschoppen realiseren zich dat. Ze aanvaarden de secularisatie van de samenleving en de opkomst van grote groepen allochtonen als een gegeven. Dat betekent volgens hen niet dat rk-scholen zich maar moeten aanpassen. Integendeel. Rk-scholen moeten meer dan ooit serieus werk maken van hun identiteit, menen de bisschoppen. Vandaar de titel van hun nota: ”Bezield en zelfbewust”.
Kerk en school zijn flink uit elkaar gegroeid, constateren de bisschoppen. De verhouding wordt gekenmerkt door „vervreemding en achterdocht.” De bisschoppen vinden het wenselijk dat zij een flinke vinger in de onderwijspap hebben en houden, maar schoolbesturen en leerkrachten zijn bang voor „een nieuw keurslijf”, aangemeten door de kerk.
Plaatselijk is de situatie sterk verschillend. Er zijn nog steeds rk-scholen met een uitgesproken religieuze identiteit, maar ook rk-scholen die nauwelijks meer als zodanig te herkennen zijn. „De katholieke school is niet meer, zoals vroeger, een vanzelfsprekende uiting van katholiek leven. Dit alles is een gegeven. Als bisschoppen kunnen en willen wij onze ogen er niet voor sluiten”, aldus de nota.
De bisschoppen laten het er niet bij zitten. Ze hebben de erkenning van rk-scholen en het toezicht erop weliswaar gedelegeerd aan de Nederlandse Katholieke Schoolraad, maar de bisschoppen blijven formeel verantwoordelijk. Ze willen echter niet, zoals vroeger gebeurde, autoritair hun mening opleggen. Ook dat is volgens hen niet meer van deze tijd. Ze willen „in gesprek met zo veel mogelijk betrokkenen.”
Uiteraard hebben de bisschoppen wel een mening. Die steken ze in hun rapport niet onder stoelen of banken. Allereerst beschrijven ze wat zij „fundamenteel” vinden voor de rk-school: „katholiek onderwijs heeft oog voor God als Schepper en Verlosser en voor Zijn Koninkrijk; is gericht op de vorming van de hele menselijke persoon; is onderwijs voor elk mens, met een bijzonder oog voor de zwakkeren; en heeft oog voor gemeenschap.”
Vanwege de „natuurlijke affiniteit” tussen gezin, kerk en school hechten de bisschoppen aan een sterke band tussen kerk en basisschool, maar ook tussen de kerk en scholen voor voortgezet onderwijs. De gedachte dat die scholen zich uitsluitend zouden richten op kennisoverdracht en beroepsvoorbereiding en daarom weinig te maken hebben met levensbeschouwelijke vorming, werpen de bisschoppen verre van zich.
Een rk-school moet bereid zijn zich als zodanig te profileren, poneren de bisschoppen. Contact met de parochie is essentieel. Met andere woorden: de rk-school is geen autonome grootheid die zelf bepaalt wat ze doet en laat, maar zoekt het contact met de kerk. De bisschoppen zijn er klaar voor. Ideeën hebben ze ook. Bijvoorbeeld over het personeelsbeleid.
Een echte rk-school staat of valt met de benoeming van leerkrachten, aldus de bisschoppen. Ze vinden dat er onder het personeel „voldoende besef” moet zijn van de betekenis van katholiek onderwijs. Om dat te stimuleren, wijzen de bisschoppen op het belang van identiteitsvorming, met name bij jonge docenten, want die zijn van huis uit vaak niet meer bekend met het rk-geloof.
De bisschoppen vragen de pabo’s en lerarenopleidingen in eigen kring lesmodules te ontwikkelen voor „uitbreiding van de kennis van het katholieke geloof en de katholieke cultuur.” Ze pleiten ervoor het diploma godsdienst/levensbeschouwing, dat aan studenten van rk-pabo’s wordt uitgereikt, ook in te voeren op lerarenopleidingen voor het voortgezet onderwijs. Waar mogelijk moeten rk-basisscholen meehelpen bij de voorbereiding van kinderen op de eerste communie of het vormsel, aldus de bisschoppen.
De eerste kritiek op de nota is binnen. De Onderwijsbond CNV vindt dat de bisschoppen een te sterke nadruk leggen op de kerkelijke structuur. „De katholieke traditie is meer dan een verzameling leerstellige overtuigingen of morele gedragsregels”, aldus de bond.
Dat de bisschoppen niets moeten hebben van een samenwerkingsschool met het openbaar onderwijs, betreurt de bond. Wanneer er „onverhoopt” sprake is van een dergelijke fusie zal de bond daar „van harte” aan meewerken. „Werkgelegenheidsaspecten zullen dan een doorslaggevende rol spelen. Vooral ook omdat in veel concrete gevallen in het verleden een dergelijke fusie werd opgedrongen door de weinig solidaire houding van katholieke besturen”, aldus de bond.
Om het niet bij theorie te laten, waagden kardinaal Simonis en hulpbisschop De Jong zich vanmorgen na de presentatie van de nota aan de praktijk. Ze gaven beiden een godsdienstles van 50 minuten op het 2College-Noord in Tilburg.