„Hoge afdracht JSF–orders schaadt concurrentiekracht"
Tom Burbage, de topman van Lockheed Martin die belast is met het nieuwe gevechtsvliegtuig JSF, is bezorgd over de onderhandelingen tussen het ministerie van Economische Zaken en Nederlandse bedrijven. Een te hoge afdracht over de JSF–orders kan een negatieve invloed hebben op het verwerven van nieuwe opdrachten voor dit gevechtsvliegtuig. Nederland moet concurreren met bedrijven uit andere landen.
Burbage zei dat maandag. Hij is in Nederland om Defensie actuele informatie te geven over het nieuwe Amerikaanse toestel. Nederland doet al zeven jaar mee met de ontwikkeling van de F–35 Lightning II, zoals de JSF eigenlijk heet.De Nederlandse overheid stak tot nu toe 1 miljard euro in de ontwikkeling van de JSF. Als ruil kon de industrie orders binnenhalen. Tot nu toe hebben ruim zeventig bedrijven in totaal een orderportefeuille van ruim 700 miljoen dollar binnen. Voorwaarde was dat de betrokken bedrijven een percentage van de omzet zouden afdragen. Volgens Burbage is dit een uniek model. Andere partnerlanden zoals Groot–Brittannië en Italië hebben niet zo’n samenwerking tussen de overheid en de industrie.
De defensie–industrie, verenigd in de Nifarp, is het niet eens met minister Van der Hoeven (Economische Zaken), die een afdracht van 10,3 procent over de JSF–orders eist op grond van een contract uit 2002. De industrie vindt afdracht helemaal niet nodig omdat deelname aan de JSF de schatkist meer financiële voordelen blijkt te brengen dan in 2002 werd voorzien.
Burbage zegt zich niet te willen mengen in binnenlandse aangelegenheden, maar maakt wel duidelijk een afdracht van meer dan 10 procent erg hoog te vinden en dat deze kosten niet kunnen worden afgewenteld op de JSF. De topman blijft erop vertrouwen dat de JSF de Nederlandse economie meer dan 10 miljard dollar aan orders zal opleveren. Hij spreekt diplomatiek de hoop uit dat Economische Zaken en het bedrijfsleven tot een goede oplossing komen die de industrie „niet te zwaar zal belasten".
De Nederlandse regering zal in 2010 besluiten of de JSF de opvolger wordt van de F–16 voor de krijgsmacht. Daarna zal de Tweede kamer zich erover buigen. De deelname ligt politiek gevoelig. De PvdA was als oppositie fel tegen en is nu als coalitiefractie nog steeds terughoudend. Tot ongenoegen van de tegenstanders van de JSF zien de fabrikanten van twee andere nieuwe jachtvliegtuigen, de Eurofighter en de Rafale, er vanaf Defensie actuele cijfers te geven. Defensie kan nu geen goede vergelijking maken.
Concurrentie heeft Lockheed Martin nu alleen van het Zweedse concern Saab. Burbage stelt dat het Zweedse toestel alleen nog bestaat op de tekentafel. Bovendien is de Saab Gripen Next Generation volgens Burbage niet een toestel voor de komende generaties, maar vergelijkbaar met een gemoderniseerde versie van de F–16, die zijn bedrijf ook kan leveren. Saab presenteert dinsdag zijn aanbod aan Nederland.
Door de deelname aan de JSF kan Nederland het toestel voor een lagere prijs kopen dan als het toestel al kant en klaar is. Nederland reserveert 5,5 miljard euro om ongeveer 85 toestellen te kopen. Burbage denkt dat dit lukt. Hij ontkent dat de afgelopen tijd de kosten voor het JSF–project zijn gestegen, zoals de Amerikaanse en de Nederlandse rekenkamers constateerden. Deze overschrijding is volgens hem inmiddels rechtgetrokken.
De kosten zullen volgens Burbage bovendien beheersbaar blijven omdat er met vijfduizend geplande toestellen een grote productielijn komt. Straks rolt er één JSF per dag uit de fabriek; 22 exemplaren per maand. De productielijn zal lopen tot 2036, waarna het toestel nog dertig jaar blijft vliegen.
Burbage is en blijft optimistisch gestemd dat Nederland voor de JSF gaat. Die zou in 2014 al operationeel in Nederland kunnen vliegen. De eerste Nederlandse piloten kunnen al vanaf 2010 in de VS testvliegen met de nieuwe JSF.